Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Gasselternijveen-dorp, Oude Weer - natuurontwikkeling
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1680.GNVOUDEWEER-VG01

Artikel 11 Algemene aanduidingsregels

 
11.1 Vrijwaringszone - molenbiotoop
 
11.1 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone - molenbiotoop’ dat voor het bouwen van bouwwerken de volgende regel in acht moet worden genomen:
  • de maximale bouwhoogte van bouwwerken wordt bepaald aan de hand van de volgende formule: H = x/n + c.z, waarbij:
H = hoogte obstakel
X = afstand obstakel tot molen
N = omgevingsfactor 50 voor gesloten gebied
C = de constante = 0,2 (windreductie)
Z = askophoogte (stellinghoogte + 0,5 gevlucht)
 
Tot 150,00 m rond de molen mag de bouwhoogte van een bouwwerk maximaal de hoogte van de stelling bedragen: 6,20 m. Buiten deze afstand mag de bouwhoogte van een bouwwerk toenemen met 1/50 m voor elke meter dat het bouwwerk verder van de molen af komt te staan.
Deze regel geldt niet voor bestaande bouwwerken.
 
11.2 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
  • het bepaalde in lid 11.1 in die zin dat ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone - molenbiotoop’ de in de daar voorkomende bestemming(en) genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de beheerder van de molen.
11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (omgevingsvergunning) van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren binnen de aanduiding ‘vrijwaringszone – molenbiotoop’:
    1. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur;
    2. het ophogen van gronden;
    3. het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande begroeiing.
  2. Het onder a. vervatte verbod geldt niet voor:
    1. werken of werkzaamheden, die het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
    2. werken en werkzaamheden, welke ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren.
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, het huidige en/of het toekomstige functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering en/of waarde van de molen als landschapsbepalend element, niet onevenredig in gevaar wordt of kan worden gebracht.