Plan: | Andijk: Fruittuinen fase III en IV |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0420.Fruittuinen34-VA01 |
Medemblik
Andijk: Fruittuinen fase III en IV
uitwerkingsplan
identificatie | planstatus | ||
identificatiecode: | datum: | status: | |
NL.IMRO.0420.Fruittuinen34-VA01 | 20-01-2014 | concept | |
30-01-2014 | ontwerp | ||
projectnummer: | 06-05-2014 | vastgesteld | |
190303.18461.00 | |||
opdrachtleider: | |||
mr.drs. J.L. Damen | |||
In 2007 is het bestemmingsplan 'De Fruittuinen' van de toenmalige gemeente Andijk vastgesteld. De Fruittuinen is een woongebied ten westen van de kern Andijk, dat in verschillende fasen ontwikkeld wordt. Daarom is in het gelijknamige bestemmingsplan uitgegaan van een uit te werken woonbestemming. Het zuidelijk deel (fase I en II) is inmiddels uitgewerkt en gerealiseerd.
Voorliggend uitwerkingsplan richt zich op het noordelijk deel van de Fruittuinen, oftewel fase III en IV. Dit gebied zal op korte termijn gerealiseerd worden. In dit uitwerkingsplan wordt getoetst aan de uitwerkingsregels die zijn opgenomen in het in 2007 vastgestelde 'moederplan' De Fruittuinen. Tevens wordt aangetoond dat de beoogde ontwikkeling van het gebied voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening.
Het plangebied ligt ten noordwesten van de kern Andijk en wordt begrensd door de Beldersweg in het noorden en drie watergangen in het oosten, zuiden en westen. Direct ten zuiden van het plangebied ligt het inmiddels gerealiseerde Fruittuinen fase II en ten oosten van het gebied ligt de bestaande dorpsbebouwing. De rest van de directe omgeving bestaat uit akkerland met enkele tuinbouwbedrijven. Zie figuur 1.1.
Figuur 1.1 Ligging plangebied
Ter plaatse van het plangebied geldt het bestemmingsplan 'De Fruittuinen' van de toenmalige gemeente Andijk. Dit plan is op 25 oktober 2007 vastgesteld. Zie figuur 1.2 voor een uitsnede van de bij dit plan behorende plankaart. De rode begrenzing weergeeft de globale ligging van het plangebied.
Figuur 1.2 Uitsnede geldend plan
De geldende bestemming is 'Wonen, uit te werken bestemming'. De gronden zijn bestemd voor de volgende doeleinden: wonen, tuin, verkeer, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water. Aan de uit te werken bestemming zijn uitwerkingsregels verbonden:
In Hoofdstuk 3 zal aangetoond worden dat wordt voldaan aan deze uitwerkingsregels. In het artikel is verder bepaald dat het bouwen van bouwwerken uitsluitend is toegestaan wanneer er een uitwerkingsplan voor deze bestemming in werking is getreden.
Het plangebied is in de huidige situatie geheel onbebouwd. Zie figuur 2.1.
figuur 2.1 Huidige situatie plangebied
Het bedrijf dat in het noordelijk deel te zien is op de luchtfoto is inmiddels van haar locatie verdwenen. Het volledige plangebied ligt braak, in het verleden werden de gronden gebruikt ten behoeve van (glas)tuinbouw. Door het gebied loopt in noord-zuidelijke richting een weg voor bouwverkeer.
Verkaveling
De Scholtens Groep heeft een stedenbouwkundig plan opgesteld voor het gebied. Dit plan gaat uit van 86 woningen, onder te verdelen in:
Figuur 2.2 geeft een mogelijke opzet van de toekomstige verkaveling weer. Op de locaties kunnen de woningtypes echter onderling 'uitgewisseld' worden, dat wil zeggen dat er bijvoorbeeld ook vrijstaande woningen kunnen komen waar nu twee-aaneengebouwde woningen zijn ingetekend of bouwblokken onderling gewisseld worden of een ander type woning welke voldoet aan de vigerende welstandseisen.
Figuur 2.2 Toekomstige verkaveling, geprojecteerd op de kadastrale ondergrond (bron: Kwinfra)
In de in figuur 2.2 weergegeven verkaveling is te zien dat de 18 vrije kavels in het noorden en zuiden van het plangebied komen. De noordelijke vrije kavels zijn conform het principe 'waterwonen', de woningen zijn grotendeels omsloten door water. De woningen worden niet evenwijdig aan de weg gepositioneerd maar volgens een 'Twiskerverkaveling'. Dit betekent dat ze schuin zijn gesitueerd, wat een speels effect geeft. De oppervlakte van de vrije kavels ligt tussen de 613 m² en de 817 m².
