Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bedrijventerrein de Barrier. Geldrop
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1771.BPBEDRDEBARRIER-VP01

4.3 Regionaal beleid

Uitwerkingsplan/Regionaal Structuurplan Zuidoost-Brabant
Het streekplanbeleid voor de stedelijke regio Eindhoven-Helmond is uitge-werkt het ‘Regionaal Structuurplan 2005’ (RSP). Dit plan vormt een belang-rijk kader voor ruimtelijke ontwikkelingen in Geldrop-Mierlo en maakt on-derdeel uit van het provinciale toetsingskader, op grond waarvan ruimtelij-ke plannen en initiatieven van gemeenten worden beoordeeld.
 
Het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven heeft 7 december 2004 het RSP vastgesteld. Dit is op 8 maart 2005 als uitwerkingsplan van het streekplan door GS goedgekeurd. Met de vaststelling van dit RSP vervalt het RSP van 1997 als vigerend beleidsdocument.
De voornaamste opgave van het RSP is het op regionaal niveau aanwij-zen van geschikte locaties voor wonen en werken. Uitgangspunten zijn de lagenbenadering en concentratie van verstedelijking. Binnen het RSP is plangebied De Barrier aangeduid als ‘transformatie afweegbaar’. De aan-duiding transformatie afweegbaar geeft aan dat het transformeren van landelijk gebied naar stedelijk grondgebruik (wonen, werken, voorzienin-gen, stedelijk groen, al of niet in combinaties van meervoudig ruimtege-bruik) mogelijk is als dat nodig is om in de stedelijke ruimtebehoefte te voorzien. Voor bedrijvigheid is deze ruimtebehoefte in het RSP gepro-grammeerd op 2,5 hectare ten behoeve van bedrijvigheid voor de perio-de 2005-2010 (vermeld onder naam Bogardeind-Rijksweg A67).
Uitsnede plankaart Regionaal Structuurplan Eindhoven
  
Uitsnede plankaart Regionaal Structuurplan Eindhoven

 
Regionale Agenda Bedrijventerreinen (RAB)
De Regionale Agenda Bedrijventerreinen (RAB) is door het Samenwer-kingsverband Regio Eindhoven vastgesteld op 20 november 2008.
 
In de regio Eindhoven is besloten om voor bedrijventerreinen niet te kij-ken naar de activiteit die op de bedrijventerreinen zal plaatsvinden, maar naar de verschijningsvorm van de bedrijven die zich op het terrein zullen vestigen. Er wordt in dat kader een onderverdeling gemaakt in een func-tionele/traditionele, een gemiddelde en een hoogwaardige verschijnings-vorm. Het gaat hierbij om de uitstraling van de panden.
 
Vooral voor hoogwaardige bedrijfsruimtegebruikers geldt dat men bereid is om meer te besteden aan een hoogwaardige verschijningsvorm van de huisvesting. Voor de stedelijke regio wordt dit op 10 tot 15% van de tota-le vraag geschat.
 
De hoogwaardige vraag concentreert zich daarbij in de stedelijke regio. Immers, hier bevindt zich ook het centrum van (de activiteiten in het ka-der van) Brainport. De economische doorontwikkeling tot technologische topregio leidt namelijk tot een toename van bedrijven uit de reguliere sec-toren waarbij innovatie een steeds grotere rol gaat spelen. Deze bedrijven worden hierdoor steeds kennisintensiever en hoogwaardiger, qua activi-teiten en uitstraling.
 
Dit vraagt om een grotere verscheidenheid aan hoogwaardige bedrijfslo-caties in de regio Eindhoven. De locatie De Barrier sluit aan op deze ont-wikkeling. Door de goede ontsluiting naar de A2 en de directe nabijheid van Hightech Campus, geeft het een goede invulling voor de lokale be-hoefte om die aansluiting te zoeken.
 
Binnen de gemeente Geldrop-Mierlo is nauwelijks ruimte voor deze hoog-waardige categorie en met het ontwikkelen van De Barrier, zal aan die be-hoefte van 10-15% tegemoet worden gekomen.
 
