direct naar inhoud van 2.7 Gemeentelijk beleid
Plan: Buitengebied, partiële herziening Rotermansweg 4 te Overdinkel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0168.01BP005PH03-0401

2.7 Gemeentelijk beleid

2.7.1 Beleidsnota Nevenfuncties op het agrarisch bedrijf

De beleidsnota "Nevenfuncties op het agrarisch bedrijf" voorziet in de afweging of in aanvulling op de bestaande agrarische bedrijfsvoering andere functies kunnen worden toegestaan en welke dat zouden kunnen zijn. Aangezien het bestaande agrarisch bedrijf intact blijft, is hierbij sprake van nevenfuncties.

Door verschillende ontwikkelingen staan de inkomens in de landbouw onder druk. Hierdoor bestaat bij agrariërs vaker de wens om naast de toegestane bedrijfsactiviteiten andere werkzaamheden te mogen uitvoeren. Ter verbetering van de bedrijfseconomische basis voor agrarische bedrijven is het gewenst om de bedrijven meer mogelijkheden te bieden om aanvullende inkomsten te verwerven. Dit kan tevens bijdragen aan verbetering van de leefbaarheid en de ontwikkeling van het recreatief medegebruik van het buitengebied. De beleidsnota geeft het kader aan waarbinnen op een adequate en flexibele wijze op een aantal maatschappelijke/economische ontwikkelingen kan worden ingespeeld.

Voor het ontwikkelen van nevenactiviteiten op het agrarisch bedrijf is een aantal algemene uitgangspunten geformuleerd. Tevens is een onderscheid gemaakt in de categorieën nevenactiviteiten. Voor de loon- en grondverzet activiteiten is sprake van de categorie "Agrarisch aanverwante bedrijven" met daarbij agrarische hulpbedrijven. Deze bedrijven hebben een bepaalde binding met agrarische bedrijven, maar een vestiging in het buitengebied is voor de uitvoering van hun werkzaamheden niet noodzakelijk. De genoemde bedrijven kunnen verkeer aantrekken. De vestiging van deze bedrijven wordt uitgesloten om verdere (niet-functionele) verstening van het buitengebied te voorkomen.

Voor het gebied "Agrarisch gebied met landschappelijke waarde" dient extra aandacht te worden besteed aan de mogelijkheden om de bestaande ruimtelijke kwaliteit van het agrarische erf en de landschappelijke inpassing daarvan in de omgeving te verbeteren.

Bij de voorgenomen ontwikkeling is geen sprake van nieuwvestiging van een bedrijf als nevenactiviteit. De bestaande activiteiten worden juridisch-planologisch geregeld. Derhalve leidt de beleidsnota niet tot belemmeringen voor de voorgenomen ontwikkeling.