direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Assen - Anreperstraat 204
Status: Voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.99BP20111002B-A001

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
    • 1. een aan-huis-gebonden beroep;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;

met de daarbijbehorende:

  • c. tuinen en erven;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:

  • de gezamenlijke oppervlakte van een hoofdgebouw, aan- en uitbouwen en bijgebouwen zal ten hoogste 250 m² per bouwperceel bedragen.

4.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. de goothoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 8,00 m bedragen.

4.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen dienen ten minste 3,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan te worden gebouwd, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding "bijgebouwen" in welk geval een bijgebouw voor de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan mag worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van een aan- of uitbouw of een aangebouwd bijgebouw zal ten hoogste gelijk zijn aan de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • c. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of bijgebouw zal ten hoogste 6,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte ten minste 2,00 m minder bedraagt dan de bouwhoogte van het hoofgebouw;
  • e. de dakhelling van een aan- of uitbouw of bijgebouw zal ten hoogste de dakhelling van het hoofdgebouw bedragen.

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevels(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeerssituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.2.3 sub a in die zin dat een aan- of uitbouw of een bijgebouw tot ten minste 1,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt gebouwd;
  • b. het bepaalde in lid 4.2.3 sub a en b in die zin dat een carport deels vóór de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt gebouwd, mits:
    • 1. de oppervlakte van een carport ten hoogste 20 m² bedraagt;
    • 2. de afstand van een carport tot de zijdelingse perceelgrens ten minste 1,00 m bedraagt;
    • 3. de carport ten hoogste 1,00 m vóór de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan wordt gebouwd;

4.4.2 Afwegingskader

De in lid 4.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeerssituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een horecabedrijf;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden anders dan in de vorm van een aan-huis-gebonden beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep, zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte:
    • 1. meer bedraagt dan 50% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
    • 2. meer bedraagt dan 40 m².

4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.6.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.5sub d in die zin dat de gronden en bouwwerken, in combinatie met het wonen worden gebruikt ten behoeve van een aan- huis-gebonden bedrijf, mits de bedrijfsvloeroppervlakte:

  • a. niet meer bedraagt dan 50% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
  • b. niet meer bedraagt dan 40 m².

4.6.2 Afwegingskader

De in lid 4.6.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, indien:

  • a. het gebruik zowel naar aard als voor wat betreft de visuele aspecten ervan met het woonkarakter in overeenstemming is en de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft;
  • b. uitsluitend bedrijven in Bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2 en daarmee naar de aard en invloed daarmee gelijk te stellen bedrijven met uitzondering van geluidszoneringsplichtige, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven zijn toegestaan;
  • c. het gebruik geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;
  • d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
    • 1. de woonsituatie;
    • 2. de milieusituatie;
    • 3. de verkeerssituatie;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.