Relatie Regionale BedrijventerreinenVisie (RBV) en Regionaal Struc-tuurPlan (RSP)/Uitwerkingsplan (UP)
In het RSP is op basis van een programma (behoefteraming) een ruimte-lijk kader bepaald (bedrijventerreinlocaties zijn aangeduid op kaart) en er is een aantal beleidsuitgangspunten geformuleerd. De ruimtelijke keuzes uit het RSP zijn leidend. Het RSP is als uitgangspunt genomen voor de Regionale Agenda Bedrijventerreinen (RAB/RBV).
 
Zo borduurt de RAB onder andere nadrukkelijk voort op het RSP instru-ment ‘subregionaal ruimtebudget’. De vorig jaar bijgestelde landelijke en provinciale ramingen hebben de regio genoodzaakt tot een herijking van de ruimtebehoefte. Geconstateerd is dat deze herijking in grote lijnen de RSP raming benaderd, en dat de omvang van de harde/zachte plannen (op de RSP kaart) voldoende is om de behoefte te dekken; voorts geeft de RBV een geactualiseerde fasering. Met betrekking tot de logistiek en de grootschalige ruimtevraag is nader onderzoek gewenst. Dit wordt opge-pakt in de uitvoeringsagenda's van de RBV.
 
Ook sluit het RBV aan op de regionale agenda voor wat betreft de ver-sterking van de onderlinge samenwerking, de versterking van het vesti-gingsklimaat en de ambitie voor unieke werklandschappen, passend bij het profiel van Brainport
 
Reconstructieplan Boven-Dommel (Provincie Noord-Brabant)
Op 29 juli 2005 zijn de Brabantse reconstructieplannen in werking getre-den. In de plannen wordt de toekomst van het Brabantse platteland vormgegeven. In Noord-Brabant zijn er voor zeven gebieden reconstruc-tieplannen van kracht. De gemeente Geldrop-Mierlo is gelegen in twee reconstructiegebieden, te weten Boven-Dommel (Geldrop) en De Peel (Mierlo).
 
De reconstructieplannen bevatten doelstellingen op het gebied van land-bouw, natuur, landschap, water, economie en leefbaarheid. Er zijn ook maatregelen uitgewerkt waarmee die doelstellingen bereikt kunnen wor-den. De meeste doelstellingen hebben geen betrekking op de kernen in de stedelijke gebieden.
 
Uitsnede plankaart Reconstructieplan Boven-Dommel
 
Uitsnede plankaart Reconstructieplan Boven-Dommel
 
  1. Vanuit de reconstructieplannen werkt een drietal zaken op basis van arti-kel 27 van de Reconstructiewet concentratiegebieden planologisch door naar de gemeentelijke bestemmingsplannen.
    Bij de herziening van deze bestemmingsplannen dienen deze zaken te worden opgenomen:
    De integrale zonering: een verdeling in gebieden waar landbouw voor-rang krijgt (landbouwontwikkelingsgebieden), gebieden waar de na-tuur voorrang krijgt (extensiveringsgebieden) en gebieden waar ver-schillende functies naast elkaar bestaan (verwevingsgebied). Deze in-deling heeft gevolgen voor bijvoorbeeld vestiging of uitbreiding van intensieve veehouderijen. Deze zonering heeft geen effect op de be-bouwde kom.
  2.  Concreet begrensde waterbergingsgebieden: dit zijn reeds bestaande of begrensde waterbergingsgebieden. Deze zijn op een aantal na allen gelegen in het buitengebied. In deze gebieden is op basis van het be-treffende reconstructieplan een aanlegvergunningenstelsel van kracht.
  3. Natte natuurparels, inclusief een beschermingszone van ongeveer 500 m. Dit zijn van nature natte natuurgebieden, die te kampen hebben met verdroging. Rondom deze gebieden zijn beschermingszones be-grensd. In deze gebieden is op basis van het betreffende reconstruc-tieplan een aanlegvergunningenstelsel van kracht.
Genoemde aspecten onder punt 3 zijn van toepassing op het plangebied van onderhavig bestemmingsplan. Langs het beekdal van de Dommel is een beschermingszone aangegeven die zich over het plangebied uitstrekt. In deze zone zal bij het behoud van agrarisch gebruik een aanlegvergun-ningenstelsel van kracht zijn. Bij verstedelijking ligt hier een opgave om op het gebied van de waterhuishouding maatregelen te treffen die voor-komen dat de ontwikkeling negatieve effecten heeft op de natuurkwalitei-ten van de natte natuurparel. Uit de watertoets die hierna aan de orde komt zal blijken om welke maatregelen het gaat.