Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Gronausestraat 36-38
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0168.04BP0001PH02-0401

Artikel 3 Tuin

3.1     Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor tuin behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, alsmede voor zover de gronden zijn voorzien van de aanduiding bebouwing toegestaan voor een bijgebouw, met daarbijbehorende andere-bouwwerken, erven en parkeervoorzieningen.

3.2     Bouwregels

Op de tot tuin bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

3.2.1    Andere-bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat de hoogte niet meer dan 1 meter mag bedragen;

3.2.2    Erkers, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen, ten dienste van de aangrenzende bestemming woondoeleinden, met dien verstande dat deze (van een woonhuis deeluitmakende) bebouwing de bouwvlakgrens, over maximaal de halve gevelbreedte, met niet meer dan 1,50 meter mag overschrijden en:

  • de afstand tussen de bebouwing en een trottoir minimaal 3 meter bedraagt;
  • de afstand tussen de bebouwing en de weg minimaal 5 meter bedraagt;

3.2.3    bijgebouwen ten dienste van de aangrenzende bestemming woondoeleinden, met dien verstande dat dan de volgende regels gelden:

a    een bijgebouw mag uitsluitend worden gebouwd op de gronden die zijn voorzien van de aanduiding bebouwing toegestaan;

b    de oppervlakte mag niet meer dan 30 m2 bedragen;

c     de bouwhoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen.


3.3       Vrijstelling

3.3.1    Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in 3.1 en 3.2 ten behoeve van de bouw van ten hoogste één carport bij een tot woondoeleinden bestemd hoofdgebouw, met dien verstande dat:

a    de oppervlakte ten hoogste 20 m2 mag bedragen;

b    de hoogte ten hoogste 3 meter mag bedragen;

c     de afstand tot de zijdelingse perceelgrens niet minder dan 1 meter mag bedragen, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd;

d    de carport ten hoogste 2 meter vóór de voorgevel van het hoofdgebouw, danwel het verlengde daarvan, mag worden gebouwd;

e    de breedte van de carport ten hoogste 3 meter mag bedragen;

f     indien de bestemming tuin grenst aan een trottoir c.q. voetpad, de afstand tot het trottoir c.q. voetpad niet minder dan 3 meter mag bedragen;

g    indien de bestemming tuin direct grenst aan de weg, de afstand tot de weg niet minder dan 3 meter mag bedragen.

3.3.2    De onder 3.3.1 genoemde vrijstelling wordt slechts verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

a    het straat- en bebouwingsbeeld;

b   de woonsituatie;

c     de verkeersveiligheid;

d    de sociale veiligheid;

e   de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.