direct naar inhoud van Artikel 5 Groen
Plan: Barrepolder 2010
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0638.BP00004-VOW3

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsregels

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groen,water, speelvoorzieningen, voet-/fietspaden en toegangswegen/in- en uitritten;
  • b. nutsvoorzieningen;

alsmede voor:

  • c. ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom' de instandhouding en bescherming van een waardevolle boom;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-transportbaan' een goederentransportbaan;

met dien verstande dat:

  • e. in de eerste plaats het bepaalde in Artikel 11 van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Leiding';
  • f. in de eerste plaats het bepaalde in Artikel 13 van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie-2';
  • g. in de eerste plaats het bepaalde in Artikel 14 van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waterstaat-Waterkering'.
5.2 Bouwregels:

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Op deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan volgens het bepaalde in 16.2 van deze regels.

5.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

De voor 'Groen' aangewezen gronden mogen niet voor parkeren worden gebruikt.

5.4 Aanlegvergunningen
5.4.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom' is het verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke aanlegvergunning van burgemeester en wethouders, bomen te vellen of rooien.

5.4.2 Uitzonderingen

Het onder 5.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik of beheer betreffen;
  • b. noodzakelijk zijn voor de realisering van een bouwwerk waarvoor de ontheffing zoals bedoeld in 5.2 is verleend;
  • c. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

5.4.3 Toetsingscriteria

De in 5.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de uitvoering van het werk, dan wel door de daarvan (in)direct te verwachten gevolgen, geen blijvende afbreuk wordt gedaan aan de instandhouden en bescherming van de aangeduide waardevolle boom, en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.