Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bedrijventerrein de Barrier. Geldrop
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1771.BPBEDRDEBARRIER-VP01

5.8 Kabels en leidingen

Er bevindt zich buiten het plangebied een gasleiding. Deze is gelegen ten westen van het spoor. Uit onderstaande onderbouwing blijkt dat deze leiding niet van invloed is op de geplande ruimtelijke ontwikkelingen. Voor de volledigheid wordt verwezen naar de separate bijlage 2.
 
Vigerende wetgeving
De leiding is getoetst aan de Circulaire ‘Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen’ (1984). Uit deze toets blijkt dat de aardgasleiding voor de ontwikkeling van het plangebied niet relevant is. De circulaire stelt:
  • dat de aard van de bebouwing binnen een afstand van 30 meter (toetsingsafstand) dient te worden nagegegaan;
  • dat er een bebouwingsafstand van 4 meter geldt tot beperkt kwetsbare objecten;
  • dat er een bebouwingsafstand van 14 meter geldt tot kwetsbare objecten.
Het plangebied ligt buiten deze afstanden.
 
Toekomstige wetgeving
Het Ministerie van VROM heeft aanbevolen om geen nieuwbouw van kwetsbare objecten toe te staan binnen de grenswaarde-contour voor het plaatsgebonden risico (PR10-6-contour). Deze aanbeveling is van kracht in de vorm van interim beleid. De aanbeveling is geldig totdat nieuwe (risico-) wetgeving voor buisleidingen met gevaarlijke stoffen van kracht wordt.
De Gasunie heeft vermeld dat voor de betreffende leiding het plaatsgebonden risico aan weerszijden van de leiding lager is dan 10-6 per jaar.
In de toekomst moet - naast een afweging van bovengenoemd plaatsgebonden risico - een afweging van het groepsrisico plaatsvinden. Voor welk invloedsgebied dat nodig is, is op dit moment nog niet bekend.
 
De Gasunie heeft voor de leiding de verschillende effectgebieden vermeld:
  • LC100 = 70 meter
  • LC01 = 140 meter.
Het plangebied valt deels binnen het gebied waarin 100% van de aanwezigen overlijdt (LC100) als een breuk in de leiding gevolgd wordt door ontsteking van het vrijkomende gas. Naar verwachting wordt voor dit deel een verantwoording van het groepsrisico verplicht.
 
De hoogte van het groepsrisico is vermoedelijk lager dan de oriëntatiewaarde. De reden hiervoor is dat
  • Bij een PR10-6 op de leiding in de praktijk –volgens de Gasunie- lage groepsrisico’s worden berekend.
  • De aanwezige bebouwing aan weerszijden van ongeveer 1 kilometer van het te beoordelen tracé zeer laag is (buitengebied).
De afweging van het groepsrisico als gevolg van de aardgasleiding is daarmee ondergeschikt aan die als gevolg van het spoor.