direct naar inhoud van 4.1 Milieu
Plan: Noordhoek te Reek
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1685.bpree2012noordhoek-OW01

4.1 Milieu

4.1.1 Geluid

Wegverkeerslawaai
In de Wet geluidhinder (Wgh) is vastgesteld dat, indien in het plangebied geluidgevoelige functies (zoals woningen) zijn voorzien binnen de invloedssfeer van (weg)verkeerslawaai, akoestisch onderzoek uitgevoerd dient te worden. Dit geldt voor alle straten en wegen, met uitzondering van:
• wegen die in een als ‘woonerf’ aangeduid gebied liggen;

• wegen waarvoor een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt.

Uit een reeds uitgevoerd akoestisch onderzoek voor een eerder plan voor deze locatie (zie bijlage 1) blijkt dat de gevelbelasting ten gevolge van wegverkeerslawaai op de toen beoogde nieuwbouw (circa 25 meter van weg) 46 dB betreft. Het nu beoogde plan wordt ruim 20 meter verder van de weg gerealiseerd. Verdubbeling van afstand betekent voor wegverkeerslawaai een afname van 3 dB. De belasting zal dus ca 46 - 3 = 43 dB bedragen, ruimschoots onder de voorkeursgrenswaarde van 48 dB.

De nieuwbouw komt bovendien op een dubbel zo grote afstand van de weg dan de woningen die worden gerealiseerd direct ten zuidwesten van het plangebied. In maart 2011 is in het kader van een bestemmingsplanherziening de geluidsbelasting op de gevels van die woningen berekend (zie rapport AGEL adviseurs, projectnr 20100406). De hoogst optredende geluidbelasting bedraagt in dat onderzoek 45 dB.

Gezien de grotere afstand van de weg tot het nu beoogde bouwplan ten opzichte van de afstand tussen de weg en voornoemde bouwplannen kan, mede gezien het feit dat de verkeersintensiteit op wegen de afgelopen jaren nauwelijks is toegenomen, geconcludeerd worden dat de voorkeursgrenswaarde ten gevolge van wegverkeerslawaai in dit geval niet wordt overschreden. Nader onderzoek of akoestische maatregelen zijn dan ook niet nodig.

Bedrijfsmatig lawaai
In de VNG-brochure 'Bedrijven en Milieuzonering' staat een richtafstand van 30 meter voor geluid van een kinderopvang. De afstand van het toekomstig bouwvlak tot de gevels van de nog te bouwen dubbele woning op het perceel ernaast is ruim 30 meter en de afstand van het achtergelegen speelterrein tot de nog te bouwen dubbele woning is meer dan 50 meter. Aangezien aan de richtafstand wordt voldaan en de verwachting is dat op onderhavige locatie niet meer geluid wordt geproduceerd bij een gemiddelde kinderopvang, zijn akoestisch onderzoek of akoestische maatregelen hier niet nodig.

4.1.2 Bodem

Een bodemonderzoek is verplicht indien de beoogde bouw of verbouw vergunningplichtig is. In de tweede helft van 2010 heeft Öko-Care B.V. een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op het voorste deel van het plangebied, zie bijlage 2. De nieuwbouw wordt in dit deel van het plangebied gerealiseerd. De grond van het achterste deel van het plangebied blijft ongeroerd.

Er zijn acht boringen gezet. Op grond van de analyseresultaten van de genomen bodemmonsters kan worden geconcludeerd dat er geen belemmeringen van milieukundige aard bestaan voor de voorgenomen nieuwbouw.

4.1.3 Luchtkwaliteit

Op 15 november 2010 is de wijziging van de Wet milieubeheer op het gebied van luchtkwaliteiteisen (Hoofdstuk 5 titel 2 Wm, Stb. 2007, 414) in werking getreden. De overheid wil een verbetering van de luchtkwaliteit bewerkstelligen en ontwikkelingen in ruimtelijke ordening doorgang laten vinden. De kern van de 'Wet luchtkwaliteit' bestaat uit de (Europese) luchtkwaliteitseisen. Verder bevat zij basisverplichtingen voor plannen, maatregelen, het beoordelen van luchtkwaliteit, verslaglegging en rapportage. Op grond van artikel 5.16 Wm moeten bestuursorganen nagaan of besluiten op grond van de Wro gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit.

In de Algemene van Bestuur 'Niet in betekenende mate' (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIBM (Regeling NIBM) zijn de uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip NIBM. In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging.

Onder andere projecten met minder dan 1.500 nieuwe woningen vallen onder NIBM. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit worden uitgevoerd.

De mogelijkheden die het onderhavige bestemmingsplan biedt zijn niet van meetbare invloed op de luchtkwaliteit in de omgeving en op de luchtkwaliteit in het algemeen. De schaal van het plan is beduidend kleiner dan de bouw van 1.500 woningen. Geconcludeerd kan worden dat het plan niet in betekenende mate bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit.

4.1.4 Geur

In het kader van het aspect geur zijn twee vragen van belang:

  • worden omliggende bestaande bedrijven als gevolg van de voorgenomen nieuwe ontwikkeling gehinderd in hun bedrijfsvoering?
  • is en blijft sprake van een goed woon- en leefklimaat?

Ontwikkelingsmogelijkheden
In 2011 is AGEL Adviseurs gevraagd voor een elftal ontwikkelingslocaties een quickscan uit te voeren ten aanzien van geurhinder en veehouderij (Quickscan geur ontwikkelingslocaties 01 t/m 05, 10 t/m 12, 18 ,23 en 32, projectnummer 20100406, datum 8 maart 2011). Het doel van de quickscan is het beoordelen of de omliggende veehouderijen beperkingen vormen voor de voorgenomen ontwikkelingen. Daarnaast is beoordeeld of de ontwikkelingen in een toekomstige situatie beperkingen voor de omliggende veehouderijen kunnen betekenen.

Het onderhavige plangebied is één van de in de quickscan onderzochte locaties, zie afbeelding hieronder: Planlocatie 10. De relevante passages uit de quickscan zijn hieronder overgenomen. Sinds de uitvoering van deze quickscan is de wetgeving met betrekking tot geur niet (noemenswaardig) gewijzigd. In de omgeving van het plangebied zijn enkele veehouderijen gelegen.

Deze veehouderijen zijn als rode stip in onderstaande afbeelding weergegeven. Tevens is in de afbeelding aangegeven welk type veehouderijen dit zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.1685.bpree2012noordhoek-OW01_0016.png" Geurhinderveroorzakende bedrijven in de nabijheid van het plangebied

De meest nabij gelegen veehouderijen zijn veehouderijen die vallen onder het Besluit Landbouw milieubeheer en hebben vaste afstanden waar aan getoetst dient te worden.

De veehouderijen zijn gelegen op tenminste 100 meter van de planlocatie en voldoen hiermee aan de minimale afstand van 100 meter tussen een veehouderij en een geurgevoelig object, zoals genoemd in het Besluit Landbouw milieubeheer. De bestaande veehouderijen worden door het onderhavige plan niet beperkt.

In de direct omgeving is sprake van twee intensieve veehouderijbedrijven, aan De Steeg en Helstraat. Tussen het plangebied en deze veehouderijen zijn reeds bestaande geurgevoelige objecten gelegen, specifiek een burgerwoning aan De Steeg en enkele burgerwoningen aan de Helstraat. Deze objecten zijn derhalve reeds bepalend voor de ontwikkelingsmogelijkheden van deze bedrijven. De nu voorgenomen ontwikkeling aan de Noordhoek is daarmee niet beperkend voor deze intensieve veehouderijbedrijven.

Geconcludeerd wordt dat het plan geen belemmeringen vormt voor nabijgelegen geurhinder veroorzakende bedrijven en vice versa.

Woon- en leefklimaat
Op grond van geurwetgeving dient sprake te zijn van een goed woon- en leefklimaat. In dat kader is het gemeentelijke geurbeleid van toepassing. De gemeenteraad van Landerd heeft een geurgebiedsvisie vastgesteld. In deze visie is vastgelegd bij welke achtergrondbelasting nog sprake is van een goed woon- en leefklimaat. Uit de laatste evaluatie van dit beleid eind 2011 komt naar voren dat ter plaatse van nabijgelegen woningen aan De Steeg en Helstraat sprake is van een goed woon- en leefklimaat. Hieruit kan worden afgeleid dat dit ook geldt voor onderhavige locatie.