direct naar inhoud van Hoofdstuk 9 Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Buitengebied
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.001bpbui10-0120

Hoofdstuk 9 Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid

Economische uitvoerbaarheid

Wanneer een bestemmingsplan een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan mogelijk maakt en het kostenverhaal niet anderszins is verzekerd, dient op basis van artikel 6.12. van de Wro (tegelijkertijd met de vaststelling van een bestemmingsplan) een exploitatieplan te worden vastgesteld. Onder aangewezen bouwplan wordt krachtens artikel 6.2.1. van het Bro onder andere de bouw van één of meer woningen of andere hoofdgebouwen, of de bouw van kassen met een oppervlakte van ten minste 1.000 m²verstaan. De (rechtstreekse) bouwmogelijkheden voor agrarische bedrijven die in dit bestemmingsplan Buitengebied worden geboden moeten dan ook in beginsel worden aangemerkt als aangewezen bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 Bro. Het exploitatieplan is de basis voor het doorberekenen van de verhaalbare kosten die de gemeente maakt om de aangewezen bouwplannen mogelijk te maken. Op basis van artikel 6.2.4. van het Bro worden daartoe onder andere gerekend:

  • de kosten van het verrichten van sectorale onderzoeken (zie artikel 6.2.4 a Bro);
  • de kosten van gemeentelijke ruimtelijke plannen, waaronder het bestemmingsplan (zie artikel 6.2.4 h Bro);
  • plankosten in relatie tot voorbereiding, ontwikkeling en begeleiding van ruimtelijke projecten (zie artikel 6.2.4. j Bro).

Het gemeentebestuur is niet voornemens om de kosten voor het opstellen van dit bestemmingsplan via een exploitatieplan te verhalen op initiatiefnemers van bouwplannen. Het gemeentebestuur acht het onjuist om kosten die zij maakt in het kader van haar reguliere uitoefening van haar wettelijke taken (en die ten bate komen voor alle inwoners van de gemeente) rechtstreeks door te rekenen aan enkel de eigenaren in het buitengebied die reguliere bouwmogelijkheden geboden worden. Daarbij speelt een rol dat ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan niet structureel meer bouwmogelijkheden worden geboden.

In het plangebied worden (beperkte) bouwmogelijkheden geboden voor met name de agrariërs. Het bestemmingsplan vormt een consoliderend bestemmingsplan, waarbij de bestaande situatie in het plangebied met actuele bouw- en gebruiksregels, in overeenstemming met het provinciale beleid en met inachtneming van de verplichte sectorale toetsen, wordt vastgelegd. De beperkte ontwikkelingen kunnen hoofdzakelijk mogelijk worden gemaakt door middel van afwijkingsprocedures en wijzigingsbevoegdheden. Het betreft in alle gevallen particulier initiatief, waaraan in beginsel geen kosten voor de gemeente zijn verbonden, afgezien van kosten van het ambtelijk apparaat voor de begeleiding en toetsing van aanvragen. Deze kosten worden door middel van leges gedekt. Mochten er andere kosten zijn, die op grond van artikel 6.13 Wet ruimtelijke ordening dienen te worden verhaald, dan zal uitsluitend worden meegewerkt aan de afwijking of wijziging, nadat een exploitatieovereenkomst is gesloten.

Overige kosten, die verder uit dit plan kunnen voortvloeien, zijn planschadekosten. Deze zijn op voorhand niet uit te sluiten. De gemeente zal daarom bij iedere aanvraag bezien of er planschade kan ontstaan. Indien dit het geval kan zijn, zal met de belanghebbende aanvrager een overeenkomst worden gesloten, zoals bedoeld in artikel 6.4a van de Wet ruimtelijke ordening. Daarmee kan worden voorkomen, dat de gemeenschap de planschadekosten moet betalen, die gemaakt worden in het belang van de aanvrager.

Een verdergaande toets ten aanzien van de financieel-economische uitvoerbaarheid is niet noodzakelijk.

Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Inspraakprocedure

De gemeente heeft de inwoners / gebruikers van het buitengebied en andere belangstellenden betrokken bij de voorbereiding van het bestemmingsplan. Al eerder konden betrokkenen wensen indienen voor het op te stellen bestemmingsplan. Deze wensen zijn zo mogelijk verwerkt in het voorontwerp bestemmingsplan. Het voorontwerp heeft vanaf 22 oktober 2009 tot en met 2 december 2009 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode konden er inspraakreacties worden ingediend. Ook zijn er twee inspraakbijeenkomsten georganiseerd door de gemeente op 10 november.

In totaal zijn er bijna 200 inspraakreacties binnengekomen. De belangrijkste aanpassingen als gevolg van de inspraakprocedure zijn:

  • aanpassingen op perceelsniveau van bestemmingen en bouwvlakken in geval van feitelijke onjuistheden of wensen van inwoners / gebruikers;
  • de aanpassing van het aanlegverbod om zonder omgevingsvergunning boomgaarden te rooien;
  • opnemen van regelingen voor ondersteunende horeca;
  • het aanpassen van de afwegingszones ten opzicht van de bestemming Natuur;
  • aanpassingen van de lijst met cultuurhistorisch waardevolle bebouwing.

Vele insprekers hebben een reactie gegeven op de dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie. Deze reacties hebben niet geleid tot aanpassingen.

Vooroverleg

Het voorontwerp bestemmingsplan is in het kader van vooroverleg voorgelegd aan een aantal besturen en instanties.

  • Provincie Zeeland;
  • VROM inspectie;
  • Kamer van Koophandel en Fabrieken;
  • Gebiedscommissie;
  • Nederlandse Fruittelersorganisatie;
  • Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie;
  • Stichting het Zeeuwse Landschap;
  • Zeeuwse Milieufederatie en 't Duumpje;
  • 't Duumpje;
  • Waterschap Zeeuws - Vlaanderen.

Na afloop van de termijn is nog advies gevraagd van de NV Nederlandse Gasunie.

De belangrijkste aanpassingen naar aanleiding van het vooroverleg zijn:

  • wijzigingen van de bestemmingen van agrarische gronden naar aanleiding van de vaststelling van het provinciaal Natuurbeheerplan;
  • de aanpassing van de begrenzing en de regels voor de molenbiotopen;
  • aanpassing van de regels met betrekking tot de verschillende aanlegverboden voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden zonder omgevingsvergunning;
  • aanpassing van de plangrens (onder andere bij het Rijksinpassingsplan Het Zwin);
  • wijziging van de regeling voor hoveniers en agrarische hulp- en nevenbedrijven;
  • aanvulling van de toelichting met betrekking tot onder andere cultuurhistorie, externe veiligheidsaspecten bij leidingen en de sectorale toets water en natuur;
  • controleren en aanpassen van de bestemmingen voor de waterkeringen;
  • het opnemen van een retrospectieve toets (verantwoording van de aanpassingen van de bestemmingen ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan);
  • verwerking van het interim gemeentelijke archeologiebeleid;
  • aanpassing regeling huisvesting seizoensarbeiders;
  • opnemen van de geluidszone van industrieterrein Deltahoek;
  • aanpassing beleid ten aanzien van intensieve veehouderij;
  • verwerken fietspad Scherpenbierseweg.

Voor een volledig overzicht van de inspraakreacties, de beantwoording door de gemeente en de doorgevoerde wijzigingen wordt verwezen naar het gemeentelijke eindverslag inspraak en vooroverleg.

Ambtshalve wijzigingen

Het voorontwerpbestemmingsplan is ambtshalve ook op een aantal onderdelen aangepast. De belangrijkste wijzigingen zijn:

  • aanpassing van de bouwregels voor strandpaviljoens;
  • aanpassingen op perceelsniveau van bestemmingen en bouwvlakken;
  • het 'opknippen' van de wro-zone - ontheffingsgebied - 1 ten behoeve van de digitale koppeling aan de afzonderlijke bestemmingen;
  • aanpassing huisnummering omgeving Eiland;
  • aanpassing beleid ten aanzien van landschappelijke inpassing;
  • opname regeling voor compensatiewoningen;
  • aanvullen toelaatbare m2 bij niet - agrarische bedrijven;
  • aanpassen van de regels aan de Wabo.