direct naar inhoud van Artikel 16 Wonen
Plan: Zoeterwoude, Dorp-West
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0638.BP00001-0001

Artikel 16 Wonen

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen en in samenhang daarmee voor de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'garage': garages en bergplaatsen ten behoeve van de woningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte': tevens voor praktijkruimte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats': ten hoogste vier woonwagenstandplaatsen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, parkeervoorzieningen, tuinen en water.
16.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

16.2.1 (Hoofd)gebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • d. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen, met dien verstande dat:
    • 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt;
    • 3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt, met dien verstande dat:
      • de breedte van een nieuw te bouwen dakkapel gelijk mag zijn aan een bestaande dakkapel in dezelfde rij van twee of meer woningen, met een maximum van 70% van het dakvlak;
      • ter plaatse van 'specifieke bouwaanduiding-1' de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw meer dan 50% van het dakvlak mag bedragen;
    • 4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van het hoofdgebouw ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt;
  • e. de bouwhoogte van losstaande garages mag worden overschreden door hellende dakvlakken tot ten hoogste 4,5 m;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' zijn uitsluitend gestapelde woningen toegestaan en mag de grens met de direct aangrenzende bestemmingen Verkeer - Verblijfsgebied en Tuin met ten hoogste 1 m worden overschreden ten behoeve van balkons en/of luifels;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' bedraagt het aantal woningen ten hoogste het aantal dat met deze aanduiding is aangegeven.

16.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
  • a. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • b. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m tot een maximum van 4,5 m;
  • c. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m, tenzij met de maatvoeringaanduiding een andere maximale bouwhoogte is aangegeven;
  • d. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot perceelsgrenzen bedraagt 0 of ten minste 1 m;
  • e. de diepte van aan- en uitbouwen achter het hoofdgebouw, gemeten vanuit de gevel van het hoofdgebouw waaraan de aan- of uitbouw wordt gebouwd, bedraagt ten hoogste 2,5 m;
  • f. de breedte van een aan- of uitbouw naast het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 3 m;
  • g. de afstand van een bijgebouw tot het hoofdgebouw bedraagt ten minste 3 m;
  • h. balkons zijn uitsluitend op aan- en uitbouwen achter de woning toegestaan;
  • i. in afwijking van sub h zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-3' balkons op de aan- en uitbouwen en bijgebouwen voor de voorgevel toegestaan;
  • j. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen bedraagt ten hoogste 40% van het zij- en achtererf met een maximum van 40 m²;
  • k. in afwijking van sub j bedraagt de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-4' ten hoogste 50 m²;
  • l. in afwijking van sub j bedraagt de gezamenlijke oppervlakte van bergruimten ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' ten hoogste 60 m²;
  • m. ten minste 25 m² van het zij- en achtererf dient onbebouwd en onoverdekt te blijven.

16.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor wat betreft de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt het bepaalde in artikel 21.2.

16.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor zelfstandige bewoning is niet toegestaan;
  • b. het gebruik van gedeelten van woningen voor kantoor- en/of praktijkruimte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan, voor zover:
    • 1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
    • 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
    • 3. het vloeroppervlak voor kantoor- en/of praktijkruimte of de bedrijfsmatige activiteit niet groter is dan 30% van het gezamenlijk vloeroppervlak van het hoofdgebouw en aan- en uitbouwen tot ten hoogste 40 m²;
    • 4. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
    • 5. het beroep of de activiteit door de bewoner wordt uitgeoefend;
    • 6. geen horeca en detailhandelsactiviteiten plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van het aan-huis-gebonden beroep en/of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.