De 12 twee-aaneengebouwde woningen worden aan de westelijke flank van het gebied gerealiseerd. De kavelgrootte varieert van 320 m² tot 513 m². De aaneengebouwde woningen komen centraal in het gebied, en aan de oostelijke rand. De meeste kavels in het centrale gebied hebben een oppervlakte van circa 150 m², die aan het water een oppervlakte van circa 240 m².
De exacte woningtypes en architectonische verschijningsvorm zijn nog niet volledig uitgewerkt. Daarom wordt in dit uitwerkingsplan uitgegaan van ruime bouwvlakken, waar meerdere woningtypes zijn toegestaan. De exacte goot- en nokhoogte van de toekomstige woningen is nog niet bekend. Er wordt in ieder geval uitgegaan van een maximale goothoogte van 6 m en een maximale bouwhoogte van 11 m.
Verkeer en parkeren
Per woning geldt een parkeernorm van 1,5. In totaal worden er 145 parkeerplaatsen gerealiseerd, waarvan 81 in het openbare gebied. Het gebied wordt aan de noord- en zuidzijde ontsloten. In noordelijke richting wordt aangetakt op de Beldersweg, in zuidelijke richting op de Goudreinet in het woongebied fase II. Binnen het plangebied ligt een ringvormige verkeersstructuur waaraan het parkeren plaatsvindt. De wegen hebben een profiel van 5,5 m en 6 m (de hoofdontsluitingsweg heeft een breedte van 6 m). Een aantal woningen worden door een woonpad ontsloten.
Groen en water
Centraal in het plangebied wordt een groenstrook met bomen aangelegd. Deze heeft een parkachtige structuur met een wandelpad (geen doorgaande route) er doorheen. Er worden voorzieningen getroffen om het gebruik als fietspad tegen te gaan. Binnen de plangrenzen wordt circa 2.800 m² water aangelegd (zie ook Bijlage 4). Binnen het water is het mogelijk om steigers aangrenzend aan de woonpercelen te realiseren, conform de regels van het Hoogheemraadschap Hollands Noorder Kwartier.
In dit hoofdstuk wordt beknopt getoetst aan de uitwerkingsregels die in het geldende bestemmingsplan zijn opgenomen. De uitwerkingsregels luiden als volgt.
Bij de uitwerking van het bestemmingsplan door burgemeester en wethouders gelden de volgende bepalingen:
a. Aantal woningen
Na vaststelling van het bestemmingsplan 'De Fruittuinen' mogen er nog 143 woningen in het gebied gebouwd worden. In 2008 is het uitwerkingsplan 'Fase II' vastgesteld. Dat plan maakt 57 woningen mogelijk. Hierdoor resteren er dus nog 86 woningen voor latere fasen. In voorliggend uitwerkingsplan worden 86 woningen mogelijk gemaakt. Er wordt voldaan aan deze uitwerkingsregel.
b. Stedenbouwkundig plan
Voor het gebied is door burgemeester en wethouders bij brief van 11 december 2013 (documentnr. PU-13-47486) een stedenbouwkundig plan vastgesteld. Dit plan is te vinden in Bijlage 2. Er wordt voldaan aan deze uitwerkingsregel.
c. Waterberging
In totaal dient er op basis van het moederplan 6.440 m² water gerealiseerd te worden. Na het dempen en graven van de waterlopen in fase 2 bedroeg de watercompensatie nog 2.786 m² (zie wateropgaveberekening in Bijlage 4). In het uitwerkingsgebied wordt de resterende wateropgave gerealiseerd (met name ten zuiden van de percelen aan de Beldersweg) zodat aan deze uitwerkingsregel wordt voldaan.
d. Afstand tot bestaande gevels
De dichtstbijzijnde bestaande woningen staan aan de Goudreinet ten zuiden van het plangebied. De afstand van de vrije kavels tot deze woningen bedraagt circa 20 m. Het is nog niet exact duidelijk waar de toekomstige woningen op de vrije kavels komen te staan, maar de afstand bedraagt in ieder geval 20 m of meer. Er wordt voldaan aan deze uitwerkingsregel.
e. Milieucontouren
Op de verbeelding van het moederplan zijn twee milieucontouren opgenomen, één van 200 m vanuit het ten oosten van het plangebied gelegen zwembad aan de Klamptweid 72 en één van 50 m vanuit een glastuinbouwbedrijf ten zuidwesten van het plangebied. De laatstgenoemde contour is niet relevant aangezien deze ruimschoots buiten het plangebied valt. Over de contour vanuit het zwembad het volgende.
