Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Goormatenweg 6
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0168.01BP0005PH04-0401

3.7 Flora en fauna

 
De aanleiding van de uitgevoerde ecologische quickscan wordt gevormd door de voorgenomen herontwikkeling van het plangebied. Met de herontwikkeling van het plangebied zal een deel van de gebouwen worden gesloopt en nieuwbouw worden gepleegd. Het huidige hoofdgebouw zal in oorspronkelijke staat hersteld worden. Bijbehorend erf zal worden ingericht als (show)tuin.
 
Doelstelling van de ecologische quickscan is om de ecologische aspecten van de voorgenomen werkzaamheden te toetsen aan de huidige wetgeving voor het plangebied in Overdinkel. Door middel van een ecologische quickscan wordt een uitspraak gedaan over de aanwezige en te verwachten natuurwaarden in het plangebied en de te verwachten effecten op deze natuurwaarden middels een beperkte onderzoeksinspanning. Indien de natuurwaarden en/of de effecten niet goed kunnen worden ingeschat middels de quickscan, kan het noodzakelijk zijn een (uitgebreid) ecologisch onderzoek uit te (laten) voeren.
 
Het plangebied betreft een perceel in het buitengebied van Overdinkel,gemeente Losser. Dit perceel betreft het terrein van de voormalige Zoekerschool. Het terrein wordt gescheiden van weilanden en een akker door houtsingels, deze singels vallen buiten het plangebied. Aan de straatzijde wordt het terrein ingesloten door de bouwblokken van de buren. Het totale perceel is circa 0,5 hectare groot, het plangebied ongeveer 1500 m2.
 
Met de herontwikkeling van het terrein wordt de oude Zoekerschool in oude staat hersteld. De omliggende bebouwing wordt gesloopt en het bijbehorende, verharde, erf zal worden ingericht als tuin. Tevens zal een nieuwe schuur worden gebouwd op de plaats van de huidige bijgebouwen.
 
De projectlocatie grenst aan een Natura2000-gebied. De bestaande natuur blijft gehandhaafd en zal op onderdelen zelfs versterkt worden met gebiedseigen planten.
De onderstaande afbeelding laat de projectlocatie zien in relatie tot de Natura 2000-gebieden.
   
Fragment Natura 2000-gebieden provincie Overijssel
 
Vanwege de ligging, dicht bij een Natura2000-gebied, is een flora en fauna onderzoek uitgevoerd door Koenders & Partners adviseurs en procesmanagers bv te Lopik. Uit het rapport van 15 juni 2010 (kenmerk 100439) is naar voren gekomen dat het plangebied voor wat betreft de gebiedsbescherming grenst aan Natura 2000-gebied “Dinkelland” en de overlappende EHS. Gezien de aard van de voorgenomen werkzaamheden en het verschil in habitat zijn effecten op het aangrenzende natuurgebied niet aannemelijk. De werkzaamheden zullen vanaf de wegzijde van het terrein worden uitgevoerd, waardoor alleen sterk gecultiveerd terrein beïnvloed zal worden Bovendien is de eigenaar van plan om de singels om het plangebied te versterken met gebiedseigen beplanting, dit wil hij doen in samenspraak met een plaatselijke natuurorganisatie.
 
In de volgende afbeelding is het onderzoeksgebied weergegeven. 
 
 
Onderzoeksgebied flora en fauna (bron: Ecologische quickscan Goormatenweg 6 van Koenders & Partners adviseurs en procesmanagers bv)
 
Met betrekking tot de soortbescherming is geconcludeerd dat in het plangebied geen beschermde vleermuizen-, planten-, vissen- of insectensoorten zijn waargenomen en deze worden ook niet verwacht. Wel worden algemene zoogdier- en amfibieënsoorten verwacht, deze vallen onder tabel-1 van de Flora- en faunawet.
 
Flora- en faunawet
De voorgenomen herontwikkeling van het plangebied valt onder ‘ruimtelijk ontwikkeling’. Voor de (vermoedelijk) aanwezige zoogdier- en amfibieënsoorten (allen tabel-1) is een algehele vrijstelling op het aanvragen van een ontheffing op de Flora- en faunawet.
 
Vogels
In het plangebied zijn geen (broed)vogels waargenomen, ook worden deze hier niet verwacht. Net buiten het plangebied zijn echter wel broedvogels waargenomen. Het verstoren van broedvogels en/of het vernietigen en beschadigen van hun nesten is niet toegestaan; hiertoe wordt geen ontheffing verleend. Wij adviseren om het eventuele werkzaamheden in de buurt van de houtsingels buiten het broedseizoen uit te voeren, voor het broedseizoen wordt in de regel de periode van 15 maart tot 15 juli aangehouden.
 
Mitigatie en compensatie
Het uitgangspunt is het zo veel mogelijk voorkómen en beperken van schade aan te beschermen natuurwaarden, waardoor de noodzaak tot mitigerende (verzachtende) en compenserende maatregelen zoveel mogelijk wordt verkleind. De volgende maatregelen worden in het kader van mitigatie aangeraden:
  • de werkzaamheden tussen zonsopgang en zonsondergang plaats te laten vinden;
  • het laten branden van lichten op de locatie na zonsondergang zoveel mogelijk te vermijden;
  • eventuele werkzaamheden in de buurt van de houtsingels buiten het broedseizoen uit te voeren, voor het broedseizoen wordt in de regel de periode van 15 maart tot 15 juli aangehouden;
  • tijdens de werkzaamheden alert te zijn op het voorkomen van (beschermde) dieren op het bouwterrein;
  • indien nodig dieren voorzichtig van het terrein te verwijderen (liever verjagen dan vangen) en indien deze zijn gevangen op een geschikte plek los te laten;
  • waar noodzakelijk dient de hulp van een deskundige te worden ingeroepen;
  • indien het beschermde soorten betreft, dient altijd het advies van een deskundige te worden ingewonnen.
Zorgplicht
Naast de regelingen omtrent (streng) beschermde soorten, is in de Flora- en faunawet ook een algehele zorgplicht opgenomen. De zorgplicht geldt te allen tijde en voor alle flora en fauna, ongeacht eventuele beschermingsstatus en verkregen ontheffingen De zorgplicht stelt dat ‘iedereen, indien redelijkerwijs mogelijk, voldoende zorg in acht moet nemen voor alle planten en dieren en hun leefomgeving’.
 
Met in achtneming van de zorgplicht en het broedseizoen voor vogels, vormen de uitkomsten van het onderzoek geen belemmering voor de uitvoering van het project.