direct naar inhoud van Artikel 13: Horeca
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0459.047509-VO01

Artikel 13: Horeca

13.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van horecabedrijven, niet zijnde een bar of bar-/dancing;
  • b. bedrijfswoningen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. wegen en paden;
  • d. water;

met de daarbijbehorende:

  • e. tuinen, erven en terreinen;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

13.2. Bouwregels
13.2.1. Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van de in lid 13.1. onder a en b bedoelde bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van het ter plaatse gevestigde horecabedrijf worden gebouwd;
  • b. het aantal bedrijfswoningen zal ten hoogste één per bestemmingsvlak bedragen, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding "bedrijfswoning uitgesloten";
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen en overkappingen zal per bestemmingsvlak niet meer bedragen dan 60% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak;
  • d. de afstand van een bedrijfswoning ten opzichte van de weg zal ten minste de bestaande afstand bedragen;
  • e. bedrijfsgebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zullen tenminste 2,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • f. de maatvoering van een gebouw of een overkapping zal voorts voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:

Functie van een gebouw   Maximale oppervlakte   Goothoogte in m   Dakhelling in °   Bouwhoogte in m  
  per gebouw   gezamenlijk   max.   min.   max.   max.  
Bedrijfsgebouw of overkapping   -   -   4,00   15   60   8,00  
Bedrijfswoning   150 m²   -   4,00   30   60   8,00  
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning   -   75m²   4,00   -   60   8,00  

13.2.2. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel van de bedrijfswoning(en) of de bedrijfsgebouw(en) ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

13.3. Ontheffing van de Bouwregels
13.3.1. Vergroten goothoogte bedrijfswoningen

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 13.2.1. onder f en toestaan dat de goothoogte van de bedrijfswoningen wordt vergroot tot ten hoogste 6,50 m, mits:

  • geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden, het bebouwingsbeeld, en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

13.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en gebouwen voor verblijfsrecreatieve doeleinden;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel;
  • c. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  • d. het gebruik van bedrijfswoningen in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte:
    • 1. meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de begane grond van het hoofdgebouw, inclusief de aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen op het bouwperceel;
    • 2. meer bedraagt dan 50 m²;
  • e. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning of de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep;
  • f. het gebruik van de gronden ten behoeve van een paardrijdbak.

13.5. Ontheffing van de gebruiksregels
13.5.1. Mantelzorg

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 13.4. onder e en toestaan dat een vrijstaand bijgebouw wordt gebruikt voor bewoning, mits:

  • a. de bewoning van een bijgebouw uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • c. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte per bestemmingsvlak niet meer bedraagt dan 80 m².

13.5.2. Paardrijdbakken

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 13.4. onder f en toestaan dat gronden, voorzover gelegen binnen het bestemmingsvlak, worden gebruikt voor de aanleg van een paardrijdbak, mits:

  • a. de paardrijdbak zoveel mogelijk uit het zicht van de openbare weg wordt gesitueerd en goed landschappelijk wordt ingepast;
  • b. er vanwege de paardrijdbak geen hinder (geur, geluid, licht en stof) wordt veroorzaakt voor nabijgelegen woningen van derden (minimale afstand 50 m tot de woonbestemmingsgrens).