direct naar inhoud van Artikel 21 Natuur
Plan: Gasselternijveen dorp
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1680.GNV-OB01

Artikel 21 Natuur

 

 

21. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Natuur’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en de landschappelijke waarden van de natuurgebieden;

b.    sloten, vaarten, poelen, meren en daarmee gelijk te stellen waterlopen en -partijen, mede bestemd voor waterberging;

met daaraan ondergeschikt:

c.    agrarisch medegebruik;

d.    dagrecreatief medegebruik;

e.    wegen en paden;

f.     openbare nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

g.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

21. 2.    Bouwregels

21. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

21. 2. 2. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

-       de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

21. 3.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten;

b.  het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;

c.    het aanleggen van nieuwe verharde wegen en paden.

21. 4.    Aanlegvergunning

21. 4. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

a.    het ontgronden, af- en/of vergraven, egaliseren, diepploegen en/of ophogen van gronden;

b.    het aanplanten en/of verwijderen van bomen en/of houtgewas, alsmede de verwijdering van bodem- en oevervegetaties;

c.    het graven en/of dempen, verdiepen en/of verbreden van sloten, vaarten, poelen, en daarmee gelijk te stellen waterlopen en/of -partijen;

d. het verharden en/of het verbreden van bestaande wegen en/of paden en/of het aanbrengen van oppervlakteverhardingen anders dan ten behoeve van het verharden en/of het verbreden van wegen en/of paden;

e.    het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van dagrecreatief medegebruik;

f.     het aanleggen en/of aanbrengen van oeverbeschoeiingen en/of aanlegplaatsen;

g.    het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.

21. 4. 2. Het in lid 21.4.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

a.    het normale onderhoud en/of het normale agrarische gebruik betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

21. 4. 3. De in lid 21.4.1. genoemde vergunningen kunnen slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en de natuurlijke waarden. Voor de in 21.4.1. sub a tot en met c genoemde activiteiten zullen uitsluitend vergunningen worden verleend als de activiteiten worden uitgevoerd in het kader van natuurbeheer.