Plan: | Norgerbrug en omgeving |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0106.08BP20102220-B001 |
Bij de beoordeling van het aspect externe veiligheid is gekeken naar het transport van gevaarlijke stoffen binnen het plangebied over de weg en de opslag, productie en verwerking van gevaarlijke stoffen binnen inrichtingen. De beoordeling van het externe veiligheidsrisico wordt uitgevoerd voor het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR) in de huidige situatie en de situatie met de bouwplannen. Daarbij vindt toetsing aan de normen van het PR en het GR plaats. Hiervoor heeft een RBM2-berekening plaatsgevonden.
Het plaatsgebonden risico (PR) is de berekende kans per jaar dat een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval bij een risicobron. Hierbij wordt aangenomen dat deze persoon permanent en onbeschermd verblijft op deze plaats. De berekende kans op overlijden door onder andere een transportongeval (het plaatsgevonden risico) mag maximaal 1 op één miljoen (10-6) per jaar zijn. De normering voor het plaatsgebonden risico is afhankelijk van de aard van het te beschermen object. Hierbij wordt een onderverdeling gemaakt in kwetsbare (bijvoorbeeld woningen en scholen) en beperkt kwetsbare objecten (bijvoorbeeld bedrijfsgebouwen en kantoren). De norm voor het plaatsgeboden risico (= PR10-6) is bij kwetsbare objecten een grenswaarde, waaraan moet worden voldaan. Deze norm is voor beperkt kwetsbare objecten een richtwaarde, waaraan zoveel mogelijk moet worden voldaan.
Naast het plaatsgebonden risico speelt bij de beoordeling van risico's rond bedrijven en wegen ook het groepsrisico (GR) een rol van betekenis. Het groepsrisico geeft inzicht in de cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een bedrijf of weg waarover transport van gevaarlijke stoffen mogelijk is. Voor het groepsrisico is landelijk géén harde norm bepaald, maar een oriëntatiewaarde vastgelegd.
Transport van gevaarlijke stoffen
Het vervoer van gevaarlijke stoffen naar en door het plangebied vindt uitsluitend plaats via de weg. In de directe omgeving van het plangebied zijn geen buisleidingen aanwezig. De afstand van het plangebied tot de spoorlijn Groningen – Zwolle is zodanig, dat ook hier geen effecten van zijn te verwachten. Voor zover bekend vindt er geen transport van gevaarlijke stoffen via de Drentse Hoofdvaart plaats, omdat deze vaarweg niet meer geschikt is voor de beroepsvaart.
Het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg zal plaatsvinden via de N371/Balkenweg/Hoofdweg en de N373/Norgervaart. Het gaat onder andere om LPG, benzine en diesel. Binnen het plangebied is in ieder geval sprake van transport van LPG naar Autobedrijf Hemmes (Kanaalweg 203B).
Voor de berekeningen van plaatsgebonden risico’s en groepsrisico’s in de huidige en nieuwe situatie is het rekenprogramma RBMII toegepast. Deze rekenmethode is door het ministerie van Verkeer en Waterstaat aangewezen als de standaard voor deze berekeningen.
Plaatsgebonden risico
Voor het plaatsgebonden risico (PR) wordt op basis van het vervoer geen 10-6 contour berekend. Sterker nog: in de huidige en nieuwe situatie wordt zelfs geen 10-7 contour berekend. In onderstaande afbeeldingen is de N371 in de huidige en nieuwe omgeving berekend met omliggende bebouwingsvlakken. Hierbij is het plaatsgebonden risico met de 10-8 contour weergegeven. Dit plaatsgebonden risico is gelijk voor de huidige situatie en de nieuwe situatie, aangezien het plaatsgebonden risico niet wijzigt als gevolg van een gewijzigde omgeving. Door de afwezigheid van de PR10-6 en PR10-7 contour voldoet het plaatsgebonden risico aan de wettelijke norm.
PR10-8 risicocontour in gemodelleerde omgeving van de huidige situatie
PR10-8 risicocontour in gemodelleerde omgeving van de toekomstige situatie
Groepsrisico
In onderstaande afbeelding wordt het groepsrisico in de huidige situatie weergegeven. De gestippelde lijn geeft de oriëntatiewaarde aan. Het licht gekleurde vlak eronder geeft het gebied weer van 0.1x tot 1x de oriëntatiewaarde. Het groepsrisico ligt onder de oriëntatiewaarde.
f/N curve van het groepsrisico in de huidige situatie
In onderstaande afbeelding wordt het groepsrisico in de nieuwe situatie weergegeven. Als gevolg van de nieuwe situatie neemt het groepsrisico minimaal toe maar blijft nog onder de oriëntatiewaarde. Het grootste gedeelte dat bijdraagt aan het groepsrisico ligt buiten het plangebied en betreft delen van Kloosterveen II.
f/N curve van het groepsrisico van de toekomstige situatie
Voor nieuwe situaties mogen er op grond van het BEVI geen kwetsbare objecten binnen een vastgestelde afstand tot een weg liggen. De grenswaarde van het plaatsgebonden risico voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is 10-6 per jaar. De berekening van de externe veiligheidsrisico’s toont aan dat de PR 10-6 contour niet aanwezig is bij de N371. Daardoor voldoet het plaatsgebonden risico aan de wettelijke norm.
