Hoek Molenstraat Troelstralaan

5.5 Water

Voorheen was het plangebied in gebruik voor het Gomarus College en een detailhandelsvestiging. Deze panden zijn inmiddels gesloopt. Een gedeelte van het plangebied is nog verhard ten behoeve van parkeren en opslag.

De nieuwe ontwikkeling heeft een totaal bebouwde oppervlakte van circa 1.642 m2 (woningen, bergingen en parkeerterrein). De toename van het oppervlakte aan bebouwd gebied in het plangebied van voorliggend bestemmingsplan bedraagt circa 498 m2.

Het plangebied ligt in het beheergebied van het Waterschap Hunze en Aa's.

Waterparagraaf

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening moet in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf worden opgenomen. Hierin wordt ingegaan op de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie. Deze paragraaf is de weerslag van het overleg tussen de gemeente, de initiatiefnemer en het waterschap.

Bestaande waterhuishouding

Het plangebied is gelegen in de kern van Assen, waar de Vaart en het Kanaal als oppervlaktewateren aanwezig zijn, tussen het Noord- Willemskanaal en het Havenkanaal.

Door de aanwezigheid van een slecht doorlatende laag binnen de 0 en 3 m minus maaiveld komen er schijngrondwaterstanden voor die mogelijk overlast veroorzaken. Het plangebied is niet gelegen in een voor de waterbeheersing risicovol gebied en/of aandachtsgebied.

Riolering en hemelwater

Op dit moment ligt er een gemengd rioolstelsel in het plangebied van de nieuwe ontwikkeling. In de aangrenzende straat Mr. Groen van Prinsterelaan, ten oosten van de Albardastraat, ligt al wel een gescheiden rioolstelsel.

Het vuilwater van de woningen en het regenwater van de daken en verharding wordt gemengd geloosd op het gemengde rioolstelsel. Het gemengde rioolstelsel voert het afvalwater af via de Albardastraat, Mr. P.J. Troelstralaan naar de Molenstraat en Het Kanaal noordzijde. In de Molenstraat ligt ook een drainageriool ten behoeve van het reguleren van het grondwaterpeil in de rijweg.

Als uitgangspunt geldt dat bij de nieuwe ontwikkeling (op particulier terrein) een gescheiden riolering wordt aangelegd. Hierbij wordt het (nieuwe) dakoppervlak van woningen en bergingen en verharding aangesloten op een regenwaterleiding en het vuilwater van de woningen aangesloten op een vuilwaterleiding. Gezien het geheel bebouwde en verharde oppervlak van (de omgeving van) het gebied is infiltratie in de bodem niet aan de orde.

Overlast grondwater

Door de aanwezigheid van een slecht doorlatende laag zal bij de uitwerking van het bouwplan moeten worden nagegaan of het nodig is om maatregelen te nemen om grondwateroverlast te voorkomen.

Overlast oppervlaktewater

In de huidige situatie is het plangebied onbebouwd, maar wel gedeeltelijk verhard. Voorheen stond hier een winkelpand en een schoolgebouw. In de nieuwe situatie neemt het dakoppervlak met circa 467 m2 toe en neemt het wegoppervlak met 31 m2 toe. Met andere woorden, een toename van 498 m2. Voor deze verhardingstoename is bergingscompensatie nodig van 23 m3, dit is inclusief 3 m3 compensatie voor de klimaatsontwikkeling. Deze berging dient bij voorkeur te worden gerealiseerd in het plangebied zelf.

Gebruik materialen

Als voorwaarde aan de ontwikkeling wordt gesteld dat niet-uitlogende materialen worden toegepast.

Conclusie

Er ligt nog geen gescheiden rioolstelsel op de hoek Molenstraat/Mr. P.J. Troelstralaan ter hoogte van het plangebied. De gebouwriolering dient gescheiden te worden uitgevoerd, waarbij het vuilwater van het gebouw wordt geloosd op de vuilwaterriolering. Het regenwater van het dakoppervlak en de terreinverharding gescheiden uitvoeren als regenwaterleiding.

Er vindt een toename van verharding en dakoppervlak plaats van 498 m2, waarvoor een bergingsopgave is vereist. Daarnaast moet er als gevolg van de klimaatsverandering 13% meer berging worden gemaakt voor toename van verharding en dakoppervlak. De bergingsopgave wordt hierdoor circa 23 m3. Over deze bergingsopgave is nader overleg nodig tussen de gemeente, het waterschap en de initiatiefnemer.