direct naar inhoud van Artikel 3 Groen
Plan: Partiële herziening bp Woningen, Oldenzaalsestraat-Havezatensingel te Losser, Oldenzaalsestraat 100A
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0168.BP001PH01-0401

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor groen, inclusief water en bos zoals deze vooral tot uitdrukking komt in de vegetatie en de landschappelijke waarden, met daarbij behorende onverharde (voet)paden en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels

Op de tot 'Groen' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat de hoogte niet meer dan 2,5 m mag bedragen.

3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op of in de tot groen bestemde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende andere werken en/of werkzaamheden, geen normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden zijnde, uit te voeren:
    • 1. het verharden van wegen, voet-, fiets- en/of ruiterpaden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
    • 2. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
    • 3. het vellen, rooien of beschadigen van bomen en andere houtopstanden;
    • 4. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, met uitzondering van het aanbrengen van leidingen, uitsluitend ten behoeve van de aansluiting van gebouwen op het openbare voorzieningennet;
    • 5. het graven, vergraven, dan wel verbreden of dempen van watergangen en poelen;
    • 6. het aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden, dijken, dammen en vonders.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing indien het andere werken en/of werkzaamheden betreft die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van rechtskracht worden van het plan, die worden uitgevoerd krachtens een beheersovereenkomst in het kader van de beschikking Natuurbeschermingswet of waarvoor een vergunning is verleend krachtens de Natuurbeschermingswet;
  • c. De werken en/of werkzaamheden als genoemd onder a zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen, de natuurlijke en/of de landschappelijke waarden van deze gronden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.