direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Papenvoort 17, 21 en 25
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1680.BUIPAPENVOORT17-VB01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep of bedrijf;
  • c. met de bijbehorende tuinen en erven.
4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

4.2.1 Algemeen:
  • a. per bestemmingsvlak is maximaal 1 woning toegestaan;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw en de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 200 m², met dien verstande dat indien de oppervlakte van het bestaande hoofdgebouw meer bedraagt dan 150 m² maximaal 50 m² aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen is toegestaan.

4.2.2 Hoofdgebouwen:
  • a. het hoofdgebouw mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 3,50 meter, of niet meer dan de bestaande goothoogte indien die meer bedraagt;
  • c. de bouwhoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 8 meter, of niet meer dan de bestaande bouwhoogte indien die meer bedraagt;

4.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen:
  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • c. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 6 meter;
  • d. de afstand van vrijstaande bijgebouwen en overkappingen tot het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 25 meter.

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
  • a. voor het bouwen van overkappingen gelden de onder 4.2.3 opgenomen bouwregels;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag voor de voorgevellijn van het hoofdgebouw niet meer dan 1 meter bedragen en achter deze voorgevellijn niet meer dan 2 meter;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter.
4.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor (recreatieve) bewoning;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, zodanig dat:
    • 1. het bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf meer bedraagt dan één derde deel van het vloeroppervlak van de gebouwen op een bouwperceel;
    • 2. het bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf meer bedraagt dan 50 m²;
    • 3. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
    • 4. er detailhandel plaatsvindt;
    • 5. de activiteiten qua aard, omvang en uitstraling niet passen in een woonomgeving;
    • 6. de activiteiten meldingsplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
    • 7. er meer dan twee kamers ten behoeve van logiesverstrekking zijn;
    • 8. de kamers ten behoeve van logiesverstrekking voor meer dan vier personen worden gebruikt;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden, dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen, detailhandel en maatschappelijke voorzieningen, anders dan een aan huis verbonden beroep of bedrijf.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de

milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.3 onder a in die zin dat bijgebouwen worden gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
    • 1. een verzoek om toepassing van deze afwijking schriftelijk wordt ingediend en uit de aanvraag de behoefte aan mantelzorg blijkt van de persoon of personen voor wie de afhankelijke woonruimte is bedoeld;
    • 2. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte ten hoogste 80 m² bedraagt;
    • 3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en omliggende bedrijven;
  • b. het bepaalde in lid 4.3 onder b in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, waarbij niet wordt voldaan aan de voorwaarden genoemd in lid 4.3 onder b, mits:
    • 1. het gebruik ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf ondergeschikt blijft aan de woonfunctie;
    • 2. er geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de aan-huis-verbonden activiteiten;
    • 3. het bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf ten hoogste één derde deel van het gebruiksvloeroppervlak van de gebouwen op een bouwperceel bedraagt;
    • 4. het bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf ten hoogste 100 m² bedraagt.