direct naar inhoud van 5.6 Externe Veiligheid
Plan: Aalst
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0866.BP00142-0201

5.6 Externe Veiligheid

Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico's voor de omgeving vanwege handelingen met gevaarlijke stoffen. Binnen de gemeente Waalre is een 'Visie Externe Veiligheid' vastgesteld.5

De handelingen met gevaarlijke stoffen kunnen zowel betrekking hebben op het gebruik, de opslag en de productie, als op het transport van gevaarlijke stoffen. Uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de richtlijnen voor vervoer gevaarlijke stoffen vloeit de verplichting voort om in ruimtelijke plannen in te gaan op de risico's in het plangebied ten gevolge van handelingen met gevaarlijke stoffen. De risico's dienen te worden beoordeeld op twee maatstaven, te weten het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

Plaatsgebonden risico
Het plaatsgebonden risico beschrijft de kans per jaar dat een onbeschermd individu komt te overlijden door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het plaatsgebonden risico wordt uitgedrukt in risicocontouren rondom de risicobron (bedrijf, weg, spoorlijn etc.), waarbij de 10-6 contour (kans van één op 1 miljoen op overlijden) de maatgevende grenswaarde is.

Groepsrisico
Het groepsrisico beschrijft de kans dat een groep van 10 of meer personen gelijktijdig komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico geeft een indicatie van de maatschappelijke ontwrichting in geval van een ramp. Het groepsrisico wordt uitgedrukt in een grafiek, waarin de kans op overlijden van een bepaalde groep (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen) wordt afgezet tegen de kans daarop. Voor het groepsrisico geldt de oriëntatiewaarde als ijkpunt in de verantwoording (géén norm).

Voor elke verandering van het groepsrisico (af- of toename) in het invloedsgebied moet verantwoording worden afgelegd, over de wijze waarop de toelaatbaarheid van deze verandering in de besluitvorming is betrokken. Samen met de hoogte van groepsrisico moet andere kwalitatieve aspecten worden meegewogen in de beoordeling van het groepsrisico. Onder deze aspecten vallen zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. Onderdeel van deze verantwoording is overleg met (advies vragen aan) de regionale brandweer.

(Beperkt) kwetsbare objecten
Er moet getoetst worden aan het Bevi en de richtlijnen voor vervoer gevaarlijke stoffen wanneer in een bestemmingsplan (beperkt) kwetsbare objecten worden toegestaan. (Beperkt) kwetsbare objecten zijn o.a. woningen, scholen, ziekenhuizen, hotels, restaurants.

Gevolgen voor dit bestemmingsplan
In het kader van dit bestemmingsplan is beoordeeld of er in of in de nabijheid van het plan sprake is van risicovolle activiteiten (zoals Bevi-bedrijven, BRZO-bedrijven en transportroutes) of dat risicovolle activiteiten worden toegestaan.

Binnen het plangebied of de directe omgeving daarvan zijn de volgende elementen in het kader van de externe veiligheid van belang:

  • LPG-tankstation aan Burgemeester Mollaan 1;
  • transport van gevaarlijke stoffen over de A67 en de A76.

afbeelding "i_NL.IMRO.0866.BP00142-0201_0009.png"  

LPG-tankstation
Binnen de gemeente is één LPG-tankstation gelegen, aan de Burgemeester Mollaan 1. Op bovenstaande afbeelding is de PR 10-6 contour aangegeven. Daarnaast is het invloedsgebied van de LPG-inrichting opgenomen. Deze aspecten zijn niet op de verbeelding behorende bij dit bestemmingsplan opgenomen, omdat er binnen deze zones geen nieuwe ontwikkelingen kunnen plaatsvinden.

Transport gevaarlijke stoffen
De A2 en de A67 zijn snelwegen die zijn aangewezen als wegen waarover vervoer van gevaarlijke stoffen kan plaatsvinden. Beide wegen zijn tevens aangewezen als internationale verbindingsroutes. Op bovenstaande afbeelding zijn de volgende risicocontouren aangegeven: de plasbrandaandachtsgebieden (PAG's), de PR 10-6 contour en het invloedsgebied van de wegen zelf. Ook hierbij geldt dat deze gebieden niet op de verbeelding behorende bij dit bestemmingsplan zijn opgenomen, omdat er binnen deze zones geen nieuwe ontwikkelingen kunnen plaatsvinden.