direct naar inhoud van Artikel 7 Algemene afwijkingsregels
Plan: Overdinkel, partiële herziening Willem Gamestraat
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0168.03BP0003PH02-0201

Artikel 7 Algemene afwijkingsregels

7.1

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. de in het plan gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  • b. het bepaalde in het plan voor een geringe aanpassing van het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
  • c. het bepaalde in het plan voor een aanpassing aan de werkelijke afmetingen van het terrein, mits de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de afwijking gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het plan;
  • d. het bepaalde in het plan voor een verhoging van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot niet meer dan 10 m;
  • e. het bepaalde in het plan voor een overschrijding van de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde door:
    1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
    2. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
    3. erkers, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen, over maximaal de halve gevelbreedte;
    mits:
    - de bouwgrens met niet meer dan 1,5 m wordt overschreden;
    - de afstand tussen de bebouwing en een trottoir minimaal 3 m bedraagt;
    - de afstand tussen de bebouwing en de weg minimaal 5 m bedraagt;
    - de afstand tussen een erker en de zijdelingse perceelgrens minimaal 2 m bedraagt;
    - de inhoud van een erker niet meer dan 50 m3 bedraagt;
    - de hoogte van een erker, gemeten vanaf het aansluitende terrein, niet meer dan 3,25 m bedraagt.
  • f. het bepaalde in het plan voor een verhoging van de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen.
7.2

De onder 7.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.