De contour ligt over een groot deel van het plangebied. Een onoverdekt zwembad kan op basis van de VNG-uitgave 'Bedrijven en milieuzonering' gezien worden als een categorie 4.1-bedrijf en heeft daardoor een minimale richtafstand van 200 m tot hindergevoelige objecten, vanwege het aspect 'geluid'. De te realiseren woningen worden aangemerkt als hindergevoelig, dus in principe moet voldaan worden aan de richtafstand.
In de toekomstige situatie zal de dichtstbijzijnde woning op 90 m afstand van de kavelgrens van het zwembad gerealiseerd worden. Verder ligt circa tweederde van de toekomstige woningen binnen de 200 m-contour. Vanwege een aantal redenen wordt dit echter aanvaardbaar geacht. Ten eerste is er sprake van een aantal geluidsafschermende voorzieningen bij het zwembad, zoals een groenstrook en schutting. Daarnaast is het zwembad in de huidige situatie al midden in een woonwijk gelegen, waardoor de afstand tot sommige woningen daar minder dan 15 m bedraagt. Ter plaatse is evengoed sprake van een goed woon- en leefklimaat. Ten slotte kan nog gesteld worden dat het zwembad zelf – de feitelijke hinderveroorzaker – op het oostelijke deel van het kavel ligt, en daarmee verder van het plangebied af. De afstand tussen het zwembad zelf en de dichtstbijzijnde woning bedraagt circa 135 m.
Daarnaast is er bij het uitwerkingsplan voor fase II een onderzoek uitgevoerd naar de geluidsbelasting ter plaatse van dat plangebied (Caubergh-Huygen, rapportnr. 20080288-03, d.d. 20 mei 2008, zie Bijlage 3) . Vrijwel het gehele plangebied van fase II valt binnen de contour van het zwembad, zodat de resultaten van het onderzoek ook zonder meer van toepassing zijn op het plangebied van fase III en IV. Uit het onderzoek is gebleken dat ruimschoots aan de grenswaarde van 45 dB (etmaalwaarde) voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau en 65 dB (etmaalwaarde) voor het maximale geluidsniveau wordt voldaan. Daarmee is de milieuhinder ter plaatse van de nieuwbouwwoningen in ruime mate aanvaardbaar en wordt het zwembad door de bouw van de woningen niet in zijn bedrijfsvoering gehinderd. Hier is destijds mee ingestemd door het college en aansluitend de raad van de voormalige gemeente Andijk, door middel van de aanname van de stedenbouwkundige uitwerking van fase II van de Fruittuinen.
Hierdoor is voldaan aan artikel 16 onder 'd' van het moederplan en hierbij is artikel 9, lid 2, sub 'e' buiten toepassing verklaard.
Er wordt dus voldaan aan deze uitwerkingsregel.
f en g. Goot- en bouwhoogte
Op de verbeelding en in de regels van dit plan wordt opgenomen dat de maximale goot- en bouwhoogte van de toekomstige woningen ten hoogste respectievelijk 6 en 11 m bedraagt. Er wordt voldaan aan deze uitwerkingsregel.
h. Parkeernorm
De parkeernorm is 1,5 parkeerplaats per woning. Op basis van het aantal woningen (86) resulteert dit in een totaal van 129 parkeerplaatsen. Er worden 64 parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd (1 parkeerplaats bij twee-aaneengebouwde en sommige aaneengebouwde woningen, 2 parkeerplaatsen bij de vrije kavels), en 81 parkeerplaatsen in het openbaar gebied. Het totaal aantal parkeerplaatsen komt daarmee op 145. Daarmee wordt ruimschoots voldaan aan deze uitwerkingsregel.
Conclusie
Er wordt voldaan aan alle uitwerkingsregels.
