Dubbelkern Helden-Panningen

31.2.1 Algemeen

• a. het bebouwd oppervlak per bouwperceel mag voor vrijstaande, vrijstaand geschakelde, halfvrijstaande en aaneengebouwde woningen niet meer bedragen dan in de grafiek die hierna is weergegeven;

• b. de ter plaaste van de aanduiding 'gevellijn' aangegeven voorgevelbouwgrens mag aan de wegzijde niet door gebouwen worden overschreden, tenzij in de hierna volgende regels anders is bepaald.

31.2.2 Hoofdgebouwen

Met betrekking tot de hoofdgebouwen geldt het bepaalde in 31.2.1 en gelden tevens de volgende regels:

• a. per bouwperceel is maximaal 1 hoofdgebouw met daarin 1 woning toegestaan;
• b. woningvermeerdering in de vorm van woningsplitsing is niet toegestaan;
• c. het oppervlak van het hoofdgebouw op een bouwperceel mag bij vrijstaande, vrijstaand geschakelde, halfvrijstaande en aaneengebouwde woningen maximaal 85% bedragen van het toegestane bebouwd oppervlak op dat bouwperceel;
• d. de hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd in het bouwvlak;
• e. de voorgevel van een hoofdgebouw dient bij vrijstaande, vrijstaand geschakelde, halfvrijstaande en aaneengebouwde woningen voor minimaal 60% te worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn'. De rest van de voorgevel mag worden gebouwd tot 2 meter achter de hiervoor bedoelde voorgevelbouwgrens;
• f. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw mogen respectievelijk maximaal 6,50 meter en 10 meter bedragen;
• g. de afstand van een vrijstaand hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrenzen dient minimaal 3 meter te bedragen.
• h. de afstand van een blok bestaande uit 2 aaneengebouwde hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen dient minimaal 3 meter te bedragen;
• i. ter plaatse van de gebieden ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' mogen uitsluitend en in totaal maximaal 17 vrijstaande woningen worden gebouwd.

31.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Met betrekking tot bijbehorende bouwwerken behorende bij vrijstaande, vrijstaand geschakelde, halfvrijstaande en aaneengebouwde woningen geldt het bepaalde in artikel 31.2.1 en gelden tevens de volgende regels:

• a. het oppervlak van een bijbehorend bouwwerk c.q. het gezamenlijk oppervlak van de bijbehorende bouwwerken op een bouwperceel mag maximaal 75 m² bedragen. Overschrijding van het toegestane bebouwd oppervlak per bouwperceel zoals bedoeld in artikel 31.2.1 onder a is echter niet toegestaan;
• b. de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mogen respectievelijk maximaal 3 meter en 5,5 meter bedragen;
• c. bij vrijstaande, vrijstaand geschakelde, halfvrijstaande en aaneengebouwde woningen mogen alle bijbehorende bouwwerken tot in de zijdelingse perceelsgrens worden gebouwd. In afwijking van het bepaalde in de voorgaande volzin geldt dat het bij vrijstaande woningen en bij hoekpercelen van aaneengebouwde woningen niet is toegestaan een bijbehorend bouwwerk te bouwen op een kortere afstand dan 5 meter van de grens met de bestemmingen 'Verkeer - Verblijfsgebied' en 'Groen';
• d. in afwijking van het bepaalde in artikel 31.2.1 onder b, geldt dat voor de naar de weg toegekeerde zijde (voorgevel) van het hoofdgebouw een aanbouw in de vorm van een erker of entreeportaal mag worden gebouwd met dien verstande dat:
  • 1. de bouw- en goothoogte maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag mogen bedragen; de bouwhoogte bedraagt minimaal 2 meter;
  • 2. de diepte van de aanbouw maximaal 1 meter mag bedragen;
  • 3. de breedte van de aanbouw maximaal 50% van de voorgevelbreedte mag bedragen.

31.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Met betrekking tot de bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt het bepaalde in artikel 31.2.1 en gelden tevens de volgende regels:

• a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitgezonderd erf-/terreinafscheidingen, mag maximaal 2,5 meter bedragen;
• b. de bouwhoogte van erf-/terreinafscheidingen bedraagt bij percelen die geen hoekperceel zijn:
  • 1. maximaal 1 meter vóór de naar de wegzijde toegekeerde grens van het bouwvlak
  • 2. maximaal 2 meter achter de onder het vorige punt bedoelde grens van het bouwvlak;
• c. de bouwhoogte van een erf-/terreinafscheiding mag bij hoekpercelen vóór de bouwgrens maximaal 2 meter bedragen, mits deze erf-/terreinafscheiding minimaal 3 meter achter de voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw wordt gebouwd.

31.3.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

• a. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
• b. bewoning als afhankelijke woonruimte;
• c. kamerverhuur;
• d. woningsplitsing;
• e. evenementen, behoudens toegestaan krachtens artikel 31.3.2;
• f. verblijfsrecreatie;
• g. buitenopslag;
• h. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen en van wagens;
• i. seksinrichtingen.

