direct naar inhoud van Artikel 20: Verkeer
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0459.047509-VO01

Artikel 20: Verkeer

20.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen;
  • b. bruggen, dammen en/of duikers, en naar de aard daarmee gelijk te stellen kunstwerken;
  • c. sloten, bermen en beplanting;

en mede bestemd voor:

  • d. de bescherming van de functie van de in het aanliggende gebied gesitueerde molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element, ter plaatse van de algemene aanduidingsregel "Vrijwaringszone molenbiotoop";
  • e. het tegengaan van een te hoge geurbelasting op geurgevoelige objecten, ter plaatse van de algemene aanduidingsregel "Milieuzone geurzone";
  • f. het tegengaan van een te hoge geluidbelasting op geluidgevoelige objecten, ter plaatse van de algemene aanduidingsregel "Geluidszone industrie";
  • g. het tegengaan van een te hoge gevaarzetting op risicogevoelige objecten, ter plaatse van de algemene aanduidingsregel "Veiligheidszone LPG";
  • h. de bescherming van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen weg, ter plaatse van de algemene aanduidingsregel "Vrijwaringszone weg";

met de daarbijbehorende:

  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

20.2. Bouwregels
20.2.1. Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

20.2.2. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

  • de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 12,00 m bedragen.

20.3. Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het aanleggen van wegen en paden of anderszins inrichten van het bestemmingsvlak in afwijking van een ter plaatse aangegeven genummerd dwarsprofiel, dan wel, indien ter plaatse geen genummerd dwarsprofiel is aangegeven, in afwijking van het standaarddwarsprofiel.

20.4. Ontheffing van de gebruiksregels
20.4.1. Afwijken dwarsprofiel

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing van het bepaalde in lid 20.3. en toestaan dat wordt afgeweken van het voorgeschreven dwarsprofiel, mits:

  • a. hierdoor geen wezenlijke verandering in de geluidssituatie optreedt;
  • b. de verkeersveiligheid hierdoor niet onevenredig wordt aangetast;
  • c. tevens getoetst wordt aan de gevolgen voor de afwikkelingen van het openbaar vervoer.