Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bestemmingsplan Buitengebied Gasselte, Heetweg 1
Status: voorontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.1680.BUIHEETWEG1-VO01

Artikel 1 Begrippen

  
In deze regels wordt verstaan onder:
 
1.1 het plan:
het bestemmingsplan Buitengebied Gasselte, Heetweg 1 van de gemeente Aa en Hunze, zoals aangegeven op de verbeelding en in deze regels met als bijlagen de kaart met tekeningnummer NL.IMRO.1680.BUIHEETWEG1-VO01;
 
1.2 de verbeelding:
de verbeelding Bestemmingsplan Buitengebied Gasselte, Heetweg 1, bestaande uit de kaart met tekeningnummer NL.IMRO.1680.BUIHEETWEG1-VO01, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden en de bijbehorende verklaring zijn aangegeven;
 
1.3 aanduiding:
een op de plankaart aangegeven vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar - ingevolge de regels - regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
 
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding, indien het een vlak betreft;
 
1.5 agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) en/of het houden van dieren;
 
1.6 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
 
1.7 bestemmingsgrens:
een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak;
 
1.8 bestemmingsvlak:
een op de plankaart aangeven vlak met een zelfde bestemming;
 
1.9 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en
het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten,
vernieuwen of veranderen van een standplaats;
 
1.10 bouwgrens:
een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak;
 
1.11 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij
elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
 
1.12 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
 
1.13 bouwvlak:
een op de plankaart aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waarop gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
 
1.14 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
 
1.15 grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt;
 
1.16 kampeerboerderij:
een gebouw dat is bestemd voor recreatief verblijf ten behoeve van groepen,
waarbij wordt overnacht in gemeenschappelijke slaapzalen en/of kamers;
 
1.17 kampeermiddelen:
  1. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
  2. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.18 niet grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt;
 
1.19 openbare nutsvoorzieningen:
voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, zoals gas-, water-, elektriciteits- en
communicatievoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de inzameling van afval;
 
1.20 peil:
  1. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
1.21 reguliere bouwvergunning:
een bouwvergunning als bedoeld in artikel 44 lid 1 van de Woningwet;
 
1.22 scheidingslijn:
een op de plankaart aangegeven onderbroken lijn binnen een bestemmingsvlak
of binnen een bouwvlak met ter weerszijden daarvan verschillende regels;
 
1.23 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de
omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of
vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden;
onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf,
alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal,
sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
 
1.24 stedenbouwkundig beeld:
het beeld dat wordt opgeroepen door het samengaan van gebouwde elementen, beplantingselementen en onbebouwde ruimten;
 
1.25 zomerhuis:
een gebouw dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning.