direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf - 2
Plan: Aalst
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0866.BP00142-0201

Artikel 6 Bedrijf - 2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een bedrijf en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten, al dan niet in combinatie met kantoren;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 3' zijn tevens bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorie 3 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten, al dan niet in combinatie met kantoren, toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf', voor een aannemersbedrijf n de categorie 3 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten;
  • d. dienstverlening, al dan niet in combinatie met kantoren;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', voor een bedrijfswoning;

met de daarbijbehorende:

  • f. tuinen, erven en terreinen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. verhardingen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
  • b. de maximale goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' op de verbeelding mag niet worden overschreden;
  • c. het bebouwingspercentage ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' op de verbeelding mag niet worden overschreden.

6.2.2 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van een bedrijfswoning (hoofdgebouw) gelden de volgende regels:

  • a. de bedrijfswoning is alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'aantal wooneenheden' zijn maximaal 2 bedrijfswoningen toegestaan;
  • c. de goothoogte bedraagt maximaal 6 meter;
  • d. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m³.

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 4 m¹, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de hoogte maximaal 2 meter mag bedragen.

6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Goothoogte

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.1 sub b, voor het toestaan van een maximale goothoogte van 12 meter.

6.3.2 Hoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.3, voor het toestaan van een maximale hoogte van 12 m¹. Deze afwijking geldt niet voor erfafscheidingen.

6.3.3 Bedrijfswoning

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2jo. 6.4, voor de bouw van maximaal 1 bedrijfswoning per bedrijf, onder de volgende voorwaarden:

  • a. de inhoud mag niet meer bedragen dan 750 m³;
  • b. de goothoogte mag niet meer mag bedragen dan 6 meter;
  • c. de bedrijfswoning is noodzakelijk voor een doelmatige uitvoering van de bedrijfsactiviteiten;
  • d. er mogen geen milieutechnische belemmeringen ontstaan voor de nabijgelegen bedrijven.

6.4 Specifieke gebruiksregels

Onder een strijdig gebruik met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het doen of laten gebruiken van gebouwen voor:

  • a. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. detailhandel;
  • c. wonen, met uitzondering van het bepaalde in 6.1 sub d;
  • d. seksinrichtingen;
  • e. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen voor de voorgevellijn.

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1ten behoeve van:

  • a. de vestiging c.q. uitoefening van een bedrijf, welke voorkomt in categorie 3 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten zoals vermeld in de bij de regels behorende bijlage 1;
  • b. de vestiging c.q. uitoefening van een bedrijf, welke niet vermeld is in de Lijst van bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in bijlage 1, maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk is te stellen met bedrijven die voorkomen in de Lijst van bedrijfsactiviteiten.

Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.