direct naar inhoud van Artikel 3: Recreatie - Recreatiewoningen
Plan: Zandhuizen - Oldeberkoperweg 23 (Buitengoed De Vlegel)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0098.BPOLDEBERKOPERWG23-VA01

Artikel 3: Recreatie - Recreatiewoningen

3.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Recreatiewoningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. recreatiewoningen, met daarbij behorende bijgebouwen;
  • b. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;

met daaraan ondergeschikt:

  • a. voet- en fietspaden;
  • b. tuinen, erven en binnenterreinen;
  • c. op- en inritten;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. waterlopen en waterpartijen;
  • g. gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2. Bouwregels
3.2.1. Recreatiewoningen

Voor het bouwen van recreatiewoningen gelden de volgende regels:

  • a. het aantal recreatiewoningen mag niet meer dan 15 bedragen;
  • a. de recreatiewoningen moeten achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning c.q. het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • b. de onderlinge afstand tussen recreatiewoningen mag niet minder dan 4 m bedragen;
  • c. de oppervlakte van een recreatiewoning mag niet meer dan 80 m² bedragen;
  • d. de oppervlakte van een recreatiewoning mag niet minder dan 70 m2 bedragen, met dien verstande dat indien de oppervlakte minder is, de bouwhoogte van een recreatiewoning niet minder dan 5 m mag bedragen;
  • e. de goothoogte van een recreatiewoning mag niet meer dan 4 m bedragen ;
  • f. de bouwhoogte van een recreatiewoning mag niet meer dan 7 m bedragen.
3.2.2. Bijgebouwen bij recreatiewoningen

Voor het bouwen van bijgebouwen bij recreatiewoningen gelden de volgende regels:

  • a. per recreatiewoning mag niet meer dan 1 bijgebouw worden gebouwd;
  • b. de oppervlakte van een bijgebouw mag niet meer dan 10 m2 bedragen, met dien verstande dat indien de oppervlakte van een voor de bouw van één recreatiewoning bestemde kavel minder dan 450 m² bedraagt, het gezamenlijke bebouwde oppervlakte niet meer dan 80 m² mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een bijgebouw mag niet meer dan 3 m bedragen.
3.2.3. Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. een bedrijfswoning mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' worden gebouwd;
  • b. het aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan 1 bedragen;
  • c. de oppervlakte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 150 m² bedragen;
  • d. de goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 4 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 10 m bedragen.
3.2.4. Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen moeten ten minste 3 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning c.q. het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning mag niet meer dan 100 m² bedragen;
  • c. de goothoogte van een aan- of uitbouw mag ten hoogste gelijk zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning waaraan wordt gebouwd plus 0,25 m, met dien verstande dat de goothoogte van een aan- of uitbouw niet meer dan 4 m mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw moet ten minste 1 m lager zijn dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning, met dien verstande dat de bouwhoogte van een aan- of uitbouw ten hoogste 5,5 m mag bedragen;
  • e. de goothoogte van een bijgebouw mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een bijgebouw mag niet meer dan 5,5 m bedragen;
  • g. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer dan 3 m bedragen.
3.2.5. Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:

  • a. de inhoud van een gebouw mag niet meer dan 75 m³ bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m bedragen.
3.2.6. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. er zullen uitsluitend erf- en terreinafscheidingen behorende de bedrijfswoning worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel van de bedrijfswoning c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 10 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde vóór de naar de weg gekeerde gevel van de bedrijfswoning of het verlengde daarvan niet meer dan 5 m mag bedragen.
3.3. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van gebouwen, anders dan een bedrijfswoning, voor permanente bewoning.