De voor 'Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen, voet- en fietspaden, parkeerplaatsen, bermen, sloten en beplantingen, met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en andere werken.
b.
de hoogte van de andere bouwwerken mag niet meer dan 10 meter bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen, waarvan de hoogte niet meer dan 2 meter mag bedragen.