Dit uitwerkingsplan is gebaseerd op de uitwerkingsplicht in het bestemmingsplan 'De Fruittuinen'. Bij de vaststelling van dit bestemmingsplan is beoordeeld of de betrokken bestemming 'Wonen - uit te werken' voldoet aan het ruimtelijk beleid van Rijk, provincie en gemeente. Ook is toen getoetst aan de algemene regels van Rijk en provincie. De beleidsmatige planologische aanvaardbaarheid van de toepassing van de uitwerkingsplicht staat derhalve niet meer ter discussie. In het kader van dit uitwerkingsplan is daarom niet opnieuw getoetst aan de geldende beleidskaders.
In het algemeen kan bij ruimtelijke ontwikkelingen worden gesteld dat er sprake moet zijn van 'een goede ruimtelijke ordening'. Dit begrip heeft zowel betrekking op ruimtelijke uitstraling als op aspecten als bodemgesteldheid, milieueffecten, verkeersaantrekking en flora en fauna. Om te toetsen of aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening wordt voldaan, is in dit hoofdstuk een aantal onderzoeken beschreven.
Dit uitwerkingsplan is gebaseerd op de uitwerkingsplicht in het bestemmingsplan 'De Fruittuinen' (de voorschriften van dit plan zijn opgenomen in Bijlage 1). Bij de vaststelling van dit bestemmingsplan is beoordeeld of de betrokken bestemming 'Wonen - uit te werken' voldoet aan een goede ruimtelijke ordening. Hierbij heeft ook een belangenafweging plaatsgevonden en heeft onderzoek plaatsgevonden naar omgevingsaspecten. De planologische aanvaardbaarheid van de toepassing van de uitwerkingsplicht staat derhalve niet meer ter discussie. In dit hoofdstuk zal daarom voornamelijk gerefereerd worden naar het vastgestelde plan 'De Fruittuinen'. Waar nodig zijn de onderzoeken geactualiseerd.
In het geldende bestemmingsplan 'De Fruittuinen' is de bodemkwaliteit van het plangebied onderzocht. Dit is gedaan omdat de gronden in dat plan zijn gewijzigd van een agrarische functie naar de uit te werken woonbestemming. Onderzoek heeft destijds aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde ontwikkeling tot woongebied. De beheerder heeft door middel van een brief aan de gemeente verklaard dat de gronden in de tussentijd niet anders zijn gebruikt.
Het aspect 'bodemkwaliteit' staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg.
In het geldende bestemmingsplan 'De Fruittuinen' is onderzocht of er zich archeologisch waardevolle objecten in de bodem bevinden. Ook is de eventuele aanwezigheid van cultuurhistorisch waardevolle objecten binnen het gebied onderzocht. Uit beide onderzoeken is gebleken dat de aspecten 'archeologie' en 'cultuurhistorie' de beoogde ontwikkeling niet in de weg staan.
In het geldende bestemmingsplan 'De Fruittuinen' is onderzocht of er zich risicovolle inrichtingen of transportroutes in de nabijheid van het plangebied bevinden. Hieruit is gebleken dat er een invloedsgebied en PR-contour rondom het zwembad liggen. Het risicogebied blijft echter ver buiten het plangebied. Hierdoor staat het aspect 'externe veiligheid' de beoogde ontwikkeling niet in de weg.
In het geldende bestemmingsplan is de luchtkwaliteit in het plangebied onderzocht. Hieruit is gebleken dat de NO2 en PM10 jaargemiddelde grenswaarde (40 µg/m³) wordt niet overschreden. De berekende
jaargemiddelde concentratie bedraagt maximaal 22 µg/m³ voor NO2 en maximaal 18 µg/m³ voor PM10.
De ontwikkeling zelf draagt door de kleinschaligheid niet in betekenende mate (nibm) bij aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Dit is ook niet het geval indien de beoogde ontwikkeling bezien wordt in groter verband, dus inclusief de vorige fasen. Pas vanaf woningbouwontwikkelingen met meer dan 1.500 woningen dient onderzoek naar de gevolgen voor de luchtkwaliteit gedaan te worden. Daarnaast ligt de dichtstbijzijnde maatgevende weg (N302) op dermate grote afstand (circa 5 km) van het plangebied dat er geen belemmeringen ten aanzien van de luchtkwaliteit te verwachten zijn.
Het aspect 'luchtkwaliteit' staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg.
