direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijfsdoeleinden
Plan: Dorpsstraat 58
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0168.03BP001PH02-0201

Artikel 3 Bedrijfsdoeleinden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor bedrijfsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de lijst van bedrijven, die als bijlage 1 bij deze voorschriften is gevoegd, alsmede, voor zover de gronden zijn voorzien van de aanduiding:

  • a. huidige bedrijfsactiviteit toegestaan, voor bedrijven als genoemd in bijlage 2 bij deze voorschriften;
  • b. dienst-/bedrijfswoning toegestaan, voor een bedrijfswoning.

een en ander met uitzondering van inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, zoals dit besluit luidt op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan en met uitzondering van detailhandel, met daarbijbehorende gebouwen, andere-bouwwerken, tuinen, erven, terreinen en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat de oppervlakte van het bouwperceel niet meer dan 1.500 m2 mag bedragen en bij de met afwijkende perceelsoppervlakte toegestaan aangeduide gronden niet meer dan 2.000 m2.

3.2 Bouwvoorschriften

Op de tot bedrijfsdoeleinden bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat:

3.2.1 voor gebouwen de volgende bepalingen gelden:
  • a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goot- en/of bouwhoogte mag niet meer dan de op de plankaart in het bouwvlak aangegeven goot- en/of bouwhoogte bedragen;
  • c. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 2,50 m bedragen;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a tot en met d geldt dat afwijkingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden;
3.2.2 voor bedrijfswoningen bovendien de volgende bepalingen gelden:
  • a. op de met dienst-/bedrijfswoning toegestaan aangeduide gronden mag niet meer dan één bedrijfswoning worden gebouwd;
  • b. de inhoud mag niet meer dan 600 m3 bedragen;
  • c. voor niet-inpandige bedrijfswoningen:
  • d. de goothoogte mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • e. de dakhelling mag niet meer dan 60o bedragen;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder a tot en met c geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden;
3.2.3 voor aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden in aanvulling op of in afwijking van het bepaalde in 3.2.1 de volgende bepalingen:
  • a. de afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 4 m bedragen;
  • b. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 1 m bedragen, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer dan 65 m2 bedragen;
  • d. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer bedragen dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw, verminderd met 1 m;
3.2.4 voor andere-bouwwerken de volgende bepalingen gelden:
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,50 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige andere-bouwwerken mag niet meer dan 6 m bedragen.
3.3 Afwijken van het bestemmingsplan
3.3.1 Burgemeester en wethouders kunnen middels omgevingsvergunning afwijken van:
3.3.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De in Burgemeester en wethouders kunnen middels omgevingsvergunning afwijken van: genoemde mogelijkheden tot af worden slechts verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid.
3.4 Wijzigingsbevoegdheid
3.4.1 Burgemeester en wethouders kunnen met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan wijzigen, in die zin dat:
  • a. aanduidingen met betrekking tot de functie van de verbeelding worden verwijderd dan wel worden gewijzigd;
  • b. de bestemming wordt gewijzigd in de bestemmingen woondoeleinden en/of woongebouwen en/of tuin en/of maatschappelijke doeleinden en/of centrumdoeleinden, met dien verstande dat de in het "bestemmingsplan De Lutte" (welke 20 mei 2008 onherroepelijk is geworden) bij die bestemming(en) genoemde voorschriften van overeenkomstige toepassing zijn,

en dat:

  • voor het bouwen van gebouwen geldt dat de goothoogte niet meer mag bedragen dan 6 m;
  • per bouwperceel het aantal te bouwen woningen niet meer dan 6 mag bedragen,

en:

  • mits de geluidbelasting vanwege het wegverkeer niet hoger is dan de voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde;
  • mits inzicht bestaat in de bodemkwaliteit;
  • mits de ontwikkeling in overeenstemming is met het gemeentelijk woonbeleid;
  • mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
  • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • 2. de woonsituatie;
  • 3. de verkeersveiligheid;
  • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • 5. de milieusituatie.