direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: bestemmingsplan Losser dorp, partiële herziening Oldenzaalsestraat-Lutterstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0168.01BP001PH08-0401

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;

met de daarbij behorende:

  • b. gebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. tuinen en erven;
  • e. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. (ondergrondse)parkeervoorzieningen, met dien verstande dat een inritconstructie ter ontsluiting van een parkeerkelder uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - inritconstructie' is toegestaan;
  • g. voorzieningen ten behoeve van de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw wordt vrijstaand gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding ‘gestapeld’ zijn gestapelde woningen toegestaan;
  • d. het aantal woningen bedraagt niet meer dan 15;
  • e. de breedte van een vrijstaand hoofdgebouw bedraagt niet minder dan 6 m;
  • f. ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte' bedraagt de bouwhoogte niet meer dan de ter plaatse aangegeven bouwhoogte;
  • g. in afwijking van het bepaalde in lid 4.2.1, sub a, geldt voor erkers, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen, over maximaal de helft van de gevelbreedte, dat de bouwgrens met niet meer dan 1,5 m mag worden overschreden, mits:
    • 1. de afstand tussen de bebouwing en een trottoir minimaal 3 m bedraagt;
    • 2. de afstand tussen de bebouwing en de weg minimaal 5 m bedraagt;
    • 3. de afstand tussen een erker en de zijdelingse perceelgrens minimaal 2 m bedraagt;
    • 4. de inhoud van een erker niet meer dan 50 m³ bedraagt;
    • 5. de hoogte van een erker, gemeten vanaf het aansluitende terrein, niet meer dan 3,25 m bedraagt.

4.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Binnen deze bestemming mogen bijbehorende bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte' bedraagt de bouwhoogte niet meer dan de ter plaatse aangegeven bouwhoogte;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van alle bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 125 m²;
  • c. de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken die op het gedeelte van het bouwperceel zijn of worden gebouwd, waar het hoofdgebouw nog volgens het bepaalde in artikel 4.2.1 als hoofdgebouw vergroot kan worden, wordt niet gerekend tot de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken.

4.2.3 Inritconstructie ten behoeve van parkeerkelder

Voor het bouwen van een inritconstructie ten behoeve van een parkeerkelder geldt de volgende regel:

  • a. een inritconstructie ter ontsluiting van een parkeerkelder is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - inritconstructie'.

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. indien bouwwerken, geen gebouwen zijnde, vóór de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht, bedraagt de bouwhoogte niet meer dan 1 m;
  • b. in overige gevallen bedraagt de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder g voor het vergroten van de breedte van een erker voor de voorgevel van het hoofdgebouw tot twee derde van de gevelbreedte;

4.3.2 Afwegingskader

De in lid 4.3.1 genoemde omgevingsvergunningen worden slechts verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van de woning voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsactiviteit.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijkingsbevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.4 voor een aan huis verbonden beroep of bedrijf, mits:

  • a. de bedrijfsmatige activiteiten geen ernstige hinder opleveren voor het woonmilieu dan wel afbreuk wordt gedaan aan het woonkarakter in de buurt;
  • b. het uiterlijk aanzien van de woning niet wordt aangetast en er, in samenhang daarmee, geen omgevingsvergunningsvrije reclameborden worden geplaatst;
  • c. het medegebruik van de woning bestemd voor de bedrijfsactiviteiten beperkt blijft tot maximaal 30% van de inhoud van de woning, met een maximum van 50 m²;
  • d. er geen detailhandels-, horeca- en/of prostitutieactiviteiten plaatsvinden;
  • e. er een directe relatie bestaat tussen het beroep en de (hoofd)bewoner van de woning;
  • f. er geen onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte ontstaat.

4.5.2 Afwegingskader

De in 4.5.1 lid a tot en met c genoemde omgevingsvergunningen worden slechts verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.