direct naar inhoud van Artikel 9 Water
Plan: Barrepolder 2010
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0638.BP00004-VOW3

Artikel 9 Water

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water ten behoeve van de waterhuishouding;
  • b. verkeer over water;
  • c. met de daarbij behorende bruggen, duikers, dammen en andere kunstwerken, verkeersregeling en verkeersgeleiding, wegaanduiding en verlichting, nutsvoorzieningen;

alsmede voor:

  • d. ter plaatse van de aanduiding 'brug' een brug over het water;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom' de instandhouding en bescherming van een waardevolle boom;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-transportbaan' een goederentransportbaan;

met dien verstande dat:

  • g. in de eerste plaats het bepaalde in Artikel 11van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Leiding';
  • h. in de eerste plaats het bepaalde in Artikel 13 van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie-2';
  • i. in de eerste plaats het bepaalde in Artikel 14 van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waterstaat-Waterkering'.
9.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Op de voor Water aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.

9.3 Aanlegvergunningen
9.3.1 Verbod

Op de voor 'Water' aangewezen gronden is het verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke aanlegvergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het aanleggen van oeverbeschoeiing, kaden en/ of aanlegplaatsen, aanmeerpalen, bewegwijzering en voorzieningen ten behoeve van de geleiding van het verkeer over water;
  • b. het aanbrengen of verwijderen van bovengrondse of ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • c. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem
  • d. het wijzigen van de waterhuishouding zoals draineren, het uitdiepen, dempen, graven en/of verleggen van waterlopen.

9.3.2 Uitzonderingen

Het onder 9.3.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik of beheer betreffen;
  • b. noodzakelijk zijn voor de realisering van een bouwwerk waarvoor de aanvraag tot bouwvergunning is gehonoreerd;
  • c. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

9.3.3 Toetsingscriteria

De in 9.3.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de uitvoering van het werk, dan wel door de daarvan (in)direct te verwachten gevolgen, geen blijvende afbreuk wordt gedaan aan de instandhouding en bescherming van de aangeduide waardevollle boom, en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.