direct naar inhoud van Artikel 32: Algemene aanduidingsregels
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0459.047509-VO01

Artikel 32: Algemene aanduidingsregels

32.1. Geluidzone industrie
32.1.1. Bouwregels

Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:

  • een op grond van de daar voorkomende bestemming(en) toelaatbaar geluidsgevoelig gebouw, of de uitbreiding daarvan, mag slechts worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege de rioolwaterzuivering van de gevel van dit geluidsgevoelige gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde.

32.1.2. Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met de algemene aanduidingsregel, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van niet-geluidsgevoelige gronden en bouwwerken als geluidsgevoelig object.

32.2. Milieuzone geurzone
32.2.1. Bouwregels

Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:

  • een op grond van de basisbestemmingen toelaatbaar geurgevoelig object, of de uitbreiding daarvan, mag slechts worden gebouwd indien de geurbelasting vanwege de rioolwaterzuivering de geurgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarden.

32.2.2. Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met de algemene aanduidingsregel, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van niet-geurgevoelige bouwwerken als geurgevoelig object.

32.3. Veiligheidszone lpg
32.3.1. Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.

32.3.2. Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

het bepaalde in lid 32.3.1. en toestaan dat beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, mits:

  • hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.

32.3.3. Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van de gronden en bouwwerken als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object.

32.3.4. Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

het bepaalde in lid 32.3.3. en toestaan dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt als beperkt kwetsbare object, mits:

  • hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.

32.3.5. Wijzigingsbevoegdheid

a Verwijderen aanduiding

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding "Algemene aanduidingsregel - Veiligheidszone lpg" wordt ter plaatse verwijderd, mits:

  • de betreffende risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd.

b Wijzigen aanduiding

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding "Algemene aanduidingsregel - Veiligheidszone lpg" voor een risicovolle inrichting ter plaatse wordt gewijzigd (verkleind), mits:

  • a. voor de risicovolle inrichting een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer is verleend of gewijzigd;
  • b. de ligging van de zone is afgestemd op de met deze vergunning corresponderende veiligheidsafstand ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen;
  • c. zich binnen de gewijzigde zone geen kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten bevinden.

32.4. Vrijwaringszone dijken
32.4.1. Bouwregels gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde

In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de algemene aanduidingsregel.

32.4.2. Bouwregels overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

  • de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van deze aanvullende bestemming, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer te water, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.

32.4.3. Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 32.4.1. en toestaan dat in de andere ter plaatse aangewezen bestemmingen genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:

  • a. vooraf advies wordt ingewonnen van het betreffende waterschap;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen waterkering.

32.4.4. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding "Vrijwaringszone dijken" ter plaatse van de kaart wordt verwijderd, mits:

  • het definitieve tracé van de reserveringszone is vastgesteld en de algemene aanduidingsregel op de plankaart aan dit tracé wordt aangepast.

32.5. Vrijwaringszone molenbiotoop
32.5.1. Bouwregels

Op of in deze gronden mag, in afwijking van het bepaalde in de ter plaatse voorkomende bestemming(en), niet hoger worden gebouwd dan:

  • a. binnen een afstand van 100 m van de molen: de bouwhoogte die gelijk is aan de hoogte van de onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen;
  • b. binnen een afstand van 100 m tot 400 m van de molen: de bouwhoogte genoemd onder a vermeerderd met 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk en de molen.

32.5.2. Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 32.5.1. en toestaan dat de in de ter plaatse voorkomende bestemming(en) genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:

  • vooraf advies wordt ingewonnen van de beheerder van de molen.

32.5.3. Aanlegvergunning

a Aanlegvergunningsplichtige werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ophogen van gronden hoger dan de op grond van de in lid 36.1. maximaal toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken;
  • b. het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande beplanting hoger dan de op grond van de in lid 36.1. maximaal toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken;
  • c. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties en apparatuur hoger dan de op grond van de in lid 36.1. maximaal toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken;

b Uitzonderingen

Het in lid 32.5.3. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan met een daarvoor benodigde vergunning.

c Voorwaarden

De in lid 32.5.3. genoemde vergunningen kunnen slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het huidige en/of het toekomstig functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering en/of de waarde van de molen als landschapselement, dan wel dat door het stellen van voorwaarden hieraan voldoende tegemoet gekomen kan worden. Voorafgaand moet advies worden ingewonnen bij de beheerder van de molen.

32.6. Vrijwaringszone weg
32.6.1. Bouwregels gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde

In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse voorkomende bestemming(en) mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de algemene aanduidingsregel.

32.6.2. Bouwregels gebouwen en overkappingen

Ten behoeve van deze algemene aanduidingsregel mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

32.6.3. Bouwregels bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

  • de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van deze algemene aanduidingsregel, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.

32.6.4. Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 32.6.1. en toestaan dat de in de andere ter plaatse voorkomende bestemming(en) genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:

  • a. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende wegbeheerder;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bescherming van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen weg.

32.6.5. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in dié zin dat de aanduiding "Vrijwaringszone weg" van de kaart wordt verwijderd, mits:

  • a. dit voortvloeit uit de aanleg of het verleggen, verbreden of versmallen c.q. opheffen van wegen;
  • b. dit voortvloeit uit een verandering in de klassering van de betreffende weg in de Provinciale Wegenverordening.