direct naar inhoud van 3.8 Externe veiligheid
Plan: De Zoeker Esch - de Pol
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0168.09BP0002-0401

3.8 Externe veiligheid

Van de ramptypes die verband houden met externe veiligheid zijn met name ongevallen met brandbare/explosieve of giftige stoffen van belang. Deze ongevallen kunnen nader worden onderscheiden in ongevallen met betrekking tot:

  • inrichtingen;
  • vervoer gevaarlijke stoffen door buisleidingen;
  • vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor.

Om een eerste indruk te krijgen van de aanwezigheid van risicovolle objecten in en nabij het plangebied, is de risicokaart van de provincie Overijssel geraadpleegd. De hierna volgende figuur betreft een uitsnede van deze kaart.

afbeelding "i_NL.IMRO.0168.09BP0002-0401_0009.jpg"

3.8.1 Inrichtingen

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) geeft voorwaarden voor nieuwe en bestaande situaties ten aanzien van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico van inrichtingen waarin bepaalde gevaarlijke stoffen worden gebruikt, opgeslagen of geproduceerd.

Het plaatsgebonden risico is een maat voor het overlijdensrisico op een bepaalde plaats waarbij het niet van belang is of op die plaats daadwerkelijk een persoon aanwezig is. In het besluit is het plaatsgebonden risico gedefinieerd als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een inrichting zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval met een gevaarlijke stof. Het besluit geeft afstanden tot kwetsbare bebouwing (grenswaarden) en beperkt kwetsbare bebouwing (richtwaarden).

Bij het groepsrisico gaat het om de kans per jaar dat een groep mensen in minimaal een bepaalde omvang slachtoffer wordt van een ongeval. In het besluit wordt dit gedefinieerd als de (cumulatieve) kans dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als direct gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van de inrichting en van één ongeval in die inrichting, waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Het groepsrisico moet worden bepaald binnen het invloedsgebied van de inrichting. Voor het groepsrisico gelden, anders dan voor het plaatsgebonden risico, geen grenswaarden, maar slechts oriënterende waarden. Het gaat om een maatschappelijke verantwoordingsplicht aan de hand van het risico. Ten aanzien hiervan moet een belangenafweging plaatsvinden. De wijze waarop met het groepsrisico moet worden omgegaan, blijkt uit de Regeling externe veiligheid inrichtingen en de beschikbare Handreiking Groepsrisico.

Binnen het plangebied zijn de volgende risicovolle inrichtingen aanwezig:

  • a. Broekhoekweg 42 (tankstation BIM): lpg-tankstation (werkingssfeer Bevi);
  • b. Industriestraat 12 (Macet Producties): vuurwerkopslag.

ad a. LPG-tankstation

In verband met het plaatsgebonden risico en gelet op de doorzet lpg moeten de volgende afstanden tot de (beperkt) kwetsbare objecten in acht worden genomen:

  • 15 m vanaf de afleverzuil;
  • 25 m vanaf het ondergrondse reservoir;
  • 45 m vanaf het vulpunt.

Deze zones zijn op de verbeelding vastgelegd, waarbij de zone van het reservoir binnen de zone van het vulpunt valt, zodat deze niet afzonderlijk zichtbaar is op de verbeelding. Binnen deze zones bevinden zich geen kwetsbare objecten. De aanwezigheid van beperkt kwetsbare objecten levert geen saneringssituatie op.

Voor de ligging van de plaatsgebonden risico-contouren zie Bijlage 4 Lpg zones.

Voor het groepsrisico bedraagt het invloedsgebied 150 m rond het vulpunt en 150 m rond het ondergrondse reservoir. Zie Bijlage 4 Lpg zones.

Voor de dichtheden van personen in de invloedsgebieden en voor het groepsrisico zie Bijlage 5 Lpg groepsrisicoberekening.