De PR 10-8 kan worden beschouwd als het invloedsgebied van de weg op basis van het huidige transport. Dat wil zeggen dat bij de huidige aard en omvang van het transport van gevaarlijke stoffen de bouwplannen, buiten die contour vanaf de as van de weg een verwaarloosbare invloed heeft op het groepsrisico:
Verantwoording groepsrisico
De verantwoording voor het groepsrisico bestaat uit een aantal stappen. Deze stappen zijn:
Verantwoording groepsrisico vanwege risicovolle inrichtingen
Net buiten de grenzen van het plangebied van de gebiedsontwikkeling is een bedrijf aanwezig waar op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) sprake is van een verhoogd risico. Het betreft tankstation Hemmes aan de Kanaalweg 203b te Bovensmilde. Het verhoogde risico wordt veroorzaakt door de overslag, opslag (20 m3) en verkoop van LPG op deze locatie. In de onderstaande afbeelding zijn de PR-contouren (10-6) rondom het vulpunt, het afleverpunt en de opslag weergegeven. Tevens is in deze afbeelding het invloedsgebied (oranje cirkel) weergegeven. Dit invloedsgebied is van belang voor de beoordeling van het groepsrisico rond deze locatie.
Risicocontouren (PR) en invloedsgebied (GR) rond Tankstation Hemmes
Op basis van de bovenstaande afbeelding wordt duidelijk dat er binnen de PR10-6 contouren rondom de LPG-afleverinstallatie twee bedrijfswoningen aanwezig zijn. Deze bedrijfswoningen zijn aangemerkt als bestaande, beperkt kwetsbare objecten, waardoor er op dit moment geen sprake is van een knelpunt ten aanzien van het plaatsgebonden risico. Uitgaande van de informatie in de risicokaart Nederland, is binnen het invloedsgebied van tankstation Hemmes in de huidige situatie géén sprake van een overschrijding van de oriëntatiewaarde behorende bij het groepsrisico.
Doordat voor de aanleg van de omgelegde N371 de woning aan de Kanaalweg 200a gesloopt zal worden, zal sprake is van een afname van het aantal kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten in het invloedsgebied van tankstation Hemmes. Het groepsrisico zal hierdoor in de toekomstige situatie iets lager zijn dan in de huidige situatie. Door deze verlaging van het groepsrisico bestaat er géén noodzaak tot het uitvoeren van een QRA of het opstellen van een nadere verantwoording van het groepsrisico.
Verantwoording groepsrisico vanwege transport gevaarlijke stoffen
Algemeen
Kloosterveen III valt ruimschoots buiten de invloedsgebieden van ondergrondse NAM-leidingen, tankstations met LPG en de A28. Het zuidelijk deel van Kloosterveen III ligt gedeeltelijk binnen het invloedsgebied van de N371 (200 meter) en het westelijk deel gedeeltelijk binnen het invloedsgebied van de N373 (200 meter). De ligging binnen het invloedsgebied van de N371 en N373 impliceert dat ten behoeve van de geplande ruimtelijke ontwikkeling het groepsrisico verantwoord moet worden. Voor het transport van gevaarlijke stoffen is de Circulaire “Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen” vigerend. Voorts is geanticipeerd op het toekomstige “Besluit transportroutes gevaarlijke stoffen”.
Op 27 juli 2011 heeft de Hulpverleningsdienst Drenthe (HVD) een advies opgestuurd naar de gemeente Assen. Dit advies maakt onderdeel uit van de verantwoordingsplicht van het groepsrisico en helpt de gemeente om te komen tot een verantwoorde afweging van het groepsrisico. Naar aanleiding van bovengenoemd advies heeft de gemeente Assen op 20 september 2011 een overleg gehad met de lokale brandweer en HVD inzake de adviezen van de HVD met betrekking tot bestrijdbaarheid van branden en rampen.
Geadviseerde maatregelen vanwege externe veiligheid (HVD) en reactie daarop
Planologisch: Verantwoord het groepsrisico. De hier beschreven verantwoording groepsrisico externe veiligheid én het advies van de HVD vormen onderdeel van bedoelde verantwoording.
Voorkom de oprichting van (beperkt) kwetsbare objecten in het invloedsgebied van de N371 en N373 (uit navraag bij de HVD blijkt dat zij i.d.g. bedoelen scholen, bejaardenhuizen etc.).
Het is economisch niet verantwoord om de eerste huizen van Kloosterveen III op 200 meter van deze wegen te projecteren. Formeel gezien is dat ook niet noodzakelijk, mits het groepsrisico verantwoord wordt.
De afstand van de N373 tot de eerste huizenrij is al aanzienlijk (ca. 100 meter) gezien de geluidsnormering en vanwege het bergen van water in het plangebied. De afstand van de N373 tot het toekomstige scholencluster bedraagt circa 200 meter.
De afstand van de N371 tot de eerste huizenrij is aanzienlijk minder, omdat tussen de weg en de woonwijk een geluidswal/-scherm wordt aangelegd. Door de aanwezigheid van deze wal/scherm zal bij een eventuele calamiteit met gevaarlijke stoffen op de N371 het effect op het achterliggende gebied minder zijn.
Er zijn geen te adviseren milieuvergunningtechnische maatregelen. Eveneens zijn er geen overige (bijv. bouwkundige) te adviseren maatregelen. Informatieverstrekking aan burger en ondernemer: overweeg het aanbrengen van een WAS paal in Kloosterveen III.
De gemeente staat hier positief tegenover. Echter, er wordt eerst informatie ingewonnen over de situatie elders in de gemeente en de kosten en technische eisen. Bij de uitwerking in uitwerkingsplannen, dat ter beoordeling richting brandweer gaat, wordt hier op terug gekomen.
Bereikbaarheid op wijkniveau: belangrijk hierbij is dat de wijk Kloosterveen III vanuit twee onafhankelijke routes te bereiken is. Het is dringend aan te raden dit in nauw overleg te doen met de brandweer Assen.
Kloosterveen III is straks op meerdere manieren te bereiken door de hulpdiensten, namelijk via:
Deze ontsluiting is volgens de brandweer voldoende. Wel bleek dat de ontsluiting van vooral de noordzijde van Kloosterveen III en II aandacht verdiend. Uitgezocht wordt of deze ontsluiting via de route Maria Montessoriweg-Asserwijk-(nieuwe) fietspad Pitteloseweg kan gaan lopen. Dit wordt uitgewerkt in een concept uitwerkingsplan dat ter beoordeling naar de brandweer gaat.
Bereikbaarheid op perceelniveau: houd bij het bepalen van de infrastructuur rekening met de bereikbaarheid voor de brandweer. Het is dringend aan te raden dit in nauw overleg te doen met de brandweer Assen De brandweer heeft aangegeven dat doodlopende straten een probleem geven. Stedenbouwkundig is aangegeven dat doodlopende stukken van meer dan 40 meter een keerlus krijgen. Ook dit wordt uitgewerkt in uitwerkingsplannen die naar de brandweer ter beoordeling gaan.
Bluswatervoorziening: realiseer voldoende bluswater. Te denken valt aan bijvoorbeeld bluswaterriolen. Doe dit in nauw overleg met de brandweer Assen. Conform landelijk beleid zal in Kloosterveen III niet meer met brandkranen worden gewerkt, maar met tankwagens. Gezien de ligging van Kloosterveen III is het noodzakelijk dat langs de Norgervaart een opstelplaats voor deze tankwagen komt. Op deze opstelplaats kan de tankwagen bij een grote brand in Kloosterveen oppervlaktewater (bij)tanken. Afgesproken is dat de HVD een opstelplaats langs de Norgervaart, op grondgebied van de gemeente Midden-Drenthe, regelt. Bij de uitwerking in uitwerkingsplannen wordt hierop teruggekomen.
Conclusie HVD: De kans op een calamiteit met transport van gevaarlijke stoffen is niet ondenkbeeldig. Met de doorvoering van de geadviseerde veiligheidsmaatregelen en –voorzieningen door de betrokken partijen kan de veiligheid zoveel mogelijk geoptimaliseerd worden. Partijen dienen zich echter te realiseren dat ook na het optimaliseren van de veiligheid nog steeds een ramp of zwaar ongeval mogelijk is (restrisico). Het is daarom van belang dat bestuurders zich bewust zijn van dit restrisico.
Hoewel de kans op een betreffende ramp of zwaar ongeval zeer klein is, is deze inderdaad aanwezig. De conclusie van de HVD wordt onderschreven.
Ten aanzien van de bereikbaarheid en bluswatervoorziening in Kloosterveen III wordt benadrukt dat zorgvuldige afstemming met brandweer Assen in dit stadium zeer waardevol is om tot een goed resultaat te komen. De uitwerkingsplannen zullen ter beoordeling aan de brandweer worden voorgelegd.