direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch met Waarden - Natuur- en Landschapswaarden
Plan: Zoeterwoude, Dorp-West
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0638.BP00001-0001

Artikel 4 Agrarisch met Waarden - Natuur- en Landschapswaarden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud en de versterking van de aanwezige natuur- en landschapswaarden, waarbij het open veenweidegebied met het karakteristieke slotenpatroon en waardevolle doorzichten behouden dient te worden;
  • b. agrarisch natuur- en landschapsbeheer;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen en water.
4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag niet worden gebouwd met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen waarvan de bouwhoogte ten hoogste 2 m bedraagt.

4.3 Aanlegvergunning
4.3.1 Aanlegverbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en Landschapswaarden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 40 cm en ontginnen (onder andere egaliseren, ophogen, afgraven, diep ploegen);
  • b. graven en dempen van sloten, afdammen, herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater, tenzij de werkzaamheden betrekking hebben op de aanleg van duurzame kavelscheiding bij paardenweides;
  • c. aanleggen van drainage (geldt niet voor het vervangen van bestaande drainage);
  • d. het aanleggen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • e. het beplanten van gronden van houtgewassen, ter plaatse van de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant;
  • f. het aanleggen of verharden van paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen.

4.3.2 Ontheffing op aanlegverbod

Het verbod zoals genoemd in lid 4.3.1 van dit artikel is niet van toepassing:

  • a. op werken of werkzaamheden die:
    • 1. betrekking hebben op normaal onderhoud, beheer en gebruik overeenkomstig de bestemming, het vellen of rooien van geriefbosjes daaronder niet begrepen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
    • 3. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende aanlegvergunning;
  • b. alsmede op:
    • 1. het aanleggen van paden voor zover dit voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is;
    • 2. het aanbrengen van leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, voor zover dit - gelet op de waarden van het agrarische gebied - van geringe betekenis moet worden geacht.

4.3.3 Voorwaarde voor de aanlegvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.3.1, zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de landelijke en/of natuurlijke waarden van de gronden met de bestemming Agrarisch met Waarden - Natuur- en Landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

4.3.4 Advisering over de aanlegvergunning

Alvorens over een aanlegvergunning te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de deskundige inzake natuur en landschap omtrent de vraag of wordt voldaan aan het bepaalde in lid 4.3.3.

4.4 Wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van ecologische verbindingszones

Burgemeester en wethouders kunnen - met toepassing van artikel 3.6 Wro - de gronden met de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en Landschapswaarden wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van het volgende:

  • een besluit tot planwijziging wordt niet eerder genomen dan nadat de betrokken gronden op vrijwillige basis als natuurgebied aan een terreinbeherende instantie in eigendom zijn overgedragen, dan wel, indien verwerving door een terreinbeherende instantie niet aan de orde is, de afspraken met betrekking tot de inspanningsverplichtingen en vergoedingen om tot bepaalde natuurdoeltypen te komen, in een conceptnotariële akte zijn vastgelegd.