direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Onze Lieve Vrouwedijk 43a te Waalre, Autobedrijf Dereumaux
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0866.BP00165-0201

Artikel 1 Begrippen

1.1 het plan:het bestemmingsplan “Onze Lieve Vrouwedijk 43a Waalre” van de gemeente Waalre.

1.2 bestemmingsplan:de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestandNL.IMRO.0866.BP00165-0201 met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.3 verbeelding:

  • a. is het analoge plan (dus de print), NL.IMRO.0866.BP00165-0201;
  • b. is de pdf van de plankaart, NL.IMRO.0866.BP00165-0201.pdf;
  • c. is het IMRO bestand, NL.IMRO.0866.BP00165-0201.gml.

1.4 aanduiding:een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels,regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens:de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 bebouwing:één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.7 bedrijf:een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken,opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten,aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.

1.8 bedrijfswoning:één woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishoudenvan) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van hetgebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming.

1.9 bestaand:

  • a. bij bouwwerken; een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag vóór het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  • b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald.

1.10 bestemmingsgrens:een op de kaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak.

1.11 bestemmingsvlak:een op de kaart aangegeven vlak met eenzelfde bestemming.

1.12 bijgebouw:een gebouw behorende bij een op het zelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

1.13 bouwen:het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen of het vergroten vaneen bouwwerk.

1.14 bouwgrens:de grens van een bouwvlak.

1.15 bouwlaag:een begane grond of een hogere gelegen verdieping, waarbij ruimten in de kap met een helling vanniet meer dan 70 graden en kelders e.d. niet worden meegerekend.

1.16 bouwperceel:een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorendebebouwing is toegestaan.

1.17 bouwvlak:een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaaldegebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan.

1.18 bouwwerk:elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzijindirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.19 dak:een gesloten bovenbeëindiging van een gebouw.

1.20 detailhandel:het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen,verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik,verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.21 dienstverlening:het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) tewoord wordt gestaan en geholpen.

1.22 gebouw:elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wandenomsloten ruimte vormt.

1.23 geluidzoneringsplichtige inrichting:een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in eenbestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld, genoem in artikel 2.1 juncto bijlage I,onderdeel C van het Besluit omgevingsrecht (geluidzoneringsplichtige inrichtingen).

1.24 gevellijn:de lijn waarin de voorgevel van het gebouw is gebouwd.1.25 groenvoorziening:bomen, struiken en/of gazons.

1.26 hoofdgebouw:een gebouw, op een bouwperceel dat door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op debestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.

1.27 kap:een dak bestaande uit minimaal één hellend dakvlak.

1.28 kantoor:het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte materechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.29 nutsvoorzieningen:voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations,schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voortelecommunicatie.

1.30 overkapping:een bouwwerk met een open constructie zonder eigen wanden, op het erf van een gebouw ofstandplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats.

1.31 peil:

  • a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

1.32 perceelsgrens:een grens van een bouwperceel.

1.33 prostitutie:het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegenvergoeding.

1.34 seksinrichting:een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zijbedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen vanerotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan eenprostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, eensekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.35 uitbouw:een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welkgebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonischopzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.36 voorgevel:de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer danéén naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerpvan het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt.