direct naar inhoud van Artikel 5 Agrarisch met waarden - Beekdalen 2
Plan: Loon 2012
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.99BP20095500-A001

Artikel 5 Agrarisch met waarden - Beekdalen 2

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Agrarisch met waarden - Beekdalen 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud en herstel van de landschappelijke en natuurlijke waarden van beekdalen. Onder behoud en herstel van de landschappelijke en natuurlijke waarden wordt niet verstaan de aanleg van landschapselementen groter dan 1 hectare;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - aardkundig waardevol' ook voor de bescherming van de aardkundige waarden;
  • c. uitoefening van het agrarisch bedrijf, met uitzondering van hout-, boom- en/of fruitteelt;
  • d. de bestaande paardenbakken, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenbakken';
  • e. de bestaande dagrecreatieve terreinen;
  • f. dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van voet-, fiets- en ruiterpaden picknickplaatsen, parkeervoorzieningen, visoevers en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
  • g. verkeer (uitsluitend voorzover het de bestaande wegen betreft), met dien verstande dat het aantal rijstroken ten hoogste twee bedraagt;
  • h. de waterhuishouding, waaronder waterberging.

5.2 Bouwregels

Op de voor "Agrarisch met waarden - Beekdalen 2" aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

5.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
5.2.2 Andere-bouwwerken

Voor het bouwen van andere-bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. (sleuf)silo's, windmolens, mestopslagplaatsen en andere-bouwwerken ten dienste van de verlichting van paardenbakken mogen niet worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van andere-bouwwerken ten dienste van het verkeer als bedoeld in lid 5.1, sub g mag ten hoogste 12 m bedragen;
  • c. bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige andere-bouwwerken mag ten hoogste 3,00 m bedragen.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, indien de afstand tot de as van de weg minder bedraagt dan 20,00 m, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de cultuurhistorische en landschappelijke waarden;
  • c. de milieusituatie;
  • d. externe veiligheid;
  • e. de verkeerssituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen:

  • a. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten;
  • b. het gebruik van de gronden ten behoeve van hout-, boom- en/of fruitteelt;
  • c. het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen binnen 50 m van woningen, bedrijfswoningen, sport- en recreatievoorzieningen en maatschappelijke voorzieningen
  • d. het gebruik van de gronden als paardenbak, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenbakken'.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Boomgaarden

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.4 sub b en c voor het gebruik van de gronden ten behoeve van hout-, boom- en/of fruitteelt, met dien verstande dat binnen een afstand van 50 m van woningen, bedrijfswoningen, sport- en recreatievoorzieningen en maatschappelijke voorzieningen geen chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt dan wel er zodanige voorzieningen worden getroffen dat zich geen chemische bestrijdingsmiddelen buiten de boomgaard c.q. het betreffende bouwperceel kunnen verspreiden.

5.5.2 Afwegingskader

De in lid 5.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de cultuurhistorische en landschappelijke waarden;
  • c. de milieusituatie;
  • d. externe veiligheid;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de verkeerssituatie;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

5.6.1 Omgevingsvergunningplichtige werken

Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en/of werkzaamheden, geen bouwwerken en normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden zijnde, uit te voeren op de voor " Agrarisch met waarden - Beekdalen 2 " aangewezen gronden:

  • a. het aanleggen van dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van voet-, fiets- en ruiterpaden, picknickplaatsen parkeervoorzieningen en de inrichting van visoevers;
  • b. het verharden van onverharde wegen en paden;
  • c. de aanleg van wegen en voet-, fiets- en ruiterpaden;
  • d. het aanbrengen of verwijderen van ondergrondse leidingen;
  • e. het aanbrengen van houtwallen, houtsingels en bomenrijen, met uitzondering van erfbeplanting;
  • f. het ophogen, ontgronden, egaliseren, ontginnen en diepploegen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - aardkundig waardevol';
  • g. het zoeken naar delfstoffen.

5.6.2 Weigering

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.6.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, gelet op de beoordeling aan de hand van het bepaalde in bijlage 1 REG Loon 2012 - toets beekdalen 2 niet toelaatbaar is.

5.6.3 Beoordeling

Voorzover voor meerdere werken en/of werkzaamheden vergunningen als bedoeld in lid 5.6.1 worden gevraagd en deze in één (inrichtings)plan zijn ondergebracht, wordt dit plan in zijn geheel in de beoordeling betrokken.

5.6.4 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.6.1 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende omgevingsvergunning.