Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Gronausestraat 36-38
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0168.04BP0001PH02-0401

2.3 Gemeentelijk beleid


2.3.1 Woonvisie 2008-2015

De gemeentelijke woonvisie beschrijft het beleid van de gemeente Losser op het gebied van wonen. Het beleid is gericht op het krijgen van een sterke positie als woongemeente in de regio Twente. Met dit plan wordt een woning toegevoegd aan de woningvoorraad, ten behoeve van een inwoner uit de eigen gemeente, waarmee het plan past binnen dit beleid.


2.3.2 Welstandnota

De “Welstandsnota Gemeente Losser” (2004) behandelt het gemeentelijke beleid ten aanzien van het welstandstoezicht in de gemeente. In de gemeente Losser wordt het welstandsbeleid grotendeels gevoerd op grond van gebiedsgerichte criteria wat kortweg inhoudt dat een gebouw qua vormgeving, richting en materiaalgebruik moet aansluiten bij de directe omgeving. Het onderhavige plan valt binnen het gebied “Losser historische invalswegen”. Voor dat gebied gelden de volgende sneltoetscriteria:

Situering

1. De situering van de gebouwen dient overwegend naar de weg te zijn gericht en afgestemd te worden op de plaatselijke situatie;

2. Bijgebouwen dienen zodanig te zijn gesitueerd dat ze ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw.

Vormgeving

1. De bebouwing kan in stijl onderling variëren maar dient afgestemd te worden op de  bebouwingskarakteristieken van de directe omgeving;

2. Bij nieuwbouw dient te worden gestreefd naar kleinschaligheid en een gevarieerd straatbeeld. Bij de belangrijkste verkeersknooppunten, zoals de rotondes, kan ook met een grotere schaal gebouwd worden;

3. Nieuwbouw mag vernieuwend zijn maar dient wel te voldoen aan de criteria voor architectonische kwaliteit (algemene welstandscriteria);

4. Een aanbouw mag niet dominant zijn ten opzichte van het hoofdgebouw. Hij moet qua vorm bovendien goed aansluiten op de bestaande bouw. Een afwijkende vorm is alleen toegestaan aan de achterzijde;

5. Openbare gebouwen en bijzondere functies kunnen in maat en schaal afwijken van de bebouwingskarakteristieken in de directe omgeving;

6. De plaats- en de afmetingen van raam en deuropeningen in de gevels dienen op elkaar en het gebouw afgestemd te worden;

7. Bij verbouwingen en uitbreidingen van bijzondere elementen dienen de bebouwingskarakteristieken te worden behouden en waar mogelijk versterkt.

Detaillering

1. Bij uitbreidingen en verbouwingen dienen materialen en kleuren toegepast te worden gelijk aan of harmoniërend met het bestaande gebouw;

2. Bij nieuwbouw zijn diverse kleuren en materialen toegestaan mits deze harmoniëren met de directe omgeving.

Het plan voldoet aan alle bovengenoemde criteria en de rayonarchitect van Het Oversticht heeft dan ook positief advies afgegeven.