Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Uivermeertjes-zuid Ontzanding
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0225.BPdeeuivermeerzuid-1202

Artikel 5 Leiding - Hoogspanningsverbinding

5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Leiding - Hoogspanningsverbinding aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en de bescherming van de bovengrondse hoogspanningsleidingen.
5.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en), mogen op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken ten behoeve van de hoogspanningsverbinding worden gebouwd, met een maximale hoogte van 60 meter.
5.3 Afwijking van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5 lid 2 en toestaan dat mag worden gebouwd ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding en vooraf toestemming wordt verkregen van de betreffende leidingbeheerder. Een omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover geen veiligheidsrisico's ontstaan en de leidingen niet worden aangetast.
5.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk
5.4.1 Verbodsbepaling
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op of in de in artikel 5 lid 1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
a. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting of bomen;
b. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur hoger dan 2,5 m;
c. het opslaan van materialen of stoffen, die onder bepaalde omstandigheden gevaar van brand of explosie kunnen opleveren;
5.4.2 Uitzonderingen
Het in artikel 5 lid 4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning is verleend;
b. die ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
c. die het normale beheer en onderhoud van de leidingen betreffen.
5.4.3 Voorwaarden
De in artikel 5 lid 4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover door de werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de leidingen niet worden aangetast. Voorafgaand aan de beslissing over een vergunning als bedoeld in artikel 5 lid 4.1 moeten burgemeester en wethouderstoestemming hebben verkregen van de betrokken leidingbeheerder.