In de directe nabijheid van het plangebied bevindt zich het openluchtzwembad De Weid. In Hoofdstuk 3 is reeds aangetoond dat dit zwembad geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling vormt.
Binnen het plangebied of in de nabijheid daarvan zijn verder geen hinderveroorzakende inrichtingen aanwezig. Het aspect 'bedrijven en milieuhinder' staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg.
Gebiedsbescherming
Ten noorden van het plangebied ligt het IJsselmeer, op circa 640 m afstand. Dit gebied is aangewezen als onderdeel van de EHS, als wetland en als Natura 2000-gebied.
Omdat er sprake is van een relatief grote woningbouwontwikkeling in de nabijheid van een Natura 2000-gebied moet in principe onderzoek gedaan worden naar stikstofdepositie. Het IJsselmeer is echter één van de Natura 2000-gebieden die niet stikstofgevoelig zijn. Onderzoek naar stikstofdepositie kan dus achterwege blijven.
Verder dient er bij de heiwerkzaamheden rekening gehouden te worden met het broedseizoen van de vogels bij het IJsselmeer. Vanwege de relatief grote afstand tot dit gebied worden er op voorhand echter geen verstoringen verwacht.
Soortenbescherming
In het geldende bestemmingsplan is onderzoek gedaan naar het eventueel voorkomen van beschermde soorten binnen het plangebied. Voor Zwanenbloem en de in het plangebied voorkomende amfibieën (onder meer middelste groene kikker) en niet-vliegende zoogdieren (egel, kleine marterachtigen en (spits)muizen) geldt bij ruimtelijke ontwikkeling een vrijstelling (tabel I Flora- en faunawet). Reptielen komen niet in het plangebied voor.
Voor broedvogels geldt echter geen vrijstelling en er wordt bovendien geen ontheffing verleend. Bij kap, maar ook bij werkzaamheden in de nabijheid van bomen en bosschages, zullen al snel broedvogels
verstoord worden. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat het aspect ecologie geen belemmering vormt voor de ontwikkeling van het woongebied. Wel dient middels nader onderzoek inzichtelijk gemaakt te worden voor welke soorten ontheffing aangevraagd dient te worden.
Op grond van het bovenstaande is een verkennend veldonderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van beschermde planten- en diersoorten (zie Bijlage 5).
Er is vastgesteld dat er in het plangebied vleermuizen (gewone dwergvleermuis en laatvlieger) kunnen
foerageren (vliegen) in lage dichtheid. Deze dieren kunnen er gewoon blijven foerageren (vliegen) in de
aanleg- en gebruiksfase. Effecten op vleermuizen worden derhalve uitgesloten. Verder komen er
algemene broedvogels voor. Voor deze algemene broedvogels geldt dat werkzaamheden moeten
worden uitgevoerd buiten het broedseizoen of op een manier dat nesten en eieren niet worden
geschaad.
Het voorkomen enkele beschermde vissoorten kan echter niet worden uitgesloten. Op grond hiervan
wordt aanbevolen om deze soorten door middel van een gerichte veldinventarisatie te inventariseren.
Deze inventarisatie en de eventuele vervolgstappen die daaruit voortkomen zullen in ieder geval
uitgevoerd worden voordat de omgevingsvergunning voor het bouwen verleend wordt.
Conclusie
Met inachtneming van het bovenstaande staat het aspect 'ecologie' de beoogde ontwikkeling niet in de weg.
Ontsluiting en verkeersgeneratie
In het geldende plan is een studie gedaan naar de huidige verkeersstructuur en de effecten van de (totale) nieuwbouw van 600 woningen op het wegennet. Het verkeer vanuit De Fruittuinen zal voor 80% gebruikmaken van de ontsluiting naar de Kleingouw. Vandaar wordt rekening gehouden met een gelijke verdeling in oostelijke en westelijke richting. Slechts 20% zal gebruikmaken van de route over de Beldersweg. Via de Beldersweg is het centrum van Andijk snel te bereiken.
Het verkeer van en naar het plangebied zal voornamelijk via deze route afgewikkeld worden. Hoewel er daardoor een merkbare toename van het aantal verkeersbewegingen zal plaatsvinden, vormt dit geen gevaar voor de doorstroming op de weg.
Parkeren
In Hoofdstuk 3 is reeds aangetoond dat er wordt voorzien in ruim voldoende parkeergelegenheid binnen het plangebied.
Het aspect 'verkeer' staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg.
