In deze regels wordt verstaan onder:
a. het plan:
het wijzigingsplan “Annen, Brink 1 Annen” als vervat in het GML-bestand
NL.IMRO.1680.ANNBRINK1-VW01 van de gemeente Aa en Hunze;
b. bestemmingsplan:
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij
behorende bijlagen;
c. aanduiding:
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar
ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het
bebouwen van deze gronden.
d. aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
e. ander bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw, geen bijbehorend bouwwerk en geen overkapping zijnde;
f. archeologisch onderzoek:
het verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen, en/of aan de hand
van veldonderzoek;
g. archeologische verwachting:
het vermoeden over het voorkomen van archeologische waarden in een gebied;
h. archeologische waarden:
waarden die aan een terrein en/of gebied zijn toegekend vanwege de kennis en
wetenschap van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke
aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
i. bebouwing:
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
j. bestaand:
ten aanzien van de legaal aanwezige bouwwerken en de werken, geen bouwwerken
zijnde, en werkzaamheden, en het overige gebruik:
- bestaand ten tijde van het inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
k. bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
l. bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
m. bijbehorend bouwwerk:
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel
bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de
aarde verbonden bouwwerk met een dak.
n. bouwen:
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het
vergroten van een bouwwerk.
o. bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
p. bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar
behorende bebouwing is toegelaten;
q. bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
r. bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de
regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
s. bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde
is verbonden.
t. coffeeshop:
een horecabedrijf, dat tot doel heeft het verstrekken van niet-alcoholische dranken voor
consumptie ter plaatse, met eventueel als nevenactiviteit het verstrekken van kleine
etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid, en van verdovende en/of hallucinogene
stoffen als bedoeld in bijlage II van de Opiumwet;
u. cultuurhistorische waarden:
De aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld
dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat
bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
v. erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, die is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of
vertoningen van erotische/pornografische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop,
een seksclub en een seksautomatenhal;
w. gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met
wanden omsloten ruimte vormt;
x. hoofdgebouw:
een gebouw, dat gelet op de bestemming, als belangrijkste bouwwerk valt aan te
merken;
y. kampeermiddel
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel
enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is
bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
z. landschappelijke waarden:
de cultuurhistorische en de visuele waarden van het landschap;
aa. Natuurlijke waarden:
De aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische,
bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied (bij de afweging
van het begrip natuurlijke waarden zullen de Natuurbeschermingswet en de Flora- en
faunawet steeds onderdeel van het toetsingskader zijn);
bb. normaal onderhoud:
het onderhoud dat, gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed
beheer, behoud en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende
bestemming behoren.
cc. overig bouwwerk:
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en
duurzaam met de aarde is verbonden.
dd. overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder, dan wel
met ten hoogste één wand;
ee. peil:
- voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw.
ff. prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander
tegen vergoeding;
gg. seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in de omvang
alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van
erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval
verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een
seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in
combinatie met elkaar;
hh. weg:
alle voor het openbaar rijverkeer of ander verkeer openstaande wegen of paden,
daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden
behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende
parkeergelegenheden;
ii. woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk
huishouden;