Voor dit bestemmingsplan is vooral het beleid ter bevordering van krachtige steden van belang. Binnen dit streven kiest het rijk voor voortzetting van het beleid van bundeling van verstedelijking en economische activiteit. Dit betekent dat nieuwe bebouwing grotendeels geconcentreerd tot stand komt, bij voorkeur in het bestaand bebouwd gebied. Het streven is erop gericht dat 40% van het totale uitbreidingsprogramma voor wonen en werken daar tot stand komt. De nieuwe bouwopgave dient daarnaast zoveel mogelijk gerealiseerd te worden in de bundelingsgebieden
Stedelijke regio’s). Het stedelijke gebied van de gemeente Geldrop-Mierlo maakt onderdeel uit van het bundelingsgebied Eindhoven-Helmond.
Locatiebeleid
Het locatiebeleid voor bedrijven was tot voor kort vooral gericht op het terugdringen van het autogebruik. In de Nota Ruimte krijgt het locatiebeleid een bredere doelstelling, namelijk een zodanige locatie voor bedrijven dat een optimale bijdrage wordt geleverd aan de vitaliteit van het stedelijke netwerk en het landelijke gebied. Naast de bereikbaarheid gaat het dan om economische ontwikkelingsmogelijkheden, ruimtelijke kwaliteit en de kwaliteit van de leefomgeving.
In het nieuwe locatiebeleid is het voornamelijk een taak van provincies en gemeenten om de afweging te maken tussen economie, bereikbaarheid en leefbaarheid. Voor dit bestemmingsplan zal dan ook vooral het provinciaal beleid bepalend zijn en in mindere mate het rijksbeleid.
Decentralisatie
In zijn ruimtelijke visie en doelstellingen gaat de Nota Ruimte uit van een dynamisch, op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid en een heldere verdeling van verantwoordelijkheden tussen rijk en decentrale overheden. Het rijk gaat daarbij minder ‘zorgen voor’ anderen en meer ‘zorgen dat’ anderen eigen afwegingen kunnen maken.