Plan: | Zoeterwoude, Sportcomplex Meerburgerpolder |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0638.BP00005-0002 |
De regels van het plan bestaan uit de volgende onderdelen:
Conform SVBP bevatten de inleidende regels artikelen met de begripsbepalingen (artikel 1) en de wijze van meten (artikel 2).
In het hoofdstuk Bestemmingsregels zijn in de planregels alle bestemmingen opgenomen met de daarbij behorende bestemmingsomschrijving. Waar noodzakelijk is gebruikgemaakt van aanduidingen om toegestaan gebruik nader te specificeren.
Groen (artikel 3)
De bestemming Groen is aan die gronden gegeven waarop het gewenst is dat deze een groene uitstraling aan het gebied geven. Naast groenvoorzieningen kan hier ook water en speelvoorzieningen worden gerealiseerd. Bovendien kunnen deze gronden worden benut voor de aanleg van voet- en fietspaden. Verder is in een deel van het groen een jongerenontmoetingsplek mogelijk gemaakt. Door middel van de aanduiding 'jongerenontmoetingsplek' wordt op de plankaart duidelijk waar een voorziening voor het samenkomen van jongeren wordt gesitueerd. Binnen de jongerenontmoetingsplek (JOP) kan een bouwwerk tot ten hoogste 40 m² worden opgericht. Binnen de JOP zullen tevens de voorzieningen kunnen worden gerealiseerd die bij een dergelijke plek behoren, zoals bijvoorbeeld zitplaatsen en kleinschalige sportvoorzieningen.
Sport (artikel 4)
De percelen waar de sportactiviteiten zullen plaatsvinden, zijn bestemd tot Sport. Hier kunnen naast sportvelden, een clubgebouw en een tribune worden opgericht. Voor deze gebouwen geldt dat ze binnen het bouwvlak worden gebouwd. Hierbij geldt bovendien dat niet het gehele bouwvlak mag worden benut. Voorzieningen als dug-outs mogen buiten de bouwvlakken worden gebouwd. Hieraan is een maximumoppervlak gebonden.
Voor de UMTS-mast is een apart bouwvlak opgenomen binnen de bestemming Sport. Deze kan tot een hoogte van 44 m worden opgericht.
Verkeer (artikel 5)
Ten westen van de sportvelden tegen de gemeentegrens is een busbaan gelegen. Deze busbaan wordt over de breedte van het plangebied meegenomen in dit bestemmingsplan. Gelet op de functie van een busbaan is aan deze gronden de bestemming Verkeer toegekend. Naast de bus kan overigens ook door ander verkeer, zoals bijvoorbeeld voet- en fietsgangers, gebruik worden gemaakt van deze gronden.
Verkeer - Verblijfsgebied (artikel 6)
Het parkeerterrein behorend bij de sportvelden en de ontsluiting van het sportcomplex in noordoostelijke richting hebben een verkeersfunctie en hebben zodoende de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied gekregen. Op deze gronden mogen enkel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een hoogte van 3 m worden opgericht. Voor straatverlichting geldt deze hoogtebeperking niet.
Water (artikel 7)
Rondom het plangebied is water gelegen. Deze plandelen zijn bestemd tot Water. Het water kan worden gebruikt voor verkeer en voor de waterhuishouding. Ook hier geldt dat enkel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een hoogte van 3 m kunnen worden gebouwd. Tevens kunnen bruggen en kleinschalige groenvoorzieningen binnen deze bestemming tot stand worden gebracht.
Waarde - Archeologie (artikel 8)
Voor het plangebied is verkennend archeologisch onderzoek uitgevoerd. Conclusie van dit onderzoek is dat planingrepen onder archeologische begeleiding dienen te worden uitgevoerd. Hiertoe is de dubbelbestemming Waarde- Archeologie opgenomen.
In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen.
Antidubbeltelbepaling (artikel 8)
De antidubbeltelbepaling wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. De formulering van de antidubbeltelregel wordt bindend voorgeschreven in artikel 3.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening.
Algemene bouwregels (artikel 9)
Dit artikel bevat een algemene regeling voor een geringe overschrijding van bouwgrenzen door ondergeschikte onderdelen van gebouwen. De overschrijding van de bouwgrenzen dient wel beperkt te zijn.
Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening (artikel 10)
De regel geeft invulling aan de afstemmingsbepaling tussen de bouwverordening en het bestemmingsplan ingevolge artikel 9 van de Woningwet. Artikel 9 van de Woningwet regelt primair dat de bouwverordening buiten toepassing blijft voor zover deze niet overeenstemt met het desbetreffende bestemmingsplan. Voor zover het bestemmingsplan geen regels bevat ten aanzien van een onderwerp dat in de bouwverordening is geregeld, is de bouwverordening wel van toepassing, tenzij het bestemmingsplan anders bepaalt. De bepaling voorkomt dat de bouwverordening onbedoeld aanvullend werkt bij onderwerpen die in het bestemmingsplan bewust niet zijn geregeld, bijvoorbeeld omwille van globaliteit. De relevante onderwerpen staan allemaal in paragraaf 2.5 van de bouwverordening.
Algemene ontheffingsregels (artikel 11)
In dit artikel wordt omschreven in welke gevallen ontheffing kan worden verleend voor overschrijding van de bouwgrenzen, voor zover deze afwijkingen niet onder de regel 'algemene bouwregels' valt te scharen. Dit betreft bijvoorbeeld de bevoegdheid om vrijstelling te verlenen ten behoeve van afwijking van de voorgeschreven maten en percentages. Ontheffing is overigens alleen mogelijk wanneer hiermee geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan aspecten als de woon- en milieusituatie van aangrenzende percelen.
Algemene wijzigingsregels (artikel 12)
In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de regels waarmee door middel van een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6 Wro het mogelijk is enige flexibiliteit in het plan aan te brengen. Het gaat hierbij om een bevoegdheid en houdt geen verplichting in. Deze bevoegdheid mag nadrukkelijk niet worden gebruikt om zodanig aanzienlijke wijzigingen van bestemmingen te bewerkstelligen, dat daarmee de essentie van het plan wezenlijk wordt veranderd. De wijzigingsregel in dit plan betreft de overschrijding van de bestemmingsgrenzen.
Werking wettelijke regelingen (artikel 13)
In de regels van een bestemmingsplan wordt in een (toenemend) aantal gevallen met verwijzing naar een (andere) wettelijke regeling een procedure, begrip en/of functie uit die andere regeling van toepassing verklaard. De van toepassing verklaarde wettelijke regeling geldt zoals deze luidt op het moment van de vaststelling van het bestemmingsplan door de raad. Wijziging van de wettelijke regeling na de vaststelling van het bestemmingsplan zou anders zonder Wro-procedure een wijziging van het bestemmingsplan met zich mee kunnen brengen.
In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangsregels (artikel 14) en de slotregel aan de orde (artikel 15).