direct naar inhoud van Artikel 4 Natuur
Plan: Bestemmingsplan buitengebied partiële herziening Koppelboerweg 18 te De Lutte
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0168.001BP0005PH10-0301

Artikel 4 Natuur

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ´Natuur´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. natuur, bosbouw en houtproductie;
  • b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke waarden;
  • c. de bescherming van de gebieden Dinkelland en Landgoederen Oldenzaal (Natura 2000) en het voorkomen van significant negatieve aantasting van de natuurlijke kenmerken van deze gebieden;
  • d. cultuurgrond, waarbij het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden, zoals houtwallen, houtsingels en bosschages, worden nagestreefd;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. extensieve dagrecreatie;
  • f. bijenkasten;

met daarbij behorende:

  • g. gebouwen ten behoeve van het beheer en onderhoud van bos- en natuurgebieden;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • i. voet- en fietspaden, alsmede overige infrastructurele voorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder waterberging;
  • l. sloten, beken, poelen en daarmee gelijk te stellen water.
4.2 Bouwregels

Op de tot 'Natuur' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

4.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte aan gebouwen bedraagt niet meer dan de bestaande oppervlakte;
  • b. de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt ten minste 5 m, dan wel de bestaande afstand indien deze minder is;
  • c. de maatvoering van een gebouw of een overkapping voldoet aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:

Functie van een gebouw   Maximale oppervlakte / inhoud   Goothoogte in m   Dakhelling in °   Hoogte in m  
  per gebouw   gezamelijk   max.   min.   max.   max.  
Gebouw   -   -   6   20   60   10  
Overkapping bij gebouw   -   -   6   -   60   10  
4.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van een bijenstal bedraagt niet meer dan 10 m2, terwijl de hoogte ten hoogste 2 m bedraagt;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 5 m.
4.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan de productiegebonden detailhandel;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van grondgebonden agrarische bedrijfsactiviteiten, anders dan ten behoeve van natuurbeheer;
  • d. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten, met uitzondering van tijdelijke opslag van landbouwproducten, niet zijnde mest (maximaal zes maanden per jaar);
  • e. het scheuren, het omzetten en/of anderszins ingrijpend wijzigen van gronden ten behoeve van een permanent ander gebruik;
  • f. het aanleggen van drainage.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het af- en/of vergraven van gronden;
    • 2. het verwijderen van bomen en/of houtgewas, alsmede de verwijdering van bodem- en oevervegetaties;
    • 3. het aanplanten van bomen en/of houtgewas;
    • 4. het graven, baggeren en/of verdiepen en verbreden van beken, plassen, sloten en/of andere watergangen en/of -partijen;
    • 5. het dempen van beken, sloten en/of andere watergangen en/of -partijen;
    • 6. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    • 7. het aanleggen van fiets- en voetpaden;
    • 8. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van extensieve dagrecreatie;
    • 9. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
  • b. Het onder a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
    • 1. het normale (en planmatig) onderhoud betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan.
  • c. De in lid 4.4, sub a genoemde vergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke, de natuurlijke, de geomorfologische, cultuurhistorische en de archeologische waarden en er geen significant negatieve aantasting plaatsvindt van de gebieden de Natura 2000-gebieden 'Dinkelland' en 'Landgoederen Oldenzaal'.
  • d. Voor de in lid 4.4, sub a, onder 1 tot en met 5 genoemde activiteiten zullen uitsluitend vergunningen worden verleend als de activiteiten worden uitgevoerd in het kader van natuurbeheer.
  • e. Indien de vergunning gevolgen kan hebben voor de waterhuishouding, wordt de aanvraag voor de omgevingsvergunning voorgelegd aan het waterschap met het verzoek de aanvraag te voorzien van een deskundigenadvies.