Artikel 27: Wijzigingsbevoegdheid
toelichting inhoudsopgave begripsbepalingen wijze van meten
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:
a. de bestemmingen “Maatschappelijke doeleinden” en “Groenvoorzieningen” wordt gewijzigd in de bestemmingen “Woondoeleinden 1” en/of “Woondoeleinden 3” en/of Woongebouw en/of “Groenvoorzieningen”, mits:
1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast binnen het gebied dat op de kaart is voorzien van de aanduiding “wijzigingsbevoegdheid overeenkomstig artikel 27 lid a”;
2. de woningbouw past binnen het bebouwingspatroon van de Meertensweg en de Broek;
3. het aantal te bouwen woonhuizen maximaal 8 zal bedragen;
4. een goede stedebouwkundige inpassing wordt nagestreefd met inachtneming van het bepaalde in paragraaf 3.4.2. van de toelichting, behorende bij dit plan;
5. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de bepalingen van respectievelijk artikel 3, artikel 5, artikel 6 en artikel 15 van toepassing zijn, met dien verstande dat:
- de goothoogte van een woongebouw ten hoogste 7,00 m zal bedragen;
- de bouwhoogte van een woongebouw ten hoogste 10,00 m zal bedragen.
b. de bestemmingen “Groenvoorzieningen”, “Park/bebossing” en “(Agrarische) cultuurgrond” worden gewijzigd in de bestemmingen “Woondoeleinden 1” en/of “Woondoeleinden 2” en/of “Woongebouw” en/of “Groenvoorzieningen” en/of “Verkeers- en verblijfsdoeleinden”, mits:
1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast binnen het gebied dat op de kaart is voorzien van de aanduiding “wijzigingsbevoegdheid overeenkomstig artikel 27 lid b”;
2. het aantal te bouwen woonhuizen maximaal 40 zal bedragen;
3. wordt aangesloten bij het bebouwingspatroon van de omgeving;
4. een goede landschappelijke en stedebouwkundige inpassing wordt nagestreefd met inachtneming van het bepaalde in paragraaf 3.2.2. van de toelichting, behorende bij dit plan;
5. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid, voor de gebieden die zijn aangegeven in figuur 9 van de toelichting behorend bij dit plan, de bouwwerkzaamheden worden begeleid door een deskundige op het gebied van archeologische monumentenzorg, die voldoet aan de door Burgemeester en Wethouders te stellen kwalificaties;
6. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de bepalingen van respectievelijk artikel 3, artikel 4, artikel 6, artikel 15 en artikel 18 van toepassing zijn, met dien verstande dat:
- de goothoogte van een woongebouw ten hoogste 7,00 m zal bedragen;
- de bouwhoogte van een woongebouw ten hoogste 10,00 m zal bedragen.