Plan: | Zoeterwoude, Sportcomplex Meerburgerpolder |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0638.BP00005-0002 |
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied.
Beleid en normstelling
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de luchtkwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 4.1 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
Tabel 4.1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk
stof | toetsing van | grenswaarde | geldig |
stikstofdioxide (NO2) | jaargemiddelde concentratie | 60 µg / m³ | 2010 tot en met 2014 |
jaargemiddelde concentratie | 40 µg / m³ | vanaf 2015 | |
fijn stof (PM10)* | jaargemiddelde concentratie | 48 µg / m³ | tot en met 10 juni 2011 |
jaargemiddelde concentratie | 40 µg / m³ | vanaf 11 juni 2011 | |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer per jaar meer dan 75 µg / m³ | tot en met 10 juni 2011 | |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer per jaar meer dan 50 µg / m³ | vanaf 11 juni 2011 |
* Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).
Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:
Besluit Niet in betekenende mate (NIBM)
In het Besluit NIBM en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10.
Onderzoek
Ten opzichte van de huidige situatie (waarin de ontwikkeling van het sportcomplex reeds mogelijk is) maakt het voorliggende plan geen ontwikkelingen mogelijk die zorgen voor een extra verkeersaantrekkende werking. Toetsing aan de grenswaarden kan derhalve achterwege blijven. Met behulp van de saneringstool (www.saneringstool.nl) kan inzicht worden verkregen in de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Uit de saneringstool blijkt dat op 10 m van de wegrand in 2011 de indicatieve jaargemiddelde concentratie NO2 38,7 µg/m³ bedraagt. De jaargemiddelde concentratie PM10 bedraagt in dat jaar 21,4 µg / m³.
Aangezien het plangebied is gelegen op een afstand van circa 100 m van de A4 zullen de concentraties ter plaatse van het plangebied lager liggen dan de bovengenoemde waarden. Langs de Industrieweg bedragen de concentraties NO2 en PM10 in 2011 respectievelijk 26,1 µg / m³ en 18,5 µg / m³.
De nabijgelegen weg N11 heeft mogelijk ook invloed op de concentraties van luchtverontreinigende stoffen ter hoogte van het plangebied, aangezien de afstand tot het plangebied circa 150 m bedraagt. De A4 geldt echter als maatgevende weg gezien het feit dat deze weg de hoogste verkeersintensiteit heeft.
Conclusie
Aangezien direct langs de A4 aan de grenswaarden wordt voldaan zal dit ook het geval zijn in het plangebied. Concentraties van luchtverontreinigende stoffen nemen immers af naarmate de afstand tot de weg toeneemt. De Wlk staat de uitvoering van het plan daarom niet in weg. Vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit is sprake van een voldoende leef- en verblijfsklimaat ter plaatse van het sportcomplex.