direct naar inhoud van 4.7 Externe veiligheid
Plan: Dorp-West
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0638.BP00001-ONT1

4.7 Externe veiligheid

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of leidingen.

Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken3 en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Hierbij is de risicocontour van 10-6 maatgevend voor nieuwe ontwikkelingen4.

Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval in een inrichting waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De normen voor het GR hebben een oriënterende waarde (inspanningsverplichting). Indien de oriënterende waarde voor het GR wordt overschreden, legt dit in het algemeen ook ruimtelijke beperkingen op aan een gebied buiten de 10-6-contour (PR).

Bedrijvigheid

Op 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. Voor het PR geldt volgens het Bevi een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten 5. Beide liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Deze normen gelden zowel voor nieuwe als voor bestaande situaties. Daarnaast bevat het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR rondom deze inrichtingen.

In het plangebied en zijn directe omgeving zijn geen bedrijven aanwezig die vallen onder het Bevi.

Vervoer gevaarlijke stoffen over de weg

Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is in december 2009 de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen gepubliceerd. In deze circulaire is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen opgenomen (PR en GR). In nieuwe situaties geldt voor het PR een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten op een niveau van 10-6 per jaar.6 Uit de circulaire blijkt dat op meer dan 200 m afstand vanaf de route het aspect externe veiligheid geen beperkingen oplegt aan het ruimtegebruik. Uit de circulaire blijkt voorts dat bij het vervoer van gevaarlijke stoffen beargumenteerd van de grenswaarde, richtwaarde en oriënterende waarde mag worden afgeweken.

Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is in december 2009 de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen gepubliceerd. In deze circulaire is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen opgenomen (PR en GR). In nieuwe situaties geldt voor het PR een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten op een niveau van 10-6 per jaar7. Uit de circulaire blijkt dat op meer dan 200 m afstand vanaf de route het aspect externe veiligheid geen beperkingen oplegt aan het ruimtegebruik. Uit de circulaire blijkt voorts dat bij het vervoer van gevaarlijke stoffen beargumenteerd van de grenswaarde, richtwaarde en oriënterende waarde mag worden afgeweken.

Binnen de grenzen van Zoeterwoude is een route gevaarlijke stoffen vastgesteld. Aan de westzijde grenst het plangebied aan de N206 (Burg. Detmerweg). Hierover vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Uit de risicoatlas wegtransport gevaarlijke stoffen (AVIV 2003) blijkt dat de PR 10-6-contour van de N206 niet buiten de weg ligt. De PR 10-8-contour, die als indicatie van de grens van het invloedsgebied voor het GR kan worden beschouwd, ligt op 39 m vanaf de wegas. Uit de gegevens uit de risicoatlas blijkt verder dat de oriëntatiewaarde voor het GR langs de N206 niet wordt overschreden. Ook over de A4 vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Uit de risicoatlas wegtransport gevaarlijke stoffen blijkt dat de PR 10-6-contour niet buiten de weg ligt. De PR 10-8-contour ligt op een afstand van 160 m uit de as van de weg. Het GR ligt volgens de informatie uit de risicoatlas ver onder de oriënterende waarde.

In het bestemmingsplan worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die leiden tot een relevante toename van de personendichtheid in het gebied en daarmee tot een toename van het GR. De afstand van de hobbymatige dierenhouderij tot de A4 bedraagt circa 80 m. De bijdrage van de hobbymatige dierenhouderij aan de personendichtheid binnen het invloedsgebied van de A4 is verwaarloosbaar.

De afstand van de bed & breakfast tot de A4 bedraagt meer dan 500 m, de afstand tot de N206 bedraagt meer dan 250 m, dus buiten het invloedsgebied van deze wegen.

Transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen

Voor ruimtelijke plannen in de omgeving van leidingen waardoor gevaarlijke stoffen worden vervoerd waren de volgende circulaires van toepassing:

  • a. de circulaire Zonering langs hoge druk aardgastransportleidingen (1984);
  • b. de circulaire Bekendmaking van beleid ten behoeve van de zonering langs transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1-, K2- en K3-categorie (1991).

Op grond van de circulaires golden voor nieuw te bouwen objecten toetsings- en bebouwingsafstanden. Deze circulaires wordt op korte termijn vervangen door het Besluit externe veiligheid buisleidingen. In dat besluit wordt aangesloten bij de risicobenadering uit het Bevi waarmee ook voor buisleidingen normen voor het PR en het GR zullen gelden. Voor hogedruk aardgasleidingen is van belang dat het Ministerie van VROM, vooruitlopen op het besluit, een brief van de Gasunie heeft gepubliceerd met daarin inventarisatieafstanden voor het groepsrisico. De minister adviseert om bij de vaststelling van ruimtelijke plannen met deze afstanden en het in voorbereiding zijnde besluit rekening te houden.

Buiten het plangebied ligt langs de A4 een aantal hoofdaardgastransportleidingen. Op basis van de circulaire uit 1984 geldt voor de leidingen een bebouwingsafstand van 5 m aan weerszijden en een toetsingsafstand van 115 m aan weerszijden. Binnen deze afstanden worden in het bestemmingsplan geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogelijk gemaakt. Volgens de nieuwe regelgeving die in ontwikkeling is, dient rekening te worden gehouden met een inventarisatiezone van 430 m. De ontwikkelingen die het plan mogelijk maakt binnen deze zone (hobbymatige dierenhouderij) leiden niet tot een relevante toename van de personendichtheid in het gebied. Gezien de aard van de omgeving (lage dichtheid bebouwing binnen het invloedsgebied) wordt gesteld dat de oriëntatiewaarde van het GR in de huidige situatie niet wordt overschreden.

Conclusie

Uit het oogpunt van externe veiligheid zijn er geen belemmeringen voor de vaststelling van het bestemmingsplan.