Plan: | Wijzigingsplan compensatiegronden Gasselterveld |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1680.BUICOMPGASSVELD-OW02 |
Zeldenrust Bos en Natuur B.V. heeft 14 percelen aangekocht ten behoeve van de natuurcompensatie. Op onderstaande kaart is de ligging van de percelen te zien. De gezamenlijke oppervlakte van deze percelen bedraagt ruim 35 hectare. De overige percelen zijn in bezit van Staatsbosbeheer en beslaan zo'n 6 hectare.
In het beekdal van het Andersche Diep worden graslanden en akkers, die tot voor kort in agrarisch gebruik waren, omgevormd tot natuurgebied. Ook worden enkele verspreid gelegen percelen, die in de aangrenzend aan het beekdal gelegen boswachterij liggen, bebost. Bos of natuurgrasland is mogelijk vanwege de bodemgeschiktheid en de ligging in het landschap. De nieuwe functie past beter in het landschapsecologische systeem dan een agrarische functie. Voor goed functionerende landschapsecologische relaties in het beeksysteem is het nodig dat infiltratie- en kwelgebieden ruimtelijk verbonden zijn en vrij van ongewenste voedingsstoffen, zowel in de lengte- als in de dwarsgradiënt.
![]() |
Compensatiegronden en natuurdoeltypen |
Op bovenstaande kaart is de ligging van alle compensatiegronden weergegeven. Dit wijzigingsplan heeft betrekking op twee van deze percelen. In deze paragraaf is beschreven hoe de beoogde toekomstige functie van deze twee percelen, en de beoogde natuurdoeltypen (Natuurbeheerplan Drenthe 2012) aansluiten op het landschap en de natuurwaarden (Gebiedsvisie Natuur, Bos en Landschap Drentsche Aa 1995).
Beoogde ontwikkeling
Aan de noordwestzijde van het Andersche Diep (ten westen van deelgebied Oostermade) worden tussen de weg Hoornse Bulten en het beekdal, twee percelen ingericht als bos. Dit gebied lag van oudsher (van voor 1850) buiten het beekdal, en maakte deel uit van vochtige heide. In de heide waren laaggelegen slenken aanwezig die naar de beek toe liepen. Eén van de percelen ligt bovenaan de flank in het gebied met een hoogte van circa NAP + 15 m. Deze hoogte verloopt naar circa NAP + 13,50 m in het lage deel van het beekdal.
De twee percelen worden omringd dor agrarische gronden (weiland en bouwland). De percelen grenzen aan de noordoostzijde en zuidoostzijde aan de flank van het beekdal met de graslandpercelen. In deze percelen kan neerslag infiltreren en in het beekdal als (licht) aangerijkt grondwater naar boven komen. Vanwege de ligging in het landschap, op de grens van landbouw en natuur, en de beperkte oppervlakte, is ontwikkeling van heide niet mogelijk. Daarom is vanwege de belangrijke functie als infiltratiegebied en de ligging in het landschap gekozen voor het natuurdoeltype bos. De grens van de beekdalflank wordt daarmee geaccentueerd door kenmerkende beekbegeleidende beplantingen. Bosjes buiten de grens van het open beekdal zijn passend in het landschap en de doelstelling voor het landschap: mozaïek van bossen, graslanden en heide. Door de aanplant van een inheemse loofbeplanting blijft de infiltratiefunctie intact en zal, ten opzichte van het bestaande agrarische gebruik, door de functieverandering de grondwaterkwaliteit in de loop der tijd in het beekdal verbeteren. Hierdoor wordt een bijdrage geleverd aan het scheppen van gunstiger omstandigheden voor de vegetaties op de beekdalflank. Zij kunnen zich dan, door het nemen van passende maatregelen die onder andere de hydrologische omstandigheden verbeteren, kwalitatief beter ontwikkelen. De nieuwe bosjes zorgen, samen met de (bijna) aangrenzend gelegen bosjes voor een versterking van de biodiversiteit van de bestaande kleine bosjes (Kansen voor metapopulaties).