direct naar inhoud van 4.9 Water
Plan: Ooltgensplaat dorp
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0580.OFLooplaatdorp11-BP10

4.9 Water

4.9.1 Wettelijk kader

In Nederland heeft water een eigen plaats gekregen in de ruimtelijke besluitvorming via de watertoets. De watertoets houdt in dat bij het maken van ruimtelijke plannen al in een vroeg stadium bekeken moet worden wat de gevolgen zijn voor water en de ruimtelijke ordening. De watertoets is een proces waarbij overleg wordt gevoerd met de waterbeheerder. De waterbeheerder stelt in dit proces de kaders vast en geeft een wateradvies voor verschillende waterhuishoudkundige aspecten. De watertoets resulteert uiteindelijk in een waterparagraaf, die in de toelichting van het ruimtelijke plan wordt opgenomen.

Regionaal beleid/beleid waterbeheerder

Waterbeheerplan 2009-2015 (2008)

In het Waterbeheerplan 2009-2015 (2008) staat hoe het waterschap Hollandse Delta het waterbeheer in het werkgebied in de komende jaren wil uitvoeren. Daarbij gaat het om betaalbaar waterbeheer met evenwichtige aandacht voor veiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit, duurzaamheid en om het watersysteem als onderdeel van de ruimtelijke inrichting van ons land. Het Waterbeheerplan beschrijft de uitgangspunten voor het beheer, de ontwikkelingen die de komende jaren verwacht worden en de belangrijkste keuzen die het waterschap moet maken. Daarnaast geeft het Waterbeheerplan een overzicht van maatregelen en kosten. De maatregelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn onderdeel van het plan. Voor het afvoeren van hemelwater van verhard oppervlak groter dan 250 m² naar open water, dient ontheffing te worden aangevraagd op grond van de Keur. Wanneer de toename aan verhard oppervlak groter is dan 250 m² is het beleid van het waterschap om 10% van de toename te compenseren in de vorm van open water.

Waterplan Goeree-Overflakkee 2009-2015 (2008)

In het Waterplan Goeree-Overflakkee 2009-2015 werken de vier gemeenten op het eiland, het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Goeree-Overflakkee (ISGO) en het waterschap Hollandse Delta aan de realisatie van veilig, schoon en aantrekkelijk water. Het gaat om het ontwikkelen van een gezamenlijke visie en het vaststellen van concrete maatregelen voor de korte en de middellange termijn 2015. In het waterplan staat samenwerking centraal. Het hoofddoel van het waterplan is het opstellen van een gezamenlijke koers voor de realisatie van een veilig, schoon, aantrekkelijk en goed beheerd watersysteem in de stedelijke kernen op Goeree-Overflakkee.

4.9.2 Huidige situatie

De haven

Tussen de Slikdijk en het Hellegat ligt het verbindingswater (de haven). De noordoever wordt afgescheiden van de Polder het Rietveld door de Steigerdijk en ten zuiden van het verbindingswater ligt (direct) de Havendijk. Aan de zijde van het dorp ligt de jachthaven met voorzieningen. Verdere uitbreiding van de jachthaven is voorzien aan de noordzijde van het verbindingswater (de haven). In het verbindingswater ligt een aantal bewoonde schepen.

Water en bodem

Dit gebied heeft een bodem van lichte tot zware zeeklei met maaiveldhoogten welke variëren tussen NAP 0 en +1 m. Het middengebied (tussen de Oudedijk en de Hooidijk) ligt het laagst, en is als laatste ingepolderd. Hier treft men een zwaardere kleibodem aan. Er is in het hele gebied van Ooltgensplaat sprake van (brakke) kwel, waarbij de kwel in de lagere delen het sterkst is.

Het plangebied kan waterstaatkundig worden opgedeeld in twee typen gebieden: het buitenwater van het Volkerak en Haven, en het poldergebied. Rijkswaterstaat beheert het buitenwater en de haven. Het peilbeheer van het poldergebied is afgestemd op de agrarisch-stedelijke functies. Het poldergebied is opgedeeld in drie peilgebieden:

  • aan de noordzijde de Polder Rietveld (zomer- en winterpeil respectievelijk NAP -0,85 m -1,05 m);
  • in het middengebied rondom het Fort Prins Frederik de Weipolder (zomer- en winterpeil respectievelijk NAP -1,1 m -1,4 m);
  • aan de zuidzijde de Weipolderse Gors (zomer- en winterpeil respectievelijk NAP -0,4 m -0,6 m).

De afwatering is gericht op het gemaal bij Ooltgensplaat, waar overtollig water wordt uitgeslagen op de Haven. Volgens recente berekeningen van het waterschap voldoet het plangebied aan de normen uit het Nationaal Bestuursakkoord Water, die aan dit gebied worden gesteld voor wateroverlast als gevolg van hevige neerslag. De waterkwaliteit is zeer matig. Als gevolg van uitspoeling van meststoffen en bestrijdingsmiddelen uit het landelijke gebied en verontreinigingen door ongerioleerde panden, afspoeling wegen, etc. wordt niet voldaan aan de daarvoor gestelde (MTR-)normen. Met name de concentraties aan fosfaat en nitraat zijn te hoog. Om de waterkwaliteit te waarborgen (inclusief chloridengehalte) wordt zoet water met een inlaatkunstwerk bij de Haven ingelaten, waarmee de watergangen worden doorgespoeld.

Ook de waterkwaliteit van het in te laten buitenwater uit de haven laat te wensen over: met name in warme zomerperioden is hier een knelpunt aanwezig door het ontstaan van giftige blauwalgen. Het verbeteren van de waterkwaliteit in het gebied en het waarborgen van voldoende schoon zoet water is dan ook een belangrijk aandachtspunt. Inmiddels is ten aanzien van de blauwalgproblematiek een pakket maatregelen genomen door het waterschap, RWS en de gemeente. Daarnaast wordt gedacht aan alternatieven voor de zoetwatervoorziening (water van elders aanvoeren).

Dit bestemmingsplan is grotendeels conserverend. Indien er geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt worden dient geen compensatie te worden. In de bestaande situatie zal geen verslechtering optreden als gevolg van dit bestemmingsplan.

Momenteel is de gemeente samen met het waterschap in overleg om het Krammer/Volkerak zout te maken. Op deze manier zou de blauwalgproblematiek op te lossen zijn. Deze planvorming is nog niet nader uitgewerkt en heeft ook geen invloed op het bestemmingsplan.