31.3.2 Evenementen

Evenementen zijn maximaal drie keer per jaar toegestaan voor de duur van maximaal drie aaneengesloten dagen per evenement, inclusief op- en afbouw.

31.3.3 Beroep en bedrijf aan huis

Een beroep of bedrijf aan huis bij de woning, als opgenomen in het 'Overzicht beroep of bedrijf aan huis' (bijlage 4 bij deze regels) of hiermee naar aard en omvang gelijk te stellen beroepen en bedrijven, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de woonbestemming en is toegestaan, mits:

• a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft;
• b. de woning blijft voldoen aan het Bouwbesluit en de Bouwverordening;
• c. de woonfunctie van het perceel primair blijft c.q. in overwegende mate aanwezig blijft;
• d. degene die gebruiker van de woning is tevens degene is die het beroep of bedrijf aan huis uitoefent;
• e. maximaal 40 % van de begane grondvloeroppervlakte en de voor de woonfunctie bestemde bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt voor aan huis verbonden beroepen en bedrijven met een maximum van:
  • 1. 25 m² bij bouwpercelen tot 750 m²;
  • 2. 35 m² bij bouwpercelen van 750 m² tot 1500 m²;
  • 3. 45 m² bij bouwpercelen vanaf 1500 m²;
• f. het gebruik geen ernstige hinder voor het woonmilieu oplevert c.q. geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of de buurt;
• g. het gebruik geen dusdanige verkeersaantrekkende activiteiten betreft welke kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
• h. in voldoende mate wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
• i. de bedrijvigheid niet vergunnings- of meldingsplichtig is op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet milieubeheer of andere milieuwetgeving, tenzij het gebruik de woonfunctie op zichzelf en in relatie tot zijn omgeving niet aantast;
• j. internetverkoop slechts is toegestaan indien er geen uitstalling ten verkoop plaatsvindt en de te verkopen producten niet ter plaatse bezichtigd en afgehaald kunnen worden;
• k. in de woning of de voor de woonfunctie bestemde bijbehorende bouwwerken mag maximaal 50 m² gebruikt worden ten bate van internetverkoop waarbij ter plaatse opslag en verzending plaatsvindt. Internetverkoop waarbij ter plaatse alleen de elektronische transactie plaatsvindt en geen opslag en verzending plaatsvindt is zonder meer toegestaan;
• l. er geen detailhandel plaatsvindt, behoudens beperkte verkoop in het klein in direct verband met het aan huis gebonden beroep/bedrijf;
• m. er geen buitenopslag plaatsvindt;
• n. reclame-uitingen ten dienste van het beroep of bedrijf aan huis beperkt blijven tot het plaatsen van een bord met als maximale afmetingen 1 meter x 0,5 meter aan de voor- of zijgevel of in de voor- of zijtuin op een hoogte van maximaal 2 meter. Neon- of andere lichtreclame is in dit kader niet toegestaan.

31.4.1 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van kamerverhuur

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 31.3.1 ten behoeve van het gebruik als kamerverhuur in de woning, mits:

• a. het gebruik geen overlast voor het woonmilieu oplevert en geen onevenredige afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
• b. het gebruik naar de aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming is;
• c. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. Indien niet op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien, dient te worden aangetoond dat elders in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien.

31.4.2 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van mantelzorg en inwoning

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 31.3.1 voor het gebruik ten behoeve van mantelzorg en inwoning door maximaal twee personen in de woning en/of de bijbehorende bouwwerken, mits:

• a. er geen tweede woning ontstaat;
• b. de tijdelijkheid in voldoende mate vaststaat;
• c. er geen aparte aansluiting op de nutsvoorzieningen mogen worden getroffen;
• d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
  • 1. de verkeersveiligheid;
  • 2. het woon- en leefklimaat;
  • 3. de milieusituatie;
  • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
• e. de omgevingsvergunning na beëindiging van de situatie zal worden ingetrokken en het bijbehorend bouwwerk niet meer mag worden gebruikt voor bewoning/mantelzorg.

31.4.3 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van bed en breakfast

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 31.3.1 voor het gebruik ten behoeve van een bed en breakfast in de woning (met uitzondering van appartementen, flats of duplexwoningen) en/of in de bijbehorende bouwwerken, mits:

• a. het gebruik uitsluitend plaatsvindt in de woning en de bijbehorende bouwwerken die op maximaal 15 meter van de woning zijn gelegen;
• b. de exploitant van het bed en breakfast de hoofdbewoner is van de woning;
• c. maximaal 80 m² mag worden ingericht voor bed en breakfast, met dien verstande dat de woning een inhoud heeft van minimaal 450 m³ en een bewoonbare oppervlakte van minimaal 120 m²;
• d. er per bouwvlak maximaal 4 slaapplaatsen in maximaal twee slaapkamers worden toegestaan;
• e. het ontbijt wordt in de slaapkamer of in een gezamenlijke ruimte genuttigd;
• f. door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering mag de bed en breakfast-voorziening niet functioneren als een zelfstandige woning;
• g. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik.