direct naar inhoud van 5.1 Flora en fauna
Plan: Hoorn, Veessen en Vorchten (herziening De Stege 8 te Veessen)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.00000857-va01

5.1 Flora en fauna

Bescherming in het kader van de natuur wet- en regelgeving is op te delen in gebieds- en soortenbescherming. Bij gebiedsbescherming heeft men te maken met de Natuurbeschermingswet en de Ecologische Hoofdstructuur. Soortenbescherming komt voort uit de Flora- en faunawet.

5.1.1 Gebiedsbescherming

Natuurgebieden of andere gebieden die belangrijk zijn voor flora en fauna kunnen op basis van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn (Natura2000) worden aangemerkt als speciale beschermingszones (SBZ’s).

Op 1 oktober 2005 is de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 in werking getreden. Vanaf dat moment heeft Nederland de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn in nationale wetgeving verankerd. Nederland zal aan de hand van een vergunningenstelsel de zorgvuldige afweging waarborgen rond projecten die gevolgen kunnen hebben voor Natura 2000-gebieden. Deze vergunningen worden verleend door de provincies of door de Minister van LNV.

Het plangebied is gelegen in de nabijheid van Natura 2000-gebieden "Uiterwaarden IJssel" en "Veluwe" en de EHS. Verder bevindt het plangebied zich ook in het Nationaal Landschap 'Veluwe'.

5.1.1.1 Natura 2000-gebied "Uiterwaarden IJssel"

Het Natura 2000-gebied "Uiterwaarden IJssel" kwalificeert zich zowel onder de Vogel- als onder de Habitatrichtlijn. Voor het Natura 2000-gebied geldt dat deze niet direct grenst aan het plangebied. In figuur 5.1. is de ligging van het plangebied ten opzichte van dit Natura 2000-gebied weergegeven. Het gebied bevindt zich op ruim 500 meter van het plangebied. Er is sprake van dusdanig veel verstorende objecten, zoals de woningen van de kern Veessen, tussen het plangebied en het Natura 2000-gebied dat er geen negatieve effecten te verwachten zijn voor het Natura 2000-gebied "Uiterwaarden IJssel".

afbeelding "i_NL.IMRO.0246.00000857-va01_0012.png"

Figuur 5.1. Ligging plangebied t.o.v. Natura 2000-gebieden (Bron: Ministerie van LNV)

Storende effecten van de werkzaamheden ten behoeve van de sloop en nieuwbouw hebben een beperkte reikwijdte en zullen niet tot het Natura 2000-gebied reiken. Mede om deze reden wordt geconcludeerd dat het voorgenomen plan geen effect zal hebben op de instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000-gebied "Uiterwaarden IJssel".

5.1.1.2 Natura 2000-gebied "Veluwe"

Het Natura 2000-gebied 'Veluwe' kwalificeert zich zowel onder de Vogel- als onder de Habitatrichtlijn. Voor het Natura 2000-gebied geldt dat deze niet direct grenst aan het plangebied. Het gebied bevindt zich op ruim 4,5 kilometer van het plangebied. Tussen het plangebied en het Natura 2000-gebied "Veluwe" bevinden zich dusdanig veel verstorende objecten, zoals de woningen van de kern Heerde. dat er geen negatieve effecten te verwachten zijn voor het Natura 2000-gebied 'Veluwe'.

Storende effecten van de werkzaamheden ten behoeve van de sloop en nieuwbouw hebben een beperkte reikwijdte en zullen niet tot het Natura 2000-gebied reiken. Mede om deze reden wordt geconcludeerd dat het voorgenomen plan geen effect zal hebben op de instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000-gebied "Veluwe".

5.1.1.3 Ecologische Hoofdstructuur

Het plangebied maakt geen onderdeel uit van een gebied dat is aangewezen als EHS. Het dichtstbijzijnde gebied behorend tot de EHS is gelegen op een afstand van ruim 500 meter ten zuiden van het plangebied. De ligging van de EHS ten opzichte van het plangebied is weergegeven in figuur 5.2. Op basis van de ligging van het plangebied, het feit dat de woningen van de kern Veessen zich tussen het plangebied en de EHS bevinden en de aard van de ingreep (functieverandering op een bestaand agrarisch bouwblok) kan worden geconcludeerd dat aantasting van de wezenlijke kenmerken of waarden van de EHS niet aan de orde is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0246.00000857-va01_0013.png"

Figuur 5.2. Ligging plangebied t.o.v. de EHS (Bron: Ministerie van LNV)

5.1.1.4 Nationaal Landschap 'Veluwe'

Het plangebied ligt in het Nationaal Landschap 'Veluwe'. Volgens de Nota Ruimte geldt in deze landschappen het 'ja-mits-regime. Grootschalige ontwikkelingen zijn hier niet toegestaan. De aanwezige kernkwaliteiten van het Nationale Landschap mogen niet worden aangetast.

De ruimtelijke ontwikkeling waarin onderhavig bestemmingsplan voorziet is een kleinschalige ruimtelijke ontwikkeling van beperkte omvang. De bestemming van een bestaand agrarisch bouwblok wordt gewijzigd en 1.578 m² aan bebouwing wordt gesloopt om zodoende een woning/woongebouw te mogen bouwen. Deze functieverandering en nieuwbouw doen geen afbreuk aan de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap 'Veluwe.

5.1.2 Flora en Faunawet

Wat betreft de soortbescherming is de Flora- en Faunawet van toepassing. Hierin wordt onder andere de bescherming van dier- en plantensoorten geregeld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige natuurwaarden. Als hiervan sprake is, moet ontheffing of vrijstelling worden gevraagd.

Geconstateerd wordt dat er sprake is van een bebouwd perceel waar de nog in gebruik zijne agrarische bebouwing gesloopt wordt. Deze bebouwing wordt momenteel nog intensief gebruikt waardoor hier geen bijzondere fauna is te verwachten. Na het stopzetten van dit gebruik zullen de gebouwen direct gesloopt worden. Voor het overige betreft het hier bebouwd perceel dat grotendeels uit verhard oppervlak bestaat. Gelet op de terreingesteldheid is het plangebied ongeschikt voor beschermde flora. Gelet op de kenmerken van het plangebied is er evenmin sprake van een foerageergebied. Het project zal hierin bovendien geen verandering brengen. De locatie heeft geen of een zeer lage natuurwaarde. Van een negatief effect van de ingrepen in het gebied op de flora en fauna lijkt dan ook geen sprake

Overigens wordt benadrukt dat rekening wordt gehouden met de in artikel 2 van de Flora- en faunawet opgenomen zorgplichtbepaling.

Op grond van artikel 2, lid 1 neemt een ieder voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, evenals voor hun directe leefomgeving. In artikel 2, lid 2 is bepaald dat de zorg, bedoeld in het eerste lid, in ieder geval inhoudt dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voor zover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken). De zorgplicht geldt altijd en voor alle planten en dieren, of ze beschermd zijn of niet, en in het geval dat ze beschermd zijn ook als er ontheffing of vrijstelling is verleend.