Het plan is, net als het aangrenzende bestemmingsplan Losser Dorp, consoliderend van aard. Het betreft gedetailleerde bestemmingsplannen die bij recht nauwelijks tot geen ruimte bieden voor nieuwe ontwikkelingen. De personendichtheden in het invloedsgebied zijn daarmee indirect verankerd in het bestemmingsplan.

In relatie tot de kans op een BLEVE (boiling liquid explanding vapour explosion) is van belang dat in het Besluit lpg-tankstations milieubeheer voorschriften zijn opgenomen waaraan de exploitant van het tankstation moet voldoen. Daarnaast is in de voorschriften die aan de vergunning voor het lpg-tankstation zijn verbonden, de lpg-doorzet begrensd tot maximaal 500 m3 per jaar.

Het gebied betreft een bedrijventerrein. De daar aanwezige personen zijn in beginsel zelfredzaam.

Op 45 m afstand van het vulpunt ligt de brandweerkazerne. In geval van een dreigende BLEVE is de brandweer direct ter plaatse.

Al met al acht het gemeentebestuur bij afweging van de diverse belangen het groepsrisico alsmede het continueren van de bestaande situatie aanvaardbaar.

ad b. Vuurwerkopslag

Aan de Industriestraat ligt een inrichting met een vuurwerkopslag. Deze inrichting heeft een veiligheidsafstand van 8 m die binnen de terreingrens valt, waardoor de omgeving niet wordt belemmerd.

3.8.2 Buisleidingen

Op 1 januari 2011 zijn het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) in werking getreden. Deze wetgeving is onder meer van toepassing op aardgastransportleidingen en leidingen waardoor brandbare stoffen worden vervoerd.

Het Bevb hanteert, net als het Bevi, een plaatsgebonden risico en een groepsrisico (inclusief verantwoordingsplicht). Tevens is vastgelegd dat aan weerszijden van de aardgastransportleidingen een belemmeringenstrook geldt waarbinnen de oprichting van bebouwing is uitgesloten. In beginsel is deze 5 m ter weerszijden van de leiding; voor leidingen met een druk tot 40 Bar bedraagt deze afstand 4 m.

De risicokaart Overijssel geeft de ligging van leidingen weer waardoor gevaarlijke stoffen worden getransporteerd. Hieruit blijkt dat binnen de plangrenzen van dit bestemmingsplan geen aardgastransportleidingen liggen. Op een afstand van circa 1 km liggen twee leidingen in beheer van de Gasunie. Het betreft de leiding N-582-51-KR-010 (druk 40 bar, diameter 6 inch) en de leiding N-528-84-KR-011 (druk 40 bar, diameter 4 inch). Deze leidingen hebben geen invloed op het plangebied.

3.8.3 Vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor

Het thema vervoer van gevaarlijke stoffen kan worden onderverdeeld in wegen, spoor en water.

Waterwegen waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, zijn niet aanwezig in/nabij het plangebied.

Op ruim 6 km ten noorden van het plangebied de snelweg A1 en de spoorlijn Hengelo - Bad Bentheim. Over deze wegen vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats, maar vanwege de grote afstand tot het plangebied zijn geen belemmeringen aanwezig.

In de nabijheid van het plangebied liggen enkele provinciale wegen, te weten de N734, N731 en N732. Geen van deze routes levert een belemmering op voor het plangebied met het oog op het plaatsgebonden risico en/of het groepsrisico.

Op grond van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen moeten transporteurs met gevaarlijke stoffen de bebouwde kom zoveel mogelijk mijden. Dit betekent dat vervoer van gevaarlijke stoffen alleen binnen de bebouwde kom mag plaatsvinden ten behoeve van laden en lossen of als er geen geschikte route buiten de bebouwde kom beschikbaar is. Binnen het plangebied is een lpg-tankstation aanwezig, dat bevoorraad moet worden, waarbij de benadering van het tankstation plaatsvindt vanaf de Gronausestraat, via de Leusinkweg, de Zoeker Esch en de Industriestraat. Er gaat geen wijziging optreden van het aantal transportbewegingen van vervoer van gevaarlijke stoffen als gevolg van dit plan.