artikel 2.11 Regionale waterkeringen

1. In een bestemmingsplan wordt, voor de op de kaart 7, behorende bij deze verordening, aangegeven regionale waterkeringen primair de bestemming Waterstaat – waterkering aangewezen.
2. Gedeputeerde staten zijn bevoegd de kaart te wijzigen.
3. In een bestemmingsplan waarin bestemmingen worden aangewezen dan wel regels worden gegeven voor een beschermingszone wordt een gebiedsaanduiding vrijwaringszone opgenomen.
4. Met betrekking tot gronden waarop een regionale waterkering ligt of die een functie als beschermingszone hebben kan een bestemmingsplan worden vastgesteld dat een wijziging inhoudt ten opzichte van het daaraan voorafgaande bestemmingsplan, voor zover bij de verwezenlijking daarvan geen belemmeringen kunnen ontstaan voor het onderhoud, de veiligheid of de mogelijkheden voor versterking van de regionale waterkering.