direct naar inhoud van 4.6 Bedrijven en milieuhinder
Plan: Zoeterwoude, Sportcomplex Meerburgerpolder
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0638.BP00005-0001

4.6 Bedrijven en milieuhinder

Beleid en normstelling

Ten aanzien van ontwikkelingen in het plan dient rekening te worden gehouden met eventuele milieuhinder door omliggende bedrijven. Uitgangspunt daarbij is dat bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt en dat ter plaatse van milieugevoelige functies sprake is van een aanvaardbaar leef- en verblijfsklimaat. Voor de afstemming tussen milieugevoelige en milieuhinderlijke functies wordt milieuzonering toegepast. Daarbij wordt gebruikgemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering (editie 2009) waarin richtafstanden zijn opgenomen ten opzichte van een rustige woonwijk. Milieuzonering beperkt zich tot de milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geluid, geur, gevaar en stof.

Indien bedrijfsactiviteiten en hindergevoelige functies reeds naast elkaar voorkomen of indien er reeds sprake is van een verhoogde milieubelasting, bijvoorbeeld in de buurt van drukke wegen, kan het gebiedstype 'gemengd gebied' worden gehanteerd. In dat geval kunnen kortere richtafstanden worden gehanteerd ten opzichte van gebied. Uit jurisprudentie volgt dat de afstandsstappen uit de publicatie bedrijven en milieuzonering in dat geval met één afstandsstap kunnen worden teruggebracht.

Onderzoek

In het plan is sprake van een sportcomplex met bijbehorende sportkantine dat reeds via een vrijstelling ex artikel 19 WRO (oud) mogelijk is gemaakt. Het plan maakt geen ontwikkeling van woningbouw mogelijk. Ten oosten van het plangebied is het bestaande bedrijventerrein Grote Polder gelegen waar op grond van de algemene toelaatbaarheid in het vigerende plan bedrijvigheid tot en met categorie 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten mogelijk is. Voor deze bedrijven geldt een richtafstand van 300 m tot een rustige woonwijk. Ondanks dat het sportcomplex met het bijbehorende clubgebouw niet wordt aangemerkt als milieugevoelige bestemming, is wel beoordeeld of er sprake is van een voldoende leef- en verblijfsklimaat. Gelet op de afstand tot de sportvelden, die circa 100 m bedraagt, en de gemiddelde verblijfstijd van bezoekers van het sportcomplex, zal er in de beoogde situatie geen sprake zijn van onaanvaardbare milieuhinder. Het sportcomplex vormt tevens geen belemmering voor de bedrijfsvoering van huidige en toekomstige bedrijven op het bedrijventerrein.

Het sportcomplex zelf vormt een milieubelastende activiteit voor de aanwezige woningen in de omgeving van het plangebied. Voor veldsportcomplexen met kunstverlichting is en richtafstand van 50 m ten opzichte van een rustige woonwijk van toepassing (categorie 3.1). Aangezien de afstand tot de meest nabijgelegen woning ruim meer dan 50 m bedraagt, zal er geen sprake zijn van milieuhinder ter plaatse van de woningen.

Lichtonderzoek

Vanwege de aanwezigheid van een kunstlichtinstallatie bij de drie sportvelden van het sportcomplex, is in het kader van de artikel 19 vrijstellingsprocedure voor het sportcomplex een lichtonderzoek uitgevoerd6. De resultaten van dat onderzoek zijn met name relevant voor de geplande ontwikkelingen in het overige deel van het gebied Meerburgpolder. Deze ontwikkelingen maken geen deel uit van het voorliggende plan. Aangezien nog niet bekend is waar de toekomstige woningbouwontwikkeling plaatsvindt, kan niet nader worden ingegaan op de mogelijke effecten van lichtingsinstallaties op toekomstige woningen. Wel wordt vastgesteld dat ter plaatse van de bestaande meest nabij gelegen woningen aan de Vleugelnootlaan, mede gelet op de ruimte afstand tot de sportvelden, sprake is van een aanvaardbare situatie.

Het plan maakt de ontwikkeling van een jongerenontmoetingsplek (JOP) mogelijk. Het betreft een specifieke inrichting van de openbare ruimte gericht op jongeren. Het terrein zal in zijn geheel worden ingericht waarbij een groene inpassing is beoogd. De inrichting bestaat onder andere uit een overkapping en een verhard speelveld. De locatie is niet aan te merken als een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer. Op de locatie zijn geen geluidsnormen van toepassing. De afstand tot de meest nabij gelegen bebouwing bedraagt circa 40 m. Daarmee wordt voldaan aan de richtafstand van 30 m ten opzichte van een rustige woonwijk die van toepassing is op vergelijkbare activiteiten zoals buurt- en clubhuizen (categorie 2).

Conclusie

Het aspect bedrijven en milieuhinder staat de uitvoering van het plan niet in de weg. Ter plaatse van het sportcomplex zal sprake zijn van aan aanvaardbaar leef- en verblijfsklimaat. Gelet op de afstand tussen de JOP en omliggende woonbebouwing levert deze ontwikkeling geen onaanvaardbare hinder op.