direct naar inhoud van Artikel 9 Bos
Plan: Gasselternijveen dorp
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1680.GNV-OB01

Artikel 9 Bos

 

 

9. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bos’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    bos en bebossing;

b.    dagrecreatief medegebruik;

c.    voet- en rijwielpaden;

d.    speelvoorzieningen;

e.    waterlopen;

f.     het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege een industrieterrein van geluidsgevoelige objecten, ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone - industrie’;

g.    de bescherming van de belevingswaarde en het functioneren van de molen, ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘vrijwaringszone - molenbiotoop’;

waarbij het behoud, het herstel en de instandhouding van de landschappelijke en natuurlijke waarden wordt nagestreefd;

met de daarbijbehorende:

h.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

9. 2.       Bouwregels

9. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

9. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoog­ste 2,00 m bedragen

b.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

9. 3.       Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de ver­keersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

9. 4.       Aanlegvergunning

9. 4. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

a.    het kappen en/of rooien van bomen en/of houtgewas al dan niet aanwezig als erfbeplanting, wegbeplanting of schuilgele­genheid voor vee, niet zijnde bomen en/of houtgewas ­deel uitmakend van een grondgebonden agrarische teelt, voor zover de Boswet en/of de APV niet van toepassing is;

b. het aanleggen van ondergrondse, bovengrondse transport-, energie- en/of telecommunicatiekabels en/of -leidingen.

9. 4. 2. Het in lid 9.4.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

9. 4. 3. De in lid 9.4.1. genoemde vergunning kan slechts wor­den verleend, mits:

-      geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van de gronden.