In het geldende bestemmingsplan is onderzoek gedaan naar het wegverkeerslawaai van de omliggende wegen. Voor het plangebied is het wegverkeerslawaai van de Belderweg relevant. Uit het onderzoek is gebleken dat de 48 dB-contour (voorkeursgrenswaarde) over een klein deel van het plangebied ligt.
Op basis van het stedenbouwkundig plan worden hier echter geen woningen gerealiseerd. De contour reikt globaal gezien tot de zuidelijke oever van de watergang die daar aanwezig is. De woningen komen op voldoende afstand vanaf deze oever te staan. Zodoende staat het aspect 'wegverkeerslawaai' de beoogde ontwikkeling niet in de weg.
In Hoofdstuk 3 is reeds aangetoond dat wordt voldaan aan de in het geldende plan gestelde watercompensatie.
Het aspect 'water' staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg.
Het bestemmingsplan 'De Fruittuinen', dat is vastgesteld op 25 oktober 2007, kan worden beschouwd als het zogeheten moederplan van dit uitwerkingsplan. De bestemmingen – en de daarbij behorende voorschriften – die in het moederplan aan het voorliggende plangebied zijn gegeven, zijn leidend voor de (juridische) invulling van dit uitwerkingsplan. Het plangebied heeft in het moederplan de bestemming 'Wonen, uit te werken - UW - 'gekregen. Het bestemmingsplan is opgenomen in Bijlage 1.
Methodiek
Het uitwerkingsplan bestaat uit drie delen: de toelichting, de regels en een plankaart. De regels en de plankaart hebben een juridisch bindende status en moeten in samenhang worden bezien. De toelichting geeft uitleg over hetgeen in de regels en de plankaart is vastgelegd, en helpt bij de interpretatie hiervan. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de juridische opbouw van het plan.
Het uitwerkingsplan Andijk: Fruittuinen fase III en IV maakt, na inwerkingtreding, onderdeel uit van het bestemmingsplan 'De Fruittuinen'. De regels van het bestemmingsplan De Fruittuinen zijn dan ook onverminderd van toepassing op dit uitwerkingsplan. Er worden in voorliggend plan tevens enkele extra regels opgenomen ten opzichte van het moederplan.
Toelichting bestemmingen
In dit plan wordt gebruikgemaakt van bestemmingsvlakken. Het bestemmingsvlak geeft aan waar een bepaald gebruik is toegestaan. Het bouwvlak is een gebied dat op de verbeelding is aangegeven en waarvoor de mogelijkheden om gebouwen te bouwen in de regels zijn aangegeven. In dit plan komen de volgende bestemmingen voor:
Aanduidingen
Naast de bestemmingen bevat dit plan aanduidingen:
Voor de uitvoer van het bestemmingsplan dat ten grondslag ligt aan dit uitwerkingsplan heeft de gemeente Medemblik een samenwerkingsovereenkomst gesloten. De ontwikkeling van fase III en IV van De Fruittuinen is in handen van Scholtens Projecten BV uit Wognum. Hiermee wordt het plan financieel uitvoerbaar geacht.
Het uitwerkingsplan vormt een verdere uitwerking van het bestemmingsplan De Fruittuinen. De ontwikkeling van de nieuwe woonwijk is in dat bestemmingsplan reeds opgenomen. In het kader van het bestemmingsplan is inspraak op het voorontwerpbestemmingsplan mogelijk geweest en is het, gedurende de terinzagelegging van het plan, mogelijk geweest zienswijzen in te dienen. De zienswijzen die daarbij zijn ingediend hebben geleid tot aanleiding van het plan en een gewijzigde vaststelling.
De zienswijzen hebben niet geleid tot bezwaren in het kader van de goedkeuring door Gedeputeerde Staten of een beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het onderhavige uitwerkingsplan 'Andijk: Fruittuinen fase III en IV' doorloopt de wettelijke procedure uit de Wro (Wet ruimtelijke ordening) en zal gedurende zes weken ter inzage liggen en beschikbaar worden gesteld op www.ruimtelijkeplannen.nl. Van deze terinzagelegging wordt publiekelijk kennis gegeven in 'De Medemblikker'.
In de periode van de terinzagelegging is eenieder in de gelegenheid geweest om zijn of haar zienswijzen tegen het plan in te brengen. Er zijn geen zienswijzen ingediend op het ontwerp uitwerkingsplan.