direct naar inhoud van 4.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Plechelmusstraat 10
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0168.03BP001PH01-0301

4.3 Gemeentelijk beleid

4.3.1 Dorpsvisie Kern De Lutte

Deze Dorpsvisie betreft een dorpsontwikkelingsplan (DOP) van De Lutte (gemeente Losser). Het dorpsontwikkelingsplan omvat een praktische agenda voor de middellange termijn met daarin de wensen vanuit het dorp zelf teneinde De Lutte sociaal, economisch en ruimtelijk leefbaar en vitaal te houden.

Het moet een leefbaar dorp worden en blijven, met een evenwichtige bevolkingsopbouw. Voldoende woningaanbod van het juiste woningtype, op de juiste locatie, op het juiste tijdstip is daarvoor van groots belang. Voor starters (of alleenstaanden) wordt ingezet op goedkope koopwoningen, huurwoningen en appartementen. Voor ouderen wordt ingezet op grondgebonden woningen in één bouwlaag. Om de levendigheid te behouden is het noodzakelijk om de doelgroepen te mixen en te spreiden over de kern. Op korte termijn moet er ingezet worden op het benutten van inbreidingslocaties.

Werkgelegenheid is belangrijk voor de levendigheid van de kern en de sociale binding van de bewoners. Er wordt met name ingezet op behoud van de werkgelegenheid. Grootschalige bedrijvigheid is daarbij niet wenselijk, juist op het gebied van voorzieningen, detailhandel, ambachtelijke bedrijvigheid en horeca kunnen aanvullende mogelijkheden gecreëerd worden. Het is wenselijk daarbij de nadruk te leggen op het toeristisch recreatief profiel.

In het centrum van De Lutte zijn zowel maatschappelijke als commerciële voorzieningen aanwezig. Om het centrum van De Lutte levendig te houden wordt ingezet op behoud van deze voorzieningen in het centrum en langs de Dorpsstraat.

Op deze inbreidingslocatie zal met dit plan de bestaande voorzieningen worden uitgebreid, hetgeen de leefbaarheid van het dorp ten goede komt en de toeristische aantrekkelijkheid vergroot. Het plan biedt verder mogelijkheid voor niet grondgebonden woningen, welke vooral aantrekkelijk zijn starters en alleenstaanden. Dit komt overeen met een deel van de beoogde doelgroep waarop in de dorpsvisie wordt gemikt.

Geconcludeerd kan worden dat het plan goed bij de dorpsvisie aansluit.

4.3.2 Woonvisie 2008-2015

De gemeentelijke woonvisie beschrijft het beleid van de gemeente Losser op het gebied van wonen. Het beleid is gericht op het krijgen van een sterke positie als woongemeente in de regio Twente. Het (voorheen) geldende bestemmingsplan stond wonen in het plangebied reeds toe en met dit bestemmingsplan worden deze mogelijkheden niet verruimd.

Het plan past op dit aspect binnen het gemeentelijk beleid.

4.3.3 Welstandsnota

De "Welstandsnota Gemeente Losser" (2004) behandelt het gemeentelijke beleid ten aanzien van het welstandstoezicht in de gemeente. In de gemeente Losser wordt het welstandsbeleid grotendeels gevoerd op grond van gebiedsgerichte criteria wat kortweg inhoudt dat een gebouw qua vormgeving, richting en materiaalgebruik moet aansluiten bij de directe omgeving. Het onderhavige plan valt binnen het gebied "De Lutte invalswegen". Voor dat gebied gelden de volgende sneltoetscriteria:

Situering

  • 1. De situering van de gebouwen dient overwegend naar de weg te zijn gericht en afgestemd te worden op de plaatselijke situatie.
  • 2. De bebouwing dient zich met één van de representatieve zijde naar de weg te richten.
  • 3. Aan de rand van het buitengebied dient de bebouwing zo geplaatst te worden dat de visuele relatie met het buitengebied niet wordt verstoord.
  • 4. Bijgebouwen dienen zodanig te zijn gesitueerd dat zij ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw.

Vormgeving

  • 1. De bebouwing kan in stijl onderling variëren maar dient afgestemd te worden op de bebouwingskarakteristieken van de directe omgeving zoals in de gebiedsbeschrijving beschreven.
  • 2. Langs de Bentheimerstraat is grootschaliger nieuwbouw mogelijk mits deze voldoen aan de criteria voor architectonische kwaliteit zoals verwoord in paragraaf 6.2.
  • 3. Aan de randen van het dorp dient de bebouwing te worden ingepast in de landelijke omgeving. Dat betekent een lage goot en een eenvoudige hoofdvorm.
  • 4. Verschillende dakvormen zijn toegestaan mits ze aansluiten bij de bebouwingskarakteristieken.
  • 5. Bij nieuwbouw dient te worden gestreefd naar kleinschaligheid en een gevarieerd straatbeeld.
  • 6. Een aanbouw mag niet dominant zijn ten opzichte van het hoofdgebouw. Hij moet bovendien qua vorm goed aansluiten op de bestaande bouw.
  • 7. Uitbreidingen en wijzigingen aan de voorgevel dienen goed aan te sluiten bij de architectuur van het pand en te passen in het geheel.
  • 8. De plaats en afmetingen van raam en deuropeningen in de gevels dienen op elkaar en het gebouw afgestemd te worden.

Detaillering

  • 1. Diverse kleuren en materialen zijn toegestaan mits deze harmoniëren met de directe omgeving.
  • 2. In de kern dient gestreefd te worden naar herstellen van de oorspronkelijke architectuur van gebouwen indien deze is aangetast door luifels of reclame.
  • 3. Bij aanbouwen en verbouwingen dient de detaillering aan te sluiten bij de bestaande detaillering.
  • 4. Aan de randen met het buitengebied dienen geen grote vlakken met lichte kleuren of glimmende materialen te worden toegepast.

Het plan zal aan voornoemde sneltoetscriteria en redelijke eisen van